‘Justitie wil ons zo lang mogelijk in de cel’

Justitie wil maar één ding: ons zo lang mogelijk in de cel houden.’ Tot die vaststelling komt Pierre Carette (46), een van de drie gevangen leden van de CCC. In een exclusief telefonisch interview vanuit Leuven-Centraal spreekt hij de de beweringen van Justitie tegen dat de CCC’ers dezelfde behandeling krijgen als andere gedetineerden.

Pierre Carette, Bertrand Sassoye en Pascale Vandegeerde kregen in 1988 levenslang voor het plegen van aanslagen tegen kapitalistische bolwerken in heel België. De acties eisten dertig slachtoffers: twee doden en achtentwintig gewonden.

De advocaten van het trio organiseerden dinsdag een persconferentie omdat ze vaststellen dat het trio, dat al 13,5 jaar gevangen zit, niet in aanmerking komt voor vervroegde vrijlating. Justitie weerlegde de kritiek door te stellen dat de drie dezelfde behandeling krijgen als andere gevangenen die verzoeken indienen voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Het ontkende eveneens het bestaan van een speciaal comité van vertegenwoordigers van Justitie, gevangeniswezen, rijkswacht en staatsveiligheid, dat hierover zou beslissen.

“Justitie liegt”, reageert Carette vanuit de gevangenis. Volgens hem krijgen hij en zijn medestrijders al jaren een bijzondere behandeling. De veertigjarige Carette vreest dat hij nooit vrijkomt. “Mijn verzoeken voor penitentiair verlof worden systematisch geweigerd. Op 15 maart behandelde het personeelscollege van de gevangenis mijn aanvraag voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Er werd unaniem beslist de zaak zes maanden uit te stellen.”

De reden ligt volgens Carette voor de hand. “Justitie wil ons zo lang mogelijk in de cel houden.”

Volgens Carette bestaat er wel degelijk een speciaal comité dat beslist over de verzoeken voor voorwaardelijke invrijheidstelling van de CCC’ers. “Dit comité is uitdrukkelijk ter sprake gekomen op het personeelscollege van 15 maart. Vanaf het begin van de jaren negentig weten we dat het er is. Justitie heeft het bestaan ervan meermaals erkend tegenover onze advocaten. Ook de administratie verwijst ernaar en stelt dat het daardoor niets kan doen voor ons.”

Sinds zijn overplaatsing van Bergen naar Leuven-Centraal staat Carette naar eigen zeggen onder het rechtstreeks gezag van psychiater Van den Broeck. “Hij is lid van het speciaal comité en blokkeert samen met de rest stelselmatig mijn dossier.”

Carette zegt dat hij de voorbije jaren vele malen is onderzocht door psychiaters. “In de jaren dat ik in Bergen zat was dat een keer of vijftien: sessies van een tot anderhalf uur.” Hij dacht dat de verslagen keurig in zijn dossier belandden, tot hij sinds kort inzage heeft in zijn dossier. “Tot mijn grote verbazing bevat het alleen wat juridische stukken en documenten van de administratie. Van de psycho-sociale dienst zit er enkel een fax in die dateert van 11 maart, vier dagen voor de bijeenkomst van het personeelscollege. In het schrijven wordt gesteld dat ik meewerk aan het onderzoek. Voor de rest is mijn dossier leeg.”

Ook wat het regime betreft krijgen de CCC’ers volgens Carette al jaren een uitzonderingsbehandeling. “De eerste drie jaar zaten we volledig afgesloten van de buitenwereld. Sindsdien mogen we bezoek ontvangen: alleen familie. In mijn geval is dat mijn moeder. Ik zie haar een keer of drie per jaar. Bezoekaanvragen door niet verwanten worden stelselmatig geweigerd.”

Het contact met de buitenwereld verloopt noodzakelijkerwijs via de post. “Die wordt stelselmatig gecontroleerd. Sterker nog: gekopieerd.”

Volgens de nieuwe wet, die op 1 maart in werking trad, verschijnen gedetineerden van wie de voorwaardelijke invrijheidstelling tot driemaal toe werd geweigerd automatisch voor de commissie die zich bezighoudt met de vervroegde vrijlating. De enige voor wie die vlieger opgaat is Pascale Vandegeerde. Haar dossier bevindt zich momenteel bij de administratie. Die moet het overmaken aan de minister van Justitie. Al is hij niet meer zoals vroeger uiteindelijk bevoegd voor een eventuele vrijlating, hij moet wel een advies geven. Daarna beslist de commissie.

