Oost en West verstopten hun radio’s in hetzelfde bos

Als we de Britse bron van het Brusselse parket mogen geloven is – zonder dat iemand iets vermoedde – het Heverleebos bij Leuven jarenlang het geheime raakpunt geweest in de Koude Oorlog in ons land tussen Oost en West. De reden: zowel de Sovjets als de Belgische spionagediensten zouden precies daar hun geheimste radiozendapparatuur begraven hebben. Een ingewijde uit onze inlichtingendiensten noemde het gisteren aan onze telefoon “een verbijsterend en amper te geloven toeval”.

Maar radioverbindingen hebben in de geheime oorlog van 1945 tot de val van de Berlijnse Muur een centrale rol gespeeld, ook in België. De radiozendapparatuur van de Sovjets, die vorig jaar bij ons werd ontdekt, vormde echter maar de helft van het verhaal. De andere helft bestond uit een al even geheim Belgisch radiocommunicatiesysteem. Zo waren gedurende heel de Koude Oorlog Oost en West in Europa mekaars spiegelbeeld, ook inzake radioapparatuur.

Elk van de twee kampen bereidde zich voor op een conflict naar het model van de Tweede Wereldoorlog. Navo en Warschau-pakt waren inderdaad steeds klaar zowel voor een guerrilla-oorlog als voor een traditonele militaire confrontatie.

En ook België installeerde vanaf 1949 naast het klassieke leger in het geheim ook de infrastructuur voor guerrilla en gewapend verzet bij een eventuele bezetting van ons land door het Rode Leger.

Naast sabotageteams hoorde bij deze Stay Behind-infrastructuur (beter bekend als Gladio) ook een radiocommunicatiesysteem. Dat werd tot in 1990 georganiseerd, uitgerust en getraind door de Staatsveiligheid en de militaire veiligheidsdienst. Een volstrekt gecompartimenteerd netwerk van radio-operateurs reikte van de Belgische kust tot de Ardennen, beschikte over safehouses en stond in verbinding met een geallieerde basis overzee.

Tot in het begin van de jaren tachtig werd door de Belgische Stay Behind nog het gewone oude morsesysteem (‘Morse High Speed’) gebruikt. Maar dat was op de duur volkomen verouderd geraakt en het gevaar van detectie door de vijand was te groot geworden. Daarom besloot de Belgische overheid onder de regering-Martens/Gol om gespreid over vijf jaar op de begroting 50 miljoen frank uit te trekken voor de aankoop van een modern radiocommunicatiesysteem. Het duurde echter bijna nog tien jaar vooraleer dit door de Duitse firma AEG Telefunken ontworpen systeem – dat ‘Harpoon’ werd gedoopt – ook echt in gebruik werd genomen door onze geheime diensten.

Koning Boudewijn, de premier en de ministers van Defensie en Justitie kregen er een demonstratie van te zien. Ironisch genoeg werd amper enkele jaren later het hele Stay Behind-netwerk al opgedoekt. Het supergeheim van de Stay Behind werd tenslotte openbaar gemaakt door de toenmalige Italiaanse premier Andreotti.

Vandaag is ‘Harpoon’, alhoewel op zijn beurt verouderd, nog altijd erg gegeerd spionagemateriaal. Volgens een specialist kan men met dit systeem niet alleen veel sneller en verder zenden dan met het oude materiaal, maar kan men er ook weken op voorhand de verzending van berichten mee programmeren. Bovendien is de apparatuur niet veel groter dan een sigarendoos. Volgens onze bron zou de Harpoon-apparatuur enorm nuttig zijn geweest voor de Belgische troepen die destijds in hachelijke omstandigheden moesten opereren in Rwanda dat op de rand van de genocide stond.

Dit systeem van radiocomunicatie is uiterst geschikt voor gebruik in zones waar verwarring heerst en waar troepenbewegingen moeten worden geregistreerd. Na het opdoeken van het Belgische Stay behind-netwerk in 1990 verhuisden alle Harpoon-zenders van de militaire veiligheidsdienst en van de Staatsveiligheid overigens naar verkennerseenheden van het Belgisch leger.

Bron » De Morgen | Walter De Bock