Dossier-Cools en -Dutroux naar Bendecommissie?

Als de volgende dagen blijkt dat een parlementair onderzoek nodig is naar de manier waarop in de zaken-Dutroux en -Cools het gerechtelijk onderzoek verliep, is de Bendecommissie ‘bis’ bereid die taak op zich te nemen.

De tweede Bendecommissie, die het ‘onderzoek naar het onderzoek’ van de Bende van Nijvel moet voeren, kwam gisteren voor het eerst sinds de parlementaire vakantie bij elkaar. Begin oktober wordt in de commissie het eerste rapport van de professoren Fijnaut en Verstraeten besproken. Daarin wordt de inventaris gemaakt van alle tot nu toe bekende grieven over het onderzoek.

De commissie heeft ook de minister van Justitie, de oversten van de betrokken parketten, en de chefs van de politie- en inlichtingendiensten schriftelijk gevraagd toegang te krijgen tot alle (ook geheime) documenten die met het Bendedossier te maken hebben.

Bron » De Tijd

Guy Mathot eist confrontatie met verdachten die hem beschuldigen

Guy Mathot heeft een klacht ingediend tegen de nieuwe beschuldigingen dat hij een van de opdrachtgevers van de moord op André Cools zou zijn geweest. Ondertussen keert ook PS-voorzitter Busquin zich tegen het ‘amalgaam’ dat sommigen van de affaires zouden gemaakt hebben. Maar hij waakt er wel over geen nieuwe olie op het communautaire vuur te gieten.

Guy Mathot eist dat hij zo snel mogelijk wordt geconfronteerd met de personen die hem de moord op PS-boegbeeld André Cools in de schoenen schuiven. Volgens La Libre Belgique hebben Carlo Todarello, Richard Taxquet en Domenico Castellino aan de Luikse onderzoekers verklaringen over Mathots medeplichtigheid afgelegd.

Ook de anonieme getuige die de speurders recent definitief op het spoor zette van de moordenaars van Cools, zou Mathot hebben genoemd als mogelijk opdrachtgever. Mathot stelde woensdagmorgen ‘geschokt te zijn door de nieuwe aantijgingen’. Mathot werd ook in 1992 al genoemd als mogelijke betrokkene bij het complot tegen Cools.

Media

De onderzoeksrechters van de Cel Cools-Agusta hebben gisteren de media gegispt die eerder deze week de namen onthulden van de Tunesische huurmoordenaars.

‘Mochten een of beide verdachten, door toedoen van deze gratuite publicatie kunnen ontsnappen of het zwijgen worden opgelegd, dan zal het onderzoek onherstelbare en definitieve schade lijden’, zo stellen de onderzoekers in een mededeling. De RTBF was niet te spreken over de verwijten. ‘Bij de contacten tussen de RTBF en het parket van Luik is op geen enkel ogenblik gezegd dat bepaalde informatie niet gepubliceerd mocht worden,’ aldus administrateur-generaal Stalport.

Busquin

Gisteren werd ook met enige spanning uitgekeken naar de verklaring die voorzitter Busquin na afloop van het PS-partijbureau zou afleggen. Terwijl Busquin in New York verbleef voor een congres van de Socialistische Internationale had de Waalse minister-president Collignon fel uitgehaald naar het ‘amalgaam’ dat vooral de Vlaamse media van de zaken Dutroux en Cools zouden gemaakt hebben. Premier Dehaene werd dan weer verzocht stelling te nemen tegen het separatisme dat door zijn Vlaamse collega Van den Brande zou aangehangen worden.

Ook Busquin keerde zich gisteren tegen het ‘amalgaam’ maar hij vermeed zorgvuldig om in communautair vaarwater te komen. Kop van jut was een artikel in de Wall Street Journal waarin Paul Beliën, free lancejournalist en echtgenoot van Vlaams Blok-kamerlid Alexandra Colen, in nogal forse bewoordingen een beeld schetst van een ‘gecorrumpeerde Waalse politieke cultuur’. Busquin onderstreepte uitdrukkelijk dat hij daarmee niet de Vlaamse media viseerde.