Carette voorspelt dat ook Vandegeerde, die in het CCC-dossier het minst verantwoordelijkheid draagt van de drie, niet vrijkomt. “Ze zullen ons nooit behandelen als andere gevangenen.”

Bron » De Morgen

CCC-trio vraagt en krijgt gelijke behandeling

De drie kopstukken van de CCC (Cellules Communistes Combattantes) willen van Justitie weten waarom ze niet in aanmerking komen voor vervroegde vrijlating, zoals anderen die levenslang kregen. Lukte dat niet via de wet-Lejeune, de nieuwe wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling lijkt evenmin te gelden voor de links-extremisten uit de jaren tachtig. Het kabinet van Justitie ontkent dat het trio een ongelijke behandeling krijgt.

Pierre Carette, Bertrand Sassoye en Pascale Vandegeerde werden in december 1985 aangehouden wegens het plegen van aanslagen tegen multinationals, militaire installaties, banken en eigendommen van politieke partijen. Daarbij vielen twee doden en achtentwintig gewonden. De ‘politieke activisten’ kregen in 1988 levenslang. Medegevangenen kwamen na het uitzitten van een derde van hun straf vervroegd vrij op grond van de wet-Lejeune, maar zij niet. Anno 1999 krijgen ze in de gevangenissen van Namen, Luik en Leuven nog altijd een speciale behandeling. Zo wordt hun post steevast gecontroleerd en gekopieerd en mogen ze alleen familie zien.

De raadslieden vrezen dat de drie door die ongelijke behandeling geen kans maken op vervroegde vrijlating via de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling. Die haalde, na de blunder met Marc Dutroux, de beslissingsbevoegdheid over de vrijlating weg bij de minister van Justitie en droeg haar over aan commissies (CVI’s). Ze opereren sinds 1 maart en buigen zich over gevangenen die minstens een derde van hun straf hebben uitgezeten. Voor gedetineerden met levenslang is dit 10 jaar.

De CCC’ers zitten al dik 13 jaar in de cel. Volgens de wet moeten kandidaten een advies hebben van het personeelscollege van de gevangenis. Is dat positief, dan verschijnen ze voor de CVI, bij een negatief niet. Pascale Vandegeerde kreeg op 11 maart dit jaar een unaniem gunstig advies. Toch verscheen ze nog niet voor de vrijlatingscommissie.

Navraag leert dat er meer voorwaarden zijn. De kandidaat moet zich goed gedragen hebben, er mag geen gevaar voor herhaling zijn en evenmin elementen die doen twijfelen aan resocialisatie van de gedetineerde in de maatschappij. Volgens de advocaten voldoet Vandegeerde aan alle eisen maar wordt de zaak op politiek niveau geblokkeerd. De minister van Justitie wacht volgens hen op de beslissing van een comité met vertegenwoordigers van rijkswacht en staatsveiligheid.

Het kabinet van Justitie spreekt dat tegen. “Dat comité bestaat niet. De dossiers van de CCC’ers volgen dezelfde weg als die van andere gedetineerden.” Waarom het bij Vandegeerde dan zo lang duurt? “Vertraging bij de behandeling van dossiers door de administratie”, luidt het. Die is nog niet ingewerkt in de nieuwe situatie maar kreeg al een stroom verzoeken te verwerken waarover de minister zijn advies moet geven. “Het dossier van Vandegeerde kan dus nog niet bij de CVI zijn”, aldus het kabinet.

Bron » De Morgen

Lobbyman Blyweert in verdenking gesteld in BTW-carrousel

De Brusselse onderzoeksrechter Françoise Roggen stelde de 43-jarige zakenman Koen Blyweert in verdenking in een dossier van BTW-fraude met gsm-toestellen. De man ontkent de feiten. Dat bevestigde het Brusselse parket woensdag.

De BTW-carrousel werd eind 1997 door de verscheidene producenten van mobilofoontoestellen bij de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) aangekaart. Het betreft een ‘klassieke’ BTW-carrousel waarbij gsm-toestellen aangekocht worden en enkele keren fictief uitgevoerd zodat de BTW-gelden gerecupereerd kunnen worden. Na afloop van enkele fictieve operaties worden de toestellen uiteindelijk tegen dumpingprijzen op de markt gebracht. De schade voor de Staat zou zo’n 2 miljard frank bedragen.

