Auteur en journalist Hugo Gijsels overleden

Auteur en journalist Hugo Gijsels is maandagmorgen op 54-jarige leeftijd overleden in het boekendorp Redu. Gijsels kampte al enkele jaren met gezondheidsproblemen. Hij stierf aan een hartinfarct. Gijsels wordt beschouwd als de vader van het cordon sanitaire en was tot op heden actief in de strijd tegen het fascisme.

Gijsels werkte onder meer voor de weekbladen HumoKnack en de krant De Morgen. Bij Humo schreef hij in 1986 mee aan de omstreden artikels over de vermeende pedofiele notaris X. In 1990 publiceert Gijsels de boeken “Het leugenpaleis van VDB” en “De bende en co. Twintig jaar destabilisering in België” over de Bende van Nijvel.

Hij moest minister van Staat Paul Van den Boeyenants later een schadevergoeding betaling wegens laster en smaad in het boek. Eind jaren tachtig lanceerde hij het idee van een cordon sanitaire rond het toenmalige Vlaams Blok. Gijsels publiceerde ook diverse boeken over extreem-rechts. Samen met Jos Vander Velpen schreef hij in 1989 “Het Vlaams Blok- Het verdriet van Vlaanderen”. In 1994 verscheen van hem “Open je ogen voor het Vlaams Blok ze sluit”, waarin hij trachtte aan te tonen dat de partij ook autoritaire en extreem-rechtse standpunten inneemt op andere terreinen dan migranten en vluchtelingen.

Gijsels had de laatste vijf jaren gezondheidsproblemen en was met ziekteverlof. Tot dan werkte hij bij het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding. De begrafenisplechtigheid heeft plaats op 31 december in het crematorium van Vilvoorde, om 14.00 uur.

Bron » Gazet van Antwerpen

Zaak Front National uitgesteld

De elfde kamer van het Brusselse hof van beroep heeft maandag het proces tegen Daniel Féret, de voormalige voorzitter van het Front National, en zijn parlementair medewerker Georges-Pierre Tonnelier uitgesteld naar 18 mei 2005. De twee worden vervolgd voor aanzetten tot rassenhaat door het verspreiden van vlugschriften en verkiezingsprogramma’s.

In augustus al velde de rechtbank een tussenarrest. Het hof van beroep oordeelde toen dat de burgerlijke partijstelling van de Liga van de Rechten van de Mens, het centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en de Beweging tegen Racisme, Antisemitisme en Xenofobie (MRAX) ontvankelijk was. Het Front National ging daartegen in cassatieberoep. Het hof moet het cassatiearrest op 22 december afwachten voor het proces kan worden verdergezet.

De voorzitter van de elfde kamer van het hof van beroep, Jean-Pierre Collin verlaat daarenboven de correctionele voor een burgerlijke kamer. Daardoor moeten alle debatten in de zaak worden overgedaan vanaf 18 mei 2005.

Bron » De Standaard

Personeelswissel op militaire inlichtingendienst creëert reëel risico

Een personeelswissel op de dienst Veiligheidsonderzoeken van de militaire inlichtingendienst Adiv stelt ons land bloot aan een serieus veiligheidsrisico. Dat vrezen de 37 federale politieagenten die de dienst moeten verlaten. Zij worden vanaf 1 januari vervangen door 22 onderofficieren die geen enkele juridische of politionele ervaring hebben, niet weten hoe ze met informanten moeten werken en die een lagere graad hebben dan de personen die ze moeten controleren. ‘Het risico op vriendjespolitiek en inmenging van bovenaf is reëel.’

De dienst Veiligheidsonderzoeken, kortweg SI, naar de Engelse afkorting, levert veiligheidscertificaten af aan zowel burgers als militairen. In de eerste plaats aan de deelnemers van internationale Navo-vergaderingen en Europese toppen in Brussel, maar de dienst screent ook alle mensen die toegang hebben tot plaatsen waar zich documenten met vertrouwelijke militaire informatie bevinden. Ook personen die deel uitmaken van een buitenlandse zending ontsnappen niet aan een security check van de SI.

Sinds 1938 wordt de SI bevolkt door rijkswachters van de BOB. Na de politiehervorming werden dat federale politieagenten. Zij worden door hun opleiding en cultuur het best geplaatst geacht om veiligheidsonderzoeken uit te voeren. Ze vormen immers de schakel tussen gerechtelijke, politionele, administratieve en militaire overheden. Bovendien wordt in het milieu veel met informanten gewerkt, een typisch politiekenmerk.

Eind oktober besliste het ministeriële comité Inlichtingen en Veiligheid, waar naast de premier ook de minister van Binnenlandse Zaken en de staatsveiligheid deel van uitmaken, dat alle 37 SI-personeelsleden terug naar de federale recherche moeten. Op die manier kan mankracht worden vrijgemaakt in de strijd tegen het terrorisme.

De federale politieagenten worden vanaf 1 januari vervangen door 22 onderofficieren die zich totnogtoe altijd hebben beziggehouden met onderzoeken naar veiligheidsincidenten in militaire kwartieren. “Dat zijn mensen die geen enkele specifieke opleiding voor security checks hebben gehad”, zegt een lid van de militaire inlichtingendienst. “Bovendien zijn ze niet thuis in politionele, administratieve en gerechtelijke middens. Ze moeten niet eens voldoen aan toelatingsvoorwaarden, terwijl voor de BOB’ers altijd zware selectieprocedures zijn georganiseerd. En 22 mensen? De SI doet jaarlijks 10.000 onderzoeken op 15.000 personen, en dat met 37 man.”

