Onderzoeksrechter laat 6.000 haren niet onderzoeken voor Dutroux-bis

Onderzoeksrechter in Neufchâteau Jacques Langlois heeft beslist om de 6.000 haren, die zijn gevonden in de huizen van Marc Dutroux, niet te laten analyseren. Dat besluit hij in een rapport dat aan het parket-generaal in Luik is bezorgd. Zo meldt Le Soir. Het parket-generaal gaat in beroep tegen deze beslissing. De raadsman van de familie Marchal, de enige burgerlijke partij in het dossier, zegt de visie van het openbaar ministerie te volgen.

“Wij zijn zelf nog niet op de hoogte gebracht van deze beslissing maar we volgen de visie van het openbaar ministerie. Als enige burgerlijke partij in dit dossier zullen we zeker op de hoogte worden gebracht en ook nog worden gehoord”, legt advocaat Paul Quirynen uit. Het dossier-bis werd net na het dossier-Dutroux geopend op 22 oktober 2001 voor zaken die niet berecht zouden worden door het hof van assisen van Aarlen.

Michel Bourlet, de procureur des konings van Neufchâteau, pleitte ervoor dat er onderzoek verricht zou worden, vooral wat de analyse van de verzamelde haren (slechts een deel werd onderzocht) en microsporen bij Marc Dutroux betreft. Jacques Langlois, de onderzoeksrechter van Neufchâteau, meende daarentegen dat het dossier definitief gesloten moest worden.

Op 23 november 2004 beval de Luikse kamer van inbeschuldigingstelling het onderzoek in het dossier bis af te ronden en vroeg ze Langlois het dossier over te dragen aan het parket zodat het zijn vorderingen kon opstellen. Bourlet kon vragen om de buitenvervolgingstelling of bijkomende onderzoeksdaden eisen van de onderzoeksrechter. Hij koos er echter voor een andere weg te volgen: hij stuurde in juni 2005 namelijk een rapport naar het Luikse parket-generaal waarin hij verdere analyses beval.

Bourlet stelde samen met procureur-generaal Visart de Bocarmé en advocaat-generaal Andries een beperkte lijst op met onderzoeksdaden die nog uitgevoerd moeten worden. Vervolgens maakten ze eind september 2005 hun vorderingen over aan Langlois. Langlois kon de vorderingen goedkeuren en de opdracht geven ze uit te voeren. Hij kon ze echter ook weigeren en dan is het aan het openbaar ministerie om beroep aan te tekenen bij de kamer van inbeschuldigingstelling, die zich al uitsprak voor de sluiting van het dossier.

Bron » De Morgen