De Pauw

De BBI maakte melding van de feiten aan het Brusselse parket dat de zaak aan onderzoeksrechter Françoise Roggen toevertrouwde. In februari voerde de Brusselse gerechtelijke politie een reeks huiszoekingen uit. Half maart kwam er een nieuwe reeks huiszoekingen.

De voorbije maanden werden al zes personen in het raam van dit onderzoek opgepakt en in verdenking gesteld. Twee van hen verblijven nog steeds in de cel. Vier anderen, onder wie de kleinzoon van de Brusselse vastgoedmagnaat Charly de Pauw, werden door rechter Roggen onder voorwaarden vrijgelaten.

Dinsdag plaatste de onderzoeksrechter ook zakenman Koen Blyweert onder verdenking. De man werd onder vrijwaarden vrijgelaten. Hij mag geen handelsactiviteiten in de telecommunicatiesector meer uitvoeren en geen contact meer hebben met de medeverdachten en zeker niet met de kleinzoon van de vastgoedmagnaat, zo verklaarde de Brusselse parketwoordvoerder gisteren.

De 43-jarige zakenman staat ook bekend als een lobbyman die op het eind van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 zeer goed zijn weg in ministeriële kabinetten wist te vinden.

Bron » De Tijd

Huiszoekingen bij ex-verdachte Bende van Nijvel

De cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, voerde maandag in Quaregnon huiszoekingen uit bij een lid van de Bende van de Borinage. Michel Cocu, een ex-politieagent die als hoofd van deze bende werd afgeschilderd, dreigt de verantwoordelijken van de cel-Jumet te dagvaarden wegens lasterlijke aantijgingen. Dat zei Cocu’s advocaat Jean-Paul Moerman gisteren, na uitlatingen van Bende-onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix.

Onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix bracht de Bende van de Borinage op het einde van de jaren 80 voor het Bergense assisenhof. Zijn collega’s van Nijvel stopten de Bende van de Borinage als de daders van de eerste reeks Bende-aanslagen (tot 1983) in de gevangenis. Tijdens het assisenproces werden alle leden van de Bende van de Borinage vrijgesproken.

In gerechtelijke kringen bleef men er van overtuigd dat de Bende van de Borinage mogelijk als toeleverancier van wagens en wapens voor de Bende-doders werkte. Dit geldt ook voor Michel Cocu. Rechter Lacroix zei maandag dat hij niet uitsluit dat Cocu en consorten opnieuw door het gerecht aan de tand gevoeld worden. Dat zou wel voor andere feiten zijn, als diegene waarvoor zij al terechtstonden.

In dit onderzoek moeten de huiszoekingen in de clan-Becker in Quaregnon gezien worden. ‘Balou’ Becker maakt deel uit van een grote familie van schroothandelaars. Hij werd in de jaren 80 opgesloten, op verdenking van medeplichtigheid aan misdrijven, die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven. In het begin van de jaren 90 werd hij bij gebrek aan bewijzen door de raadkamer voor deze feiten buitenvervolging gesteld.

De huiszoekingen in drie villa’s van zijn familie kwamen er, nadat de cel-Jumet onder meer op basis van robotfoto’s van potentiële Bende-verdachten nieuwe getuigenissen opgetekend had. Een duizendtal tips zijn nagetrokken, ook op het terrein, onder meer door huiszoekingen. Vooralsnog leverde geen enkele onderzoeksdaad positieve resultaten op, ook de indrukwekkende reeks DNA-analyses niet.

Bron » De Tijd

Demol bij Front de la Jeunesse aan vooravond bommenactie

Johan Demol was tussen begin 1979 en begin 1980 zeker 25 keer aanwezig op vergaderingen van de terreurgroep Front de la Jeunesse. Dat is twee keer zoveel als tot nu toe op grond van uitgelekte documenten werd aangenomen.

Demol nam op 29 september 1979 deel aan een bijeenkomst van het FJ waar brandbommen werden gemaakt met het oog op een betoging, de volgende dag in Antwerpen. Het FJ had blijkbaar de intentie om daar gewelddadig toe te slaan. Dat kon worden verijdeld doordat de rijkswacht het konvooi onderweg tegenhield.

Een aantal van deze gegevens staat in een rapport van het Comité P, waaruit blijkt dat Demol in 1990 van op het kabinet-Tobback als commissaris werd benoemd door toedoen van de boezemvriendin van zijn toenmalige echtgenote. Het rapport bevat ook intrigerende gegevens over de Groep G, een geheime organisatie van voor het FJ militerende rijkswachters.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck