Eerste opdracht nieuwe topman Staatsveiligheid: lekken dichten

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) stelde gisteren op een persconferentie Alain Winants voor als administrateur-generaal van de Staatsveiligheid en opvolger van Koen Dassen, die begin dit jaar ontslag moest nemen.

De nieuwe topman van de geheime dienst heeft alvast één prioritaire opdracht: het aangetaste imago van de Staatsveiligheid opkrikken en ervoor zorgen dat er geen vertrouwelijke informatie over de dienst naar de media lekt.

De agenten van de Staatsveiligheid moeten zich er opnieuw bewust van worden dat informatie van de dienst per definitie delicaat is en ook zo moet worden behandeld. Er moeten duidelijke afspraken komen over de parlementaire controle op de inlichtingendienst door het Comité I en de parlementaire begeleidingscommissie. Dat zijn de prioriteiten die Winants na zijn aanstelling naar voor schuift.

“Het is duidelijk dat de Staatsveiligheid uit een woelige periode komt en dat heeft een nadelig effect gehad op de motivatie van het personeel en het imago van de dienst, zowel op Belgisch niveau als internationaal”, stelt Winants. “Eén van de prioriteiten is het vertrouwen te herstellen en het imago op te vijzelen, zodat ons land kan beschikken over een Staatsveiligheid die tot de elite kan worden gerekend.”

De nieuwe chef meent “dat buitenlandse mogendheden misschien de indruk kunnen hebben dat informatie in ons land allesbehalve confidentieel is als er informatie van binnen de Staatsveiligheid door bepaalde omstandigheden daags nadien terug te vinden is in de pers of op andere plaatsen waar die niet thuishoort”.

Minister Onkelinx pakt uit met een herstelplan dat de Staatsveiligheid uit de huidige malaise moet halen. Zo worden er volgend jaar 106 bijkomende agenten aangeworven en verhoogt het budget van de dienst met 26 procent. Het personeel van de geheime dienst kan rekenen op een nieuw statuut en een salarisverhoging van 7,5 tot 30 procent, in functie van graad en anciënniteit.

Het directiecomité van de dienst krijgt een reglementaire basis en bovendien wordt het leidinggevende team versterkt met een ondersteuningscel, bestaande uit vier experts inzake internationale betrekkingen, management, operationele strategie en administratief recht. Zoals bekend werkt Onkelinx ook aan een wetsontwerp dat de Staatsveiligheid toelaat om bijzondere opsporingsmethodes te gebruiken, zoals telefoontap en andere spionagetechnieken, en dat tegelijkertijd de als te hinderlijk bevonden parlementaire controle vrijwel uitschakelt.

“Ik kan best leven met parlementaire controle”, zegt Winants, “maar die mag niet de bedoeling hebben om de Staatsveiligheid voortdurend in vraag te stellen of af te breken. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden met het Comité I en de begeleidingscommissie, zodat hun werk zich beperkt tot controle op de werking en de legaliteit ervan, en niet op de opportuniteit van de handelswijze van de dienst.”

Winants (53) is een ervaren magistraat met een onberispelijke reputatie. Hij is afkomstig uit Tongeren en heeft een VLD-etiket. Het selectiecomité dat hem uitkoos, meent dat Winants beschikt over de nodige managementcapaciteiten, zin voor organisatie en een groot gevoel voor verantwoordelijkheid. Hij zou resultaatgericht en zeer stressbestendig zijn. De nieuwe chef begint volgende week en is benoemd voor een periode van vijf jaar.

Bron » De Morgen

Ex-topman staatsveiligheid Dassen pleit voor Belgische CIA

Koen Dassen, de voormalige administrateur-generaal van de staatsveiligheid, droomt van een Belgische inlichtingendienst die in het buitenland kan opereren, naar het voorbeeld van de Amerikaanse CIA.

Dassen stelt voor om diplomaten in te schakelen in een nieuwe inlichtingendienst, een Diplomatic Intelligence Unit (DIU). Die zou niet alleen over terrorisme informatie verzamelen maar ook over andere onderwerpen. De DIU zou ook op een structurele manier moeten samenwerken met de staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV.

Begin dit jaar moest Koen Dassen ontslag nemen als topman van de staatsveiligheid en sindsdien werkt hij op het kabinet van VLD-minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht. Na een maandenlange stilte liet Dassen gisteren weer van zich horen. Hij was aan de zijde van minister De Gucht aanwezig op een congres over het thema ‘Geheime diensten in België, de VS en over de wereld’ in het Brusselse Egmontpaleis.

Zelf nam Dassen daar niet het woord, wel schreef hij een opmerkelijke bijdrage in het congresboek. Onder de titel ‘Diplomatie en inlichtingendiensten: water en vuur of bondgenoten?’ ontwikkelt Dassen een pleidooi voor een hechtere samenwerking tussen onze geheime diensten en ons diplomatiek korps.

