Van CD&V mag Staatsveiligheid afluisteren

De CD&V-kamerfractie dient een wetsvoorstel in dat de Staatsveiligheid de mogelijkheid geeft om telefoongesprekken af te luisteren. “Het is godgeklaagd dat de minister van Justitie, na de aanslagen in New York, Madrid en Londen, blijft aarzelen met het wetsontwerp dat ze al zo lang heeft aangekondigd”, zegt volksvertegenwoordiger Tony Van Parys.

Die zegt de regering met dit wetsvoorstel “een zweepslag” te willen geven. “Het is ongehoord dat de inlichtingendienst nog niet beschikt over het meest elementaire instrument om inlichtingen te verzamelen en hiervoor dus nog steeds een beroep moet doen op buitenlandse geheime diensten.”

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk een initiatief aangekondigd om telefoontap, zowel door de militaire inlichtingendienst Adiv als door de Staatsveiligheid, wettelijk te regelen. De aarzeling van Onkelinx valt volgens Van Parys te verklaren door interne weerstanden binnen de PS.

Volgens insiders is de blokkering echter vooral te wijten aan de houding van de federale politie, de enige dienst die momenteel telefoongesprekken mag afluisteren in ons land. Een maand geleden kondigde minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) aan dat hij de politie nog meer armslag wil geven door in het kader van terrorismebestrijding ook proactieve telefoontap toe te staan, dus vooraleer er strafbare feiten zijn gepleegd.

Dat lijkt erop te wijzen dat de federale politie haar eigen inlichtingendienst wil uitbouwen en rechtstreeks in concurrentie wil gaan met de Staatsveiligheid.

Het wetsvoorstel van CD&V voorziet de mogelijkheid van telefoontap “wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat de activiteit van degene waarop het inwinnen van de inlichtingen betrekking heeft een ernstige bedreiging vormt voor de binnenlandse veiligheid van de Staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de buitenlandse veiligheid van de Staat en de internationale betrekkingen, of het wetenschappelijk en economisch potentieel van het land”.

Om misbruiken te voorkomen moet elke afluisteroperatie goedgekeurd worden door een commissie bestaande uit de voorzitter van de Kamer, de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de voorzitter van het Arbitragehof. Over het Comité I, dat in opdracht van het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, rept de tekst met geen woord.

“Mijnheer Van Parys is nogal ongeduldig”, reageert de woordvoerster van minister Onkelinx. “Alle ideeën en initiatieven zijn welkom, maar de redactie van bedoeld wetsontwerp neemt zijn tijd omdat we willen vermijden dat het Arbitragehof bezwaren zou maken.”

Van Parys vindt dat er ook dringend werk gemaakt moet worden van interceptie van telefoongesprekken via het internet. Onkelinx verklaarde onlangs in de kamercommissie Justitie dat dergelijke intercepties om technische redenen pas ten vroegste vanaf 2007 mogelijk zijn.

“Men is op Europees niveau bezig met het uitwerken van gestandardiseerde normen die het technisch mogelijk moeten maken voor de inlichtingendiensten om internettelefonie af te luisteren”, preciseert de woordvoerster van minister Onkelinx.

Bron » De Morgen