Ex-rijkswachter Bouhouche werd genoemd in dossier Bende van Nijvel

Madani Bouhouche is eind november vorig jaar gestorven in zijn afgelegen boerderij in de Franse Pyreneeën vlakbij Foix. Een buurvrouw die een dorpje verderop woont, vond daar op 22 november bij toeval zijn lichaam onder een boom. Met de dood van Bouhouche lijkt tot nader order niets verdachts aan de hand.

“Hij stierf toen hij bezig was een boom om te zagen met een kettingzaag. Toen een groot stuk hout plotseling met grote kracht van de boom afsprong, werd Bouhouche letterlijk onthoofd”, zegt Eddy Vos van de Cel Waals Brabant, de speurderscel die nog altijd de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoekt.

Bouhouche werd ondertussen in alle stilte gecremeerd in het bijzijn van een paar familieleden. Zijn asse werd verstrooid in de Pyreneeën. Het duurde tot vlak voor kerstmis voor het Belgische gerecht te weten kwam dat Bouhouche dood was. Per toeval, bij het doorpluizen van het rijksregister.

De eenzame dood van Madani Bouhouche staat in schril contrast met de belangstelling die hij kreeg toen hij nog leefde. Samen met zijn onafscheidelijke kompaan en ook ex-rijkswachter Robert ‘Bob’ Beijer, werd hij verdacht in een aantal van de meest spraakmakende misdaaddossiers uit de jaren tachtig.

Politiemensen die Madani Bouhouche gekend hebben als collega in de jaren tachtig of die hem ondervroegen tijdens een van de vele onderzoeken tegen hem, noemen hem “een man zonder geweten. Hard als marmer. Een kei die nooit al zijn geheimen prijsgaf”. Bouhouche en Beijer, de twee B’s, stonden in 1994 terecht voor een lange reeks misdaden gepleegd tussen 1981 en 1989. Maar ook op zijn proces liet Bouhouche het achterste van zijn tong niet of nauwelijks zien.

Toch bevond de jury hem schuldig aan heling van enkele wapens die in 1982 gestolen werden bij het toenmalige Special Interventie Eskadron (SIE) van de rijkswacht. Hij werd ook veroordeeld wegens doodslag op de Libanese diamantair Ali Suleiman in Antwerpen op 2 september 1989. De diamantair kwam om het leven bij een uit de hand gelopen discussie op zijn kantoor met het duo Bouhouche-Beijer, toen amateur privé-detectives. Over het waarom van hun expeditie naar Antwerpen hielden de twee B’s de kiezen altijd op elkaar.

Ze bleven ook altijd ontkennen dat zij iets te maken hadden met de verdwijning van Francis Zwarts, de bewakingsagent bij Sabena die in 1982 verdween met de lading goud en waardepapieren die hij vervoerde. Het lichaam is altijd spoorloos gebleven, tot grote wanhoop van de moeder van Francis Zwarts. Voor al die misdrijven werd Bouhouche in januari 1995 door het hof van assisen in Brussel veroordeeld tot twintig jaar. Beijer kwam er met veertien jaar cel vanaf.

Van een aantal andere veelbesproken misdrijven werd Bouhouche vrijgesproken. Zo ging hij vrijuit voor de moord op Juan Mendez, ingenieur bij wapenfabrikant FN in Herstal, op 7 januari 1986. Hij werd ook vrijgesproken van de aanslag op rijkswachtmajoor Herman Vernaillen en op een voertuig van de BOB, in oktober 1981.

De naam Bouhouche zal echter vooral verbonden blijven met de misdrijven waar hij niet voor terechtstond. Het regende tijdens de jaren tachtig en negentig geruchten dat Bouhouche en zijn kompaan Robert Beijer meer wisten over de misdaden van de Bende van Nijvel. Bij die aanslagen vielen 28 doden.

In die theorie zou de extreem-rechtse ex-rijkswachter Madani Bouhouche – en extreem-rechts was hij – er met blind geweld in de Belgische warenhuizen vooral op uit zijn geweest de Belgische staat te destabiliseren. Bewijzen over de betrokkenheid van de twee B’s bij de misdaden van de Bende zijn er echter nooit gekomen. Integendeel. Bouhouche raakte door een test met de leugendetector. Ook een vergelijking met DNA leverde niets op.

Eind september 2000 kwam Bouhouche vrij onder voorwaarden nadat hij, voorhechtenis inbegrepen, 11 jaar van zijn straf had uitgezeten. Bouhouche sloot zich af van de wereld en ging een kluizenaarsbestaan leiden hoog in de bergen. Hij verhuisde haast meteen na zijn vrijlating met zijn toenmalige vriendin naar de Franse Pyreneeën. Ze woonden er in een afgelegen, eenvoudige boerderij in de buurt van het stadje Foix. Bouhouche kweekte er geiten, honden en maakte kaas. De laatste jaren leefde er hij alleen.

Speurders en magistraten van de Cel Waals Brabant die nog altijd de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken, reisden zondag af naar Frankrijk. Ze willen er de komende dagen de boerderij van Bouhouche doorzoeken. “Op zoek naar alles wat ook maar bruikbaar zou kunnen zijn voor het Bende-onderzoek”, zegt speurder Eddy Vos.

“Wapens, documenten noem maar op. En we zullen heel grondig te werk gaan, want Bouhouche had de naam dat hij alles heel goed kon verbergen.” Zo vragen de Belgische speurders aan de brandweer om de waterput grondig te doorzoeken. De Bende-speurders geven grif toe dat ook zij nooit harde elementen gevonden hebben die Bouhouche aan de misdrijven van de Bende linkten.

Bron » De Standaard