Wettelijk mag alleen de militaire inlichtingendienst in het buitenland opereren, en dit uitsluitend in het kader van buitenlandse militaire missies. Toch begint ook de staatsveiligheid zich meer en meer op het terrein van buitenlandse zaken te bewegen, zo stelt Dassen vast.

“Sinds 2003 werd binnen de staatsveiligheid de visie ontwikkeld dat er meer aandacht moet zijn voor het buitenland”, schrijft hij, “teneinde op een efficiënte wijze fenomenen te volgen die een bedreiging zouden kunnen betekenen voor de Belgische nationale en internationale belangen. Het idee werd geformuleerd om voor drie regio’s in de wereld een verantwoordelijke operationele officier aan te duiden die in de belangrijkste landen van ieder van die regio’s regelmatig ter plaatse contacten zou leggen. De concretisering van deze gedachte is echter nog niet kunnen gebeuren.”

Volgens Dassen is het noodzakelijk om “de inspanningen die thans binnen de FOD Buitenlandse Zaken thematisch gebeuren rond de problematiek van terrorisme, uit te breiden naar verschillende andere prioriteiten van het beleid van de regering en ter ondersteuning van het eigen beleid van Buitenlandse Zaken”.

De analyses die momenteel door diplomaten in het buitenland worden gemaakt, moeten volgens Dassen worden samengebracht in een Diplomatic Intelligence Unit (DIU), die alle informatie over landen en verschillende beleidsdomeinen onderwerpt aan een verdere denkoefening. “Het moet gaan om een analysedienst die de eigen diplomatieke informatie toetst aan een grondige academische kennis en vooral ook aan ervaring over landen en thema’s, aan open bronnen, aan analyse- en intelligencerapporten van andere instanties.”

De DIU zou ook actief op zoek moeten gaan naar bepaalde informatie. Dit alles moet uitmonden in rapporten en assessments ten behoeve van de minister, het directiecomité, de eigen diensten en diplomatieke posten en het ministerieel comité voor inlichting en veiligheid.

“Daarnaast moet deze dienst ertoe bijdragen dat de inspanningen van andere diensten die informatie verzamelen in de lijn liggen met de prioriteiten die werden uitgezet voor het buitenlands beleid”, meent Dassen. “Door het een intelligence-unit te noemen, wordt het ook duidelijk wat er met de informatie daadwerkelijk wordt gedaan en wie de natuurlijke gesprekspartners zijn van de DIU”, stelt hij. Dassen beseft wel dat dit initiatief er tijdens deze legislatuur niet meer zal komen.

Bron » De Morgen

Wapenbezitters blijven doof voor nieuwe wet

Tienduizenden mensen dreigen binnenkort illegaal wapenbezitter te zijn. Ze moeten zich vóór 9 december laten registreren, maar amper enkele honderden hebben dat ondertussen al gedaan.

“Wij hebben het druk, maar we zouden het superdruk moeten hebben.” Dat zegt Edwin De Baene, attachee wapenvergunningen van Oost-Vlaanderen. Alle mensen die een wapen in huis hebben, moeten hun wapen volgens de nieuwe wapenwet vóór 9 december dit jaar laten registreren en een nieuwe wapenvergunning aanvragen. “Oost-Vlaanderen telt 50.000 geregistreerde wapens, toch zijn er nog maar enkele honderden die een nieuwe vergunning hebben aangevraagd”, zegt De Baene. “Maar dat verwondert mij niet want de jacht- en sportschuttersverenigingen raden hun leden aan om dat nog niet te doen.”

Luc Brees, secretaris-generaal van het Koninklijk Verbond van Belgische Schuttersverenigingen, bevestigt dat. “Omdat de nieuwe wapenwet één chaos is. Niemand weet hoe de vork precies in de steel zit.”

Het wetsontwerp van de nieuwe wapenwet werd in de kamercommissie Justitie ingediend net toen Hans Van Themsche de racistische moorden pleegde. In enkele dagen tijd werd daardoor de nieuwe wapenwet goedgekeurd. Op 8 juni werd hij gepubliceerd in het Staatsblad. Wapenbezitters kregen 6 maanden de tijd om zich in regel te stellen. Maar uitvoeringsbesluiten zijn er nog altijd niet. Wel een rondzendbrief voor de gouverneurs die nu de vergunningen moeten afleveren, maar die is op sommige punten in strijd met de wet en verwijst voor andere punten naar KB’s die er ook nog niet zijn.

“Iedereen is in snelheid gepakt”, zegt Brees. “We weten niet hoeveel belastingen we per wapen moeten betalen. Dat wordt pas in de programmawet eind dit jaar bepaald. Sommige gouverneurs stellen veel meer vragen dan andere, de ene is dus coulanter dan de andere. Je moet een theoretisch en een praktisch examen afleggen, maar wat dat examen moet inhouden is ook niet bekend. En het is onduidelijk of en hoe je in beroep kunt gaan bij een weigering.”