Binnen de inlichtingendienst worden ook vragen gesteld over het feit dat lager gerangschikte militairen voortaan hun meerderen zullen controleren. “Bij Defensie kun je sowieso al moeilijk onafhankelijk van de militaire hiërarchie werken. Veiligheidsonderzoeken worden uitgevoerd tot het hoogste legerniveau, en dat zal nu gebeuren door onderofficieren met een lagere graad dan de personen die ze moeten screenen. Het risico op vriendjespolitiek of inmenging van bovenaf is reëel.”

Omdat het SI-personeel in een keer wordt vervangen, gaan veel ervaring, contactpersonen en informatiebronnen verloren. “Het duurt jaren om zoiets weer op te bouwen”, aldus een lid van de militaire inlichtingendienst. “En ondertussen daalt het niveau van het veiligheidscertificaat, omdat de veiligheidsonderzoeken minder doeltreffend zullen verlopen. Dat de veiligheid van ons land daarmee in het gedrang komt, lijkt niemand te deren. De nieuwelingen worden wel opgeleid, maar die cursus is onlangs ingekort tot een paar weken. Wij vrezen echt dat die mensen onvoorbereid aan de start zullen verschijnen.”

Het kabinet Defensie reageert laconiek. “Het klopt inderdaad dat militaire specialisten de federale SI-agenten vervangen”, zegt woordvoerder Nick Van Haver. “Maar die personeelswissel was al langer voorzien en onze mensen zijn wel degelijk voorbereid op de functie die zij zullen bekleden.” Op de vraag welke opleiding de militairen dan precies hebben gehad, weigert het kabinet te antwoorden. “Ik zeg u dat die mensen voorbereid zijn. Meer hebben wij daar niet aan toe te voegen.” Op het militair hoofdkwartier in Evere weigert men de zaak eveneens verder te becommentariëren.

Naar de politie toe heeft de operatie weinig zin. Alle agenten die worden overgeplaatst naar een GDA van hun keuze, voeren al jaren veiligheidsonderzoeken uit. Ze vrezen dat hun meerwaarde voor de gerechtelijke diensten in de federale politie gering zal zijn. Heel wat agenten gaan ook naar hun pensioenleeftijd toe: zij hebben niet veel zin om zich nog op een nieuwe job te storten. Ook de aanwinst in de strijd tegen het terrorisme is relatief: het effect van een personeelsdoorschuiving wordt pas binnen een tot twee jaar verwacht.

Bron » De Morgen

Cassatieverzoek Marc Dutroux verworpen

Voor het Hof van cassatie is het verzoek van Marc Dutroux en Michele Martin verworpen. Het Hof oordeelde daarmee dat er in het assisenproces tegen de twee geen procedurefouten gebeurd zijn en zet daarmee definitief een punt achter de zaak-Dutroux.

De advocaten van Dutroux waren van mening dat Dutroux geen eerlijk proces had gekregen omdat de zaak in de media te veel en te gedetaileerde aandacht had gekregen. Ook hekelden ze werking van de parlementaire onderzoekscommissie.

De verdediging van Dutroux’ voormalige echtgenote hadden gesteld dat Martin zelf een slachtoffer was van Dutroux en in die zin moest berecht worden. Het Hof van Cassatie heeft alle argumenten die opgeworpen waren door de verdediging van Michelle Martin naast zich neergelegd. De argumenten van de advocaten van Marc Dutroux heeft het hof niet bestudeerd omdat die laattijdig ingediend werden.

Noch Dutroux noch Martin waren deze voormiddag op de zitting aanwezig. Paul Marchal was er samen met zijn advocaat Paul Quirynen om de slachtoffers te vertegenwoordigen. “Want wij en niet Martin zijn de slachtoffers van Dutroux”, luidde het.

Marc Dutroux werd op 22 juni 2004 door het hof van assisen van Aarlen veroordeeld tot levenslang en tien jaar terbeschikkingstelling van de regering, Michelle Martin tot dertig jaar cel. Die straf kunnen ze nu niet meer ontlopen.

Bron » De Standaard

Verwilghen over opvolgster Onkelinx: ‘Geen elan meer in modernisering Justitie’

Sinds Laurette Onkelinx (PS) minister van Justitie is, is het elan in de vernieuwingen en verbeteringen voor een deel verdwenen. Dat zegt haar voorganger Marc Verwilghen (VLD) in een interview met Dag Allemaal dat vandaag verschijnt.

Het is erg ongebruikelijk dat een minister zo openlijk uithaalt naar de excellentie die hem opvolgt. Dat Verwilghen, als minister van Economie, zelf nog altijd deel uitmaakt van de federale regering waarin Onkelinx voor Justitie bevoegd is, maakt de kritiek des te merkwaardiger.

Achteraf bekeken vindt Verwilghen dat hij beter geen minister van Justitie was geworden, hoeveel belangstelling hij ook had voor het departement. “De anderen wilden niet dat ik het goed deed en scoorde. Ze gunden mij het succes niet, zo simpel was het.”

De huidige minister van Economie meent dat hij niettemin vernieuwingen en verbeteringen geforceerd heeft op Justitie. Die drive is volgens hem vandaag veel minder groot. Anderzijds merkt hij dat een reeks voorstellen die hij tijdens zijn ambtsperiode formuleerde en die toen werden afgeblokt, “nu kennelijk wél mogen en kunnen”. Hij denkt daarbij aan de administratieve telefoontap door de staatsveiligheid en het jeugdsanctierecht.

De minister van Economie en Buitenlandse Handel vindt voorts dat er “te vaak een beleid wordt gevoerd tégen ondernemers, tégen ondernemen en winst maken”. Een stevige sociale omkadering kan volgens hem maar worden gegarandeerd binnen een stevige economie.

Bron » De Morgen