Voor de rest hoopt het PS-bureau dat het gerecht zo snel mogelijk duidelijkheid schept in de moord op Cools, de kindermoorden en overvallen door de bende van Nijvel. En ook Busquin heeft vragen bij het functioneren van het gerecht.

Een ‘onderzoek naar het onderzoek’ moet hier meer duidelijkheid brengen. Maar sinds WO II is Justitie welgeteld 14 maanden door een PS’er beheerd, zo voegde hij er fijntjes aan toe.

Bron » De Tijd

Velu was symbool voor ‘ivoren toren’-justitie

Vandaag vertrekt Jacques Velu, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie met pensioen. De hoogste parketmagistraat van het land was een eminent jurist, maar ook het symbool van een bijzonder gesloten en verouderd juridisch apparaat.

De aanklacht van NAVO-secretaris-generaal Willy Claes in de Agusta-affaire, het Uniop-proces tegen ex-minister Coëme, huiszoekingen bij toppolitici, journalisten en een collega procureur-generaal, sterke uitspraken over pers en gerecht en een paar striemende openingsredes – Jacques Velu heeft in de drie jaar dat hij procureur-generaal bij het Hof van Cassatie was, van zich doen spreken.

Zijn faam als eminent jurist en grondwetspecialist dateerde al van veel vroeger. Van 1965 tot 1991 was hij professor aan de Brusselse ULB- universiteit. De syllabussen van zijn cursus worden door collega’s professoren nog steeds als waardevolle naslagwerken bestempeld. Ook de talloze werken die hij publiceerde, onder meer over de rechten van de mens, genieten aanzien. Maar hoe hoog men zijn intellectuele capaciteiten inschat, een onbesproken figuur is de hoogste parketmagistraat niet geweest.

Velen zien hem als het symbool bij uitstek van een verouderde en arrogante magistratuur, die recht spreekt in een ivoren toren en op basis van het principe van de scheiding der machten iedere inmenging van buitenaf weigert. ‘Velu leeft nog in de boeken en de maatschappijstructuren van de negentiende eeuw’, zegt een parlementslid. ‘De stellingen die hij inneemt zijn niet meer van deze tijd’, stelt een collega.

Externe controle

Die ‘oubollige’ mentaliteit spreidde Velu onlangs nog tentoon tijdens zijn laatste openingsrede voor het Hof van Cassatie. De magistraat liet er duidelijk blijken dat voor hem de controle op het gerecht een zaak van het gerecht zelf moest blijven.

Naar aanleiding van de zaak-Dutroux en de nieuwe onthullingen in het onderzoek naar de moord op André Cools heeft minister van Justitie Stefaan de Clerck het plan opgevat om een toezicht van buiten uit op het gerecht te organiseren. In politieke kringen en bij de publieke opinie was de roep om zo’n externe controle de voorbije weken steeds luider gaan klinken. Maar volgens Velu kan alleen ‘een intern toezicht door het gerecht zelf de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht volledig vrijwaren’.

Ook op andere vlakken is Velu altijd resoluut opgetreden tegen alles wat hij als een bedreiging voor de onafhankelijkheid van het gerecht interpreteerde. Zo was hij vierkant tegen het initiatief van De Clerck om twee professoren te belasten met het ‘onderzoek naar het onderzoek’ van de Bende van Nijvel. En tijdens het debat over de hervorming van de wetgeving op het parlementair onderzoek, verzette hij er zich, tevergeefs, tegen dat een parlementair onderzoek voortaan gelijktijdig zou kunnen lopen met een gerechtelijk onderzoek.

Ook in zijn opvattingen over de interne structuren van het juridisch apparaat toonde hij zich weinig soepel. Hij hield mordicus vast aan de hiërarchische opbouw van de parketten, met aan het hoofd de procureur-generaal van Cassatie en zijn vijf collega’s bij de Hoven van Beroep. Zij alleen kunnen als vertegenwoordigers van de magistratuur optreden en bijvoorbeeld met de minister onderhandelen over de hervormingen die zich opdringen. Van een (veel democratischer samengestelde) Federale Raad van de Magistratuur die de Clerck wilde oprichten, kan volgens Velu geen sprake zijn.

