Eind januari verschijnt boek over Michel Nihoul

Begin volgend jaar verschijnt een boek over Michel Nihoul. Op het proces-Dutroux in juni 2004 werd Nihoul veroordeeld tot 5 jaar cel wegens deelname aan een bende betrokken bij drugstrafiek, autohandel, handel in identiteitsdocumenten of mensenhandel. Hij werd vrijgesproken van de feiten die verband houden met de kinderontvoeringen. Op 28 april werd de ex-zakenman voorwaardelijk vrijgelaten uit Sint-Gillis.

Op aanraden van zijn advocaat, Frédéric Clement de Clety, werkt Michel Nihoul voor het boek samen met een journalist, “om het werk meer geloofwaardig te maken. Anders had ik om het even wat kunnen schrijven en verklaren”, merkt Nihoul op. Het boek is in volle redactie. Het wordt uiteindelijk de pennevrucht van de journalisten Georges Huercano Hidalgo en Catherine Lorsignol. Nihoul heeft er zich toe verbonden, zonder omwegen en zonder censuur, te antwoorden op alle vragen die de twee journalisten hem stellen. “Ze werken zoals een onderzoeksrechter.

Ik weiger geen enkel antwoord”, aldus nog Nihoul. Naast dit interview voegen de journalisten commentaar toe aan de persoonlijke research die ze hebben uitgevoerd. “Dat wordt gepubliceerd, ook als deze bevindingen in tegenspraak zijn met mijn verklaringen. We verbergen niets: alles zal gezegd worden”, besluit Nihoul. Het boek verschijnt eind januari 2007 bij Editions Luc Pire en wordt gevolgd door een tweede boek, ditmaal volledig van de hand van Michel Nihoul. Het tweede boek zal gewijd zijn aan de “wilde nachten” van Nihoul.

Bron » Het Laatste Nieuws

Voor de veiligheid van de staat, bel Alain Winants

Onze Staatsveiligheid heeft een nieuwe baas. De naam die nu door terroristen en ander staatsgevaarlijk gespuis moet worden gevreesd, luidt Alain Winants. Zijn eerste opgave is de geloofwaardigheid van de Staatsveiligheid te herstellen. Hij moet het geklungel van zijn voorgangers, met Koen Dassen als laatste in de rij, doen vergeten.

De keuze van minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) om de Brusselse magistraat Alain Winants voor te dragen als nieuwe administrateur-generaal van de Staatsveiligheid valt bij vele waarnemers in goede aarde. ‘Hij is de geknipte man om de door affaires en schandalen geplaagde inlichtingendienst weer op het goede spoor te zetten’, menen vriend en vijand.

Verstandig, rechtlijnig, collegiaal, een correcte vent, een knappe jurist en een goede magistraat, beschikt over een fijn gevoel voor humor. Zo wordt Winants getypeerd door collega’s en vrienden. Meestal voegen ze er in één adem aan toe dat hij echter ook weinig communicatief is, stug in de omgang, op het eerste gezicht introvert, afstandelijk, enigszins geheimzinnig en weinig joviaal in de omgang lijkt te zijn. “Hij heeft de nodige gestrengheid”, weet een collega-magistraat. “Hij kan zeer kordaat zijn, maar neemt altijd pas een beslissing na overleg.”

Winants (53) is afkomstig uit Tongeren, de Limburgse thuisbasis van VLD-minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael, en gaat door het leven met een blauw etiket. Hij is een telg van een Franstalige bourgeoisfamilie en staat bekend als perfect tweetalig. “Geen soepele jongen”, vertelt een andere bron.

“Niet het type dat je spontaan op de schouder slaat. Eerder het genre magistraat van de oude school, die zich een tikkeltje verheven voelt boven de rest van de mensheid. Winants is in elk geval een totaal andere figuur dan zijn voorganger Koen Dassen. Winants is hoegenaamd niet impulsief, panikeert niet in stresssituaties en zal er niet gemakkelijk iets ondoordacht uitflappen.”

De toekomstige nieuwe topman van de Staatsveiligheid studeerde rechten en criminologie aan de VUB en begon zijn loopbaan als gerechtelijk stagiair bij het Antwerpse parket. Daarna werd hij substituut bij het parket van Brussel en sinds 1994 werkt hij bij het Brusselse parket-generaal, eerst als substituut, momenteel als advocaat-generaal. Daar kwam hij terecht in de slipstream van André Vandoren, de huidige voorzitter van het Comité P, en andere jonge magistraten die zich toelegden op de strijd tegen het grote banditisme.

