Nieuw spoor in moord van bedenker Saddams superkanon

Het Belgische gerecht heeft een nieuw spoor naar de moordenaar van de Canadese ingenieur Gerald Bull. Volgens een tip bevindt de doder van Bull, de in 1990 vermoorde ontwerper van het beruchte superkanon waarmee Saddam Hoessein ooit Israël van de kaart zou vegen, zich in Centraal-Amerika. De man is volgens de inlichting een scherpschutter van de Israëlische geheime dienst Mossad.

Enkele weken geleden vernamen de Belgische speurders uit joodse kringen in Centraal-Amerika dat de moordenaar van Gerald Bull zich daar zou bevinden. Als bewijs voegde de tipgever eraan toe dat de man een scherpschutter is van de Mossad en in het bezit is van een persoonlijk juweel van Bull.

Dat juweel sterkt de Belgische speurders in hun overtuiging dat de verdachte dringend moet worden opgezocht. Toen de Brusselse politie op 22 maart 1990 het lichaam van de pas vermoorde Gerald Bull onderzocht, werd dat juweel niet op hem teruggevonden. Zijn geld – 20.000 dollar – had hij nog wel bij zich.

De naasten van de doodgeschoten ingenieur zijn het erover eens dat Gerald Bull altijd en overal in het bezit was van het verdwenen juweel. Dus is het na de executie waarschijnlijk meegenomen door de doder of een lid van het moordcommando.

Het is niet de eerste keer dat de Israëlische geheime dienst Mossad als mogelijke opdrachtgever voor de moord wordt genoemd. Bull werkte eind de jaren ’80 voor Irak aan een project voor een superkanon, het Project Babylon. Saddam Hoessein droomde ervan vanuit de tientallen meters lange loop van “de dag des oordeels”, zoals het kanon uiteindelijk zou heten, raketbommen op Israël te kunnen afschieten en de joodse staat van de kaart te vegen.

Om dat snode plan te verijdelen zou de Mossad volgens de meest verspreide theorie leden van zijn moordcommando kidon (bajonet in het Hebreeuws) naar Ukkel hebben uitgestuurd om er Gerald Bull uit de weg te ruimen. Volgens Bulls zoon Michael wist zijn vader dat de Mossad achter hem aan zat.

Op donderdag 22 maart 1990 reed Monique Janine, de secretaresse van Bull, haar baas omstreeks 19.30 uur naar zijn woning in Ukkel. Bull, die pas 62 was geworden, woonde in een flat op de zesde verdieping van de residentie Minerva. Toen hij de sleutel in de deur stopte, doken twee mannen achter hem op. Ze vermoordden Bull met twee schoten in de nek en drie in de rug.

Meer dan twaalf jaar later is de moord nog altijd niet opgelost. De Brusselse speurders hopen op een doorbraak, nu voor het eerst een mogelijke dader bij naam is genoemd.

Bron » Het Nieuwsblad