De Baene ontkent de meeste lacunes niet, maar volgens hem biedt de wet toch wel voldoende zekerheid om de dossiers te behandelen. “Tot 1 oktober zaten we met veel te weinig personeel maar daar is iets aan gedaan. In Oost-Vlaanderen hebben we 29 politiezones en één heeft een 30-tal vragen opgesteld voor het theoretisch examen. Brussel heeft verklaard dat die vragen bruikbaar zijn tot het zelf vragen heeft opgesteld. Alle politiezones van Oost-Vlaanderen hebben die nu gekregen. En de vergunning wordt afgeleverd onder voorbehoud dat er later belastingen voor moeten worden betaald.”

Sportschutters zouden kunnen genieten van een soepele behandeling: medisch attest en examens zouden voor hen niet nodig zijn. Maar voor die groep moet Vlaams minister van Sport Bert Anciaux (Spirit) een decreet maken en dat is er nog niet. Daardoor moeten ook sportschutters de strenge behandeling ondergaan.

“De grote regularisatiegolf zal pas in november volgen… of niet”, zegt Brees. “En dan zijn alle wapenbezitters strafbaar. De boetes lopen op tot 25.000 euro en vijf jaar cel. Op deze manier zal de wet alleen maar het illegale bezit en handel bevorderen.” De gouverneurs zijn er voorstander van om de datum van 9 december te verschuiven, maar minister Laurette Onkelinx van Justitie (PS) wil daar niet van weten.

Bron » De Standaard

De Witte Mars is exact tien jaar geleden

Op zondag 20 oktober 1996 trokken 300.000 Belgen door de straten van de hoofdstad om alle vermoorde en verdwenen kinderen te herdenken en om te protesteren tegen de gebrekkige werking van politie en gerecht. Het werd de grootste naoorlogse manifestatie in ons land. De betogers trokken door de straten om alle verdwenen en vermoorde kinderen te herdenken. In de nasleep van de zaak-Dutroux waren de betogers verontwaardigd over de gebrekkige werking van gerecht en politie.

Het publieke ongenoegen leidde tot de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie. Tien jaar later is de politie eengemaakt en efficiënter. Dat blijkt onder meer uit het onderzoek deze zomer naar de verdwenen meisjes in Luik. De hervorming van Justitie gaat trager. Slachtoffers hebben intussen meer rechten gekregen, maar het gerecht zelf werkt nog vaak traag en de gevraagde openheid is nog niet algemeen.

Bron » VRT Nieuws

Lizin verdedigt toezicht op inlichtingendiensten

Senaatsvoorzitster Anne-Marie Lizin (PS) waarschuwt voor het uithollen van de autonomie van het parlementair toezichtsorgaan op de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst.

Het Comité I, dat namens het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, dreigt volgens Lizin het slachtoffer te worden van zijn eigen succes.

Lizin wijst op het vele werk dat de parlementaire begeleidingscommissie, waaraan het Comité I rapporteert, het afgelopen jaar heeft verzet. “Het volstaat te herinneren aan de toezichtsonderzoeken in de zaak-Erdal, de uitvoer door EPSI van een isostatische pers en het dossier van de CIA-vluchten om het belang te benadrukken van het parlementair toezicht op onze inlichtingendiensten”, verklaarde Lizin dinsdag bij de openining van het parlementaire jaar.

“In zekere zin dreigt het Comité I slachtoffer te worden van zijn eigen succes. Steeds meer gaan er geruchten dat men de autonomie van het parlementair toezichtsorgaan wil uithollen. Dit betekent dat men ook de mate waarin het parlement toezicht kan uitoefenen op het functioneren van de uitvoerende macht aan banden wil leggen.”

Lizin maakt allusie op het wetsontwerp van haar partijgenoten justitieminister Laurette Onkelinx en defensieminister André Flahaut, dat voorziet om de controle op de inlichtingendiensten grondig te hervormen en het toezicht van het parlement naar de regering over te dragen.

Terwijl de Belgische regering de controle op de geheime diensten wil afschaffen, wil de Europese Commissie en de Raad van Europa juist meer wettelijke controle op deze diensten. “De praktijken die de CIA-affaire aan het licht brachten, mogen zich niet meer herhalen”, verklaarde Terry Davis, de secretaris-generaal van de Raad op een persconferentie.

“Vooral de activiteiten van ‘bevriende’ buitenlandse inlichtingendiensten moeten beter worden gecontroleerd. Immuniteit leidt tot straffeloosheid. Mensen met diplomatieke bescherming hebben misschien misdaden begaan.” Wat de Commissie concreet zal voorstellen om het wetteloos, zoniet illegaal opereren van veiligheidsdiensten aan banden te leggen of te verhinderen, maakte EU-commissaris Franco Frattini niet duidelijk.

Bron » De Morgen