Onkreukbaarheid is een woord dat velen in de mond nemen wanneer ze over Velu praten. Zoals alle procureurs-generaal had ook Velu een politieke kleur: hij werd met PS-steun benoemd. Zijn ‘progressieve’ benoeming belette hem echter geenszins om in de Agusta-affaire tot op het bot te gaan en om tijdens het Uniop-proces zwaar uit te halen naar voormalig PS-vice-premier Guy Coëme.

‘Misschien was hij wel de enige die bereid was om zonder enige politieke overtuiging waarheid aan het licht te brengen’, zegt een christen-democraat. Maar in socialistische kringen ligt onder meer de beslissing van Velu om in volle verkiezingsperiode een huiszoeking te laten uitvoeren bij SP-voorzitter Tobback nog zwaar op de maag. Wilde Velu met deze actie soms zijn absolute onafhankelijkheid tegenover de politiek in de verf zetten?

Met de media had Velu ten slotte een zeer slechte verstandhouding. Dat bleek nog tijdens het grote colloquium over pers en gerecht dat de Senaat eind vorig jaar hield. Velu kreeg er zware kritiek op zijn voorstellen voor het aan banden leggen van de media. De procureur-generaal pleitte er onder meer voor nog veel spaarzamer te zijn met informatie aan de pers tijdens de loop van een gerechtelijk onderzoek, terwijl het bronnengeheim van de journalist maar in beperkte mate mocht gelden.
De nieuwe procureur-generaal bij Cassatie wordt Eliane Liekendael, van natuur en tot nu advocaat-generaal bij hetzelfde Hof.

Bron » De Tijd

Bezorgdheid om Bende-dossier

De drie Aalsterse advocaten die de belangen verdedigen van slachtoffers van de Bende van Nijvel en hun nabestaanden zijn verontwaardigd over de twee maanden verlof van procureur-generaal Georges Demanet.

Demanet nam vakantie toen zijn zoon in opspraak kwam in een dossier van autozwendel. Op 23 september moet het Bende-dossier opnieuw voorkomen voor de correctionele raadkamer in Charleroi en het advocatentrio vreest dat de zaak nu uitgesteld zal worden naar begin 1997.

Bron » De Tijd

Oud-premier Martens hekelt scherp politisering gerecht

Wilfried Martens, die van 1979 tot 1991 eerste minister was van België, viel woensdagavond scherp uit naar de politisering van het gerecht. ‘De politieke benoemingen moeten volledig verdwijnen’, zei hij in Netwerk, het actualiteitenmagazine van de Nederlandse omroep NCRV.

Het was de eerste keer dat Martens in het openbaar reageerde op de zaak-Dutroux en de jongste ontwikkelingen in de oplossing van de moord op André Cools. Hij liet uitschijnen dat hij zijn vertrouwen in het gerecht verloren heeft.

Martens woonde in juli 1991 als premier de begrafenis van de vermoorde PS-topman bij. ‘Er heerste een zeer eigenaardige sfeer op die begrafenis’, zei hij gisteren. ‘Ik heb mij toen al de vraag gesteld of er geen politieke motieven zouden hebben gespeeld’.

De oud-premier herinnerde eraan, dat hij daags na de overval door de Bende van Nijvel op het Delhaize-warenhuis de hoogste verantwoordelijken van gerecht en politie op zijn kabinet heeft ontvangen. Resultaten heeft dat niet gehad, ‘omdat sommigen blijkbaar niet met dat initiatief opgezet waren’. Martens zei ook dat hij toen al het gevoel had dat ‘er iets abnormaals bezig was’.

Verloedering

De ex-premier ziet twee oorzaken voor de ‘verloedering’ van de rechtsstaat: ons verouderd politiesysteem en de politisering. ‘Er zijn te veel politiekorpsen. Daar moet een reorganisatie komen’, zei Martens.

Martens hekelde de politieke benoemingen, in het bijzonder de steun van een politieke partij die nodig is om in een gerechtelijk arrondissement benoemd te kunnen worden. ‘Dat moet volledig verdwijnen’, zei hij.

Martens betreurde dat België er nog niet in geslaagd is een bekwaam, efficiënt, integer en niet aan de politiek gebonden politie- en justitiesysteem uit te bouwen. Hij zei dat het parlement, als verkozen vertegenwoordiger van het volk, daar nu werk moet van maken.

Bron » De Tijd