De afgelopen jaren maakte Winants vooral naam als openbaar aanklager in talrijke assisenzaken, tegen de Brusselse hoofdcommissaris Frans Reyniers of tegen Andras Pandy bijvoorbeeld, en een paar grote politiek geladen processen, zoals zaken tegen aanstokers van de genocide in Rwanda en tegen de vzw’s van het Vlaams Blok.

Als advocaat-generaal was Winants bevoegd voor dossiers van groot banditisme, georganiseerde criminaliteit en terrorisme. Hij was ook de nationale bijstandsmagistraat en hoofdcoördinator van het expertisenetwerk financiële criminaliteit van het openbaar ministerie.

Voorts was hij verantwoordelijk voor internationale rechtsbijstand, zeg maar de grensoverschrijdende samenwerking tussen het gerecht in verschillende landen en voor problemen inzake bijvoorbeeld internationale aanhoudingsmandaten. “Zijn bevoegdheden op het parket-generaal bewijzen dat hij over de juiste knowhow beschikt om topman van de Staatsveiligheid te worden”, zegt een topman van het Brusselse gerechtelijke apparaat. Winants is ook als assistent verbonden aan de vakgroep strafrecht en strafprocesrecht van de VUB.

“Winants staat voor een enorme uitdaging”, stelt een vriend van de magistraat. “Hij komt bij de Staatsveiligheid terecht in een wespennest. Hopelijk zal hij voldoende armslag en politieke steun, over de partijgrenzen heen, krijgen om de dienst uit te kuisen. Sinds het vertrek van Albert Raes, de laatste legendarische grote baas van de Staatsveiligheid, heeft niemand het langer dan vijf jaar in die functie uitgehouden.”

“Het gevolg is dat de dienst al twintig jaar ongecontroleerd functioneert. De politie beschikt inmiddels over een deontologische code en andere controlemechanismen. Voor de inlichtingendiensten zijn die instrumenten nog niet voorhanden. Als er bepaalde figuren binnen de Staatsveiligheid tegendraads zijn en de toekomst van de dienst in gevaar brengen, moet de nieuwe chef in staat zijn om dergelijke mensen uit de dienst te verwijderen. Het belangrijkste is dat de geloofwaardigheid van de Staatsveiligheid op Europees niveau wordt hersteld.”

Bron » De Morgen

Alain Winants wordt nieuwe chef Staatsveiligheid

Minister van Justitie Laurette Onkelinx heeft de kandidatuur van Alain Winants voor de functie van administrateur-generaal van de Staatsveiligheid voorgedragen. De kandidatuur van de advocaat-generaal bij het hof van beroep van Brussel is vrijdag al door het ministerieel comité voor inlichtingen en veiligheid goedgekeurd.

Het veiligheidsonderzoek kan nog een tweetal weken duren. Daarna kan de kandidatuur aan de koning worden voorgelegd. Winants was de laatste in de running na een strenge selectie van de kandidaten, benadrukte de justitieminister. Onkelinx betreurde dat het nieuws gelekt was, want het gaat om “een erg gevoelig domein”.

Winants is de nationale bijstandsmagistraat inzake financiële criminaliteit. Hij superviseert ook de divisies terrorisme en groot-banditisme van het Brusselse parket. Hij is onder andere bekend van het proces tegen de vzw’s van het Vlaams Blok en trad ook op als openbaar aanklager in de twee processen over de volkerenmoord in Rwanda en in het proces tegen Andras Pandy.

Winants studeerde in de jaren zeventig aan de VUB af als criminoloog en is perfect tweetalig. Hij is net als zijn voorganger Koen Dassen van blauwe signatuur.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid mag binnenkort afluisteren

Ook Belgische inlichtingendiensten mogen binnenkort bijzondere opsporingsmethodes gebruiken. Het Ministerieel comité voor Inlichtingen en Veiligheid heeft een wetsontwerp goedgekeurd dat de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV de mogelijkheid geeft bijzondere opsporingsmethodes (BOM) te gebruiken.

Dat betekent niet alleen het aftappen van telefoonverkeer en andere communicatie, maar ook infiltratie met undercoveragenten, het opzetten van dekmantelfirma’s, inkijk- en afluisteroperaties in woningen zonder dat de bewoners daar weet van hebben, controle van bankverrichtingen en het binnendringen in informaticasystemen.

Terwijl de federale politie en vrijwel alle buitenlandse inlichtingendiensten al enige tijd gebruik mogen maken van bijzondere opsporingsmethodes, mag de Staatsveiligheid dat nog altijd niet. De militaire geheime dienst beschikt wel al over afluistermogelijkheden, maar dan enkel in het kader van buitenlandse militaire opdrachten om de eigen troepen of geallieerden te beschermen.

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) had in het begin van de legislatuur een wettelijk initiatief aangekondigd om de inlichtingendiensten meer armslag te geven. “In vergelijking met de buitenlandse diensten begon onze Staatsveiligheid een beetje op een verwaarloosd kind te lijken”, stelde minister Onkelinx. In het kader van de strijd tegen het terrorisme oordeelt de minister dat het zo niet verder kan.

Om eventuele misbruiken te voorkomen bouwt de regering een reeks waarborgen in. Zo moet elke toepassing van de BOM eerst de goedkeuring krijgen van een speciale commissie, bestaande uit drie magistraten, die werkt onder het gezag van de ministers van Justitie en Landsverdediging.

De nieuwe technieken kunnen enkel worden gebruikt als er “ernstige bedreigingen zijn voor de inwendige veiligheid van de staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de uitwendige veiligheid van de staat en de internationale betrekkingen, het wetenschappelijk en economisch potentieel” en indien die bedreigingen te maken hebben met spionage, terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke sektes of criminele organisaties. De geheime diensten moeten rekening houden met het beroepsgeheim van advocaten en geneesheren en het bronnengeheim van journalisten.

Bron » De Morgen

Legerkringen al eerder in verband gebracht met extreem-rechts

Het leger wordt niet voor het eerst in verband gebracht met pogingen de staat te ondermijnen. In de zomer van 1983 kwam bij een huiszoeking na een ernstig straatincident aan het licht dat militairen in het hoofdkwartier van de NAVO in Evere geheime documenten hadden ontvreemd. De militairen bleken ook lid van de organisatie Westland New Post, een extreem-rechtse paramilitaire organisatie. Bij huiszoekingen treffen de speurders ook decodeermachines aan uit het NAVO-hoofdkwartier.

De daders van de diefstallen zegden later dat ze wilden aantonen dat de NAVO een kaas is met gaten en dat de Sovjets zonder moeite aan vertrouwelijke informatie konden geraken. Toen Westland New Post verder werd doorgelicht, bleken ook leden van de Staatsveiligheid lid van de organisatie. Zij beweerden evenwel dat het in opdracht was.

Westland New Post heeft niet alleen meerdere moorden op zijn geweten, er was ook de verdachte zelfmoord van de leider, Paul Latinus. De organisatie werd in 1985 ook in verband gebracht met de Bende van Nijvel. Bij een van de aangehouden leiders van de privé-militie ontdekte de rijkswacht immers een kogelvrij vest, dat hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van een van de moordende overvallen die de bende pleegde.

De Bende van Nijvel terroriseerde halfweg de jaren tachtig het land met moordende raids op warenhuizen, maar de speurders slaagden er niet in ze te ontmaskeren. Duidelijk is wel dat de gangsters een klimaat van grote onrust zaaiden. Zonder het hard te kunnen maken, werd in die periode de naam van de gewezen BOB’er Madani Bouhouche gelinkt aan de Bende.

Bouhouche, vorig jaar overleden in Zuid-Frankrijk, werd ook verdacht van een aanslag op de directeur van de wapenfabriek FN, Juan Mendez, en van andere aanslagen. Het is de tijd dat ook de rijkswacht, die op dat ogenblik nog onder Landsverdediging viel, regelmatig in verband werd gebracht met pogingen om het land te ondermijnen.

De politiek bleef in het spel niet buiten beeld. Met name de PSC zat in een verdacht schuitje. Binnen de partij had minister Paul Vanden Boeynants de ‘studiedienst’ CEPIC opgericht, een extreem-rechtse vleugel, die vaak als aanstoker wordt gezien. In 1973 maakte die CEPIC volgens een oud-lid van het Speciaal Interventie-eskadron (SIE) van de rijkswacht zelfs deel uit van een complot om samen met de elite van de rijkswacht en militairen een heuse Belgische staatsgreep te plegen, naar het voorbeeld van de Griekse kolonels.