Stillaert is officieel een wapenhandelaar

De wapenwet had ook gevolgen voor het legermuseum. Stillaert werd overstelpt met wapens van alle slag en kaliber zodat een regularisatie zich opdrong. “Tientallen wapenbezitters brachten vaak speciale wapens naar het museum, liever dan naar de politie te stappen om ze te laten vernietigen. Zelf kreeg ik een erkenning als koper en verkoper van oorlogswapens”, wil Stillaert kwijt.

Het bezit van deze vaak zware wapens in het museum werd nog maar gedeeltelijk geregulariseerd. “Van elk wapen heb ik een individuele steekkaart zodat ik steeds kan zien wie de eigenaar was. Ik weiger nochtans pertinent de namen van de eigenaars bekend te maken. Een delegatie van de provincie en de politie bracht een bezoek aan het museum en registreerde alle wapens na ze ingedeeld te hebben als oorlogswapen of niet. Dat liep niet altijd van een leien dakje.”

“Van sommige wapens had ik slechts negen stuks in mijn verzameling terwijl de verzamelaar geacht wordt er minstens tien te hebben. De administratie bracht alles grotendeels in orde. Sterk is wel dat ik een vergunning kreeg als in- en verkoper van oorlogswapens hoewel dat nooit mijn bedoeling was”, aldus Freddy Stillaert.

Bron » De Standaard

Reactie’s op overlijden Walter De Bock

Yves Desmet: Walter

Met verslagenheid heeft de redactie van De Morgen kennis genomen van een van haar monumenten. Walter De Bock is niet meer. Walter was een van de eerste en beste onderzoeksjournalisten die Vlaanderen gekend heeft, de man die het genre samen met enkele generatiegenoten introduceerde in een Vlaamse pers die tot dan vooral in het teken stond van haar broodheren en minder in dat van onafhankelijke journalistiek.

De dossiers waarin hij met zijn stukken een bepaalde rol in de actualiteit speelde, zijn te talrijk om hier op te sommen. Zijn grootste prestatie, in mijn herinnering, was zijn onderzoek naar de moord op PS-kopstuk André Cools.

In dat dossier identificeerde Walter de opdrachtgevers van de moord elf maanden na de fatale schoten en later nog eens in de inmiddels legendarische artikelenreeks De Kameradenmoord. Justitie reageerde toen door met huiszoekingen op deze redactie naarstig te speuren naar perslekken.

Jaren later was Walter voor de rechtbank in de assisenzaak-Cools een kroongetuigen. Hij had over zowat de hele lijn gelijk gekregen. Maar ook intern heeft deze krant veel aan Walter De Bock te danken. In de donkerste, woeligste en moeilijkste perioden heeft hij een belangrijke, vaak onmiskenbare rol gespeeld om het voortbestaan van deze krant veilig te stellen.

o was hij twee jaar hoofdredacteur in een periode waarin zowat niemand nog in het voortbestaan van De Morgen durfde te geloven. Walter kon niet alleen werken, hij kon ook feesten. Lang voor iemand wist wat een stand-upcomedian was, kon hij met zijn kurkdroge humor redacteurs tranen in de ogen bezorgen op café.

De laatste jaren werden die tranen een krop in de keel, bij het aanschouwen van de aftakeling die alzheimer hem aandeed en waar hij met zijn fenomenale hersenen lang en heftig tegen vocht, tot het laatst vervuld met grote levenswil. Onlangs schonk Walter zijn levenslang opgebouwde documentatie aan de KU Leuven, ongeveer 1.300 archiefdozen, of zowat 10 kubieke meter. Het is zijn intellectuele erfenis. Zijn menselijke erfenis dragen we vanaf nu mee in onze herinnering.

Paul Goossens: “Onvervangbare erfenis”

“Ik hoop dat men de essentiële en onvervangbare bijdrage van Walter De Bock aan De Morgen heeft geleverd niet vergeet. Zijn intellectuele erfenis moet in het collectieve geheugen van de redactie zitten.” Dat zegt ex-hoofdredacteur van De Morgen Paul Goossens.

“De krant heeft zeer veel te danken aan De Bock. Een paar mooie woorden volstaan niet om die schuld in te lossen. Het zou meer moeten zijn: een stichting voor onderzoeksjournalistiek, een journalistieke prijs of iets dergelijks.” Goossens kende De Bock sinds 1965, toen ze samen als studenten op de barricaden stonden voor Leuven Vlaams en de mei 68-beweging.

“Walter was zeer geëngageerd en vervulde een heel aparte rol in de contestatiebeweging. Hij kon een fantastische redenaar zijn, hij legde verbanden die anderen niet legden, zat met zijn neus in kranten en boeken en vertoonde toen al een opmerkelijke politieke alertheid. Ook als journalist was hij een geval apart en speelde hij een onvervangbare rol.”

“Hij heeft thema’s aangebracht die er echt toe doen. Journalistiek is een functie die niemand anders kan uitvoeren en die essentieel is om te weten hoe de wereld in elkaar zit. In de jaren tachtig bepaalde