‘Killer’ niet gevonden, wel horloge en geld

Tijdens de zoektocht naar het lijk van de ‘killer’ van de Bende van Nijvel werden in het bos van Houssière een oude horloge en muntstukken gevonden die dateren van voor 1985, toen de laatste aanslag van de bende plaatsvond. Vandaag worden de speurhonden ingezet en zal de rest van het terrein worden afgegraven.

Muntstukken die dateren van voor 1985 – waarschijnlijk zijn ze geslagen in 1971-1972 – en een oude horloge. Dat is wat de speurders naar de Bende van Nijvel dinsdag op het afgebakende terrein in het bos van Houssière gevonden hebben. Maandag was het gebied ‘schoon’ gemaakt en werden metaaldetectors ingezet.

Witte paaltjes in de grond met gele papiertjes waarop een nummer staat, duiden aan waar iets gevonden werd: veertig kogelhulzen – niet abnormaal want in het gebied werd gejaagd – en drie muntstukken. Gisteren werd op de plek waar het geld gevonden was, met een schop verder gegraven. “Op een plek die niet onlogisch zou zijn om het eventuele derde bendelid te begraven”, zegt speurder Eddy Vos.

Op de plek werd de aarde zo’n twintig tot dertig centimeter afgegraven. “De bovenste aardlaag is donkerbruin, daaronder wordt het grijs, daarna is er wit zand. Als we merken dat de aardlagen door elkaar zitten of eerst wit zand bovenkomt dan weten we dat op die plek de aarde is omgewoeld”. Vandaag worden de speurhonden ingezet.

“Dat is meer bedoeld als oefening omdat we nog weinig ervaring hebben met honden die naar lijken speuren die twintig jaar geleden zijn begraven. We hebben onlangs een test gedaan. De honden roken eerst niets, maar toen we de aarde dertig centimeter afgroeven, vonden ze wel iets. Het bleek een koe te zijn die 15 jaar eerder was begraven. Honden maken niet het onderscheid tussen mensen en dieren.”

De graafwerken zijn het gevolg van de verklaring van een echtpaar in december vorig jaar. Zij zouden in de nacht na de aanslag op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985 een VW Golf hebben zien staan met voor de auto een lijk en ernaast een grote en een oudere man.

“We twijfelden eerst aan hun verklaring omdat het ons onmogelijk leek om zoiets in het donker te zien”, zegt Vos. “We hebben de weersomstandigheden nagegaan: er was geen maan en het regende een beetje. Bij dezelfde weersomstandigheden zijn we de test gaan doen: je ziet inderdaad zeer helder, ook al is het nacht.”

Omdat de bendeleden, als het verhaal van de getuigen klopt, moeten geweten hebben dat ze gezien waren, denken sommige speurders dat ze zijn weggereden en met het eventuele lijk elders naartoe zijn gegaan. Maar Vos denkt dat niet.

“Toen de getuigen voorbij reden en het lijk op de grond lag, moet de put al klaar zijn geweest. Ze hoefden het lijk er maar in te leggen. Als ze zouden doorrijden naar een andere plek, dan zou dat te veel tijd en nog meer kans op ontdekking hebben betekend.”

Bron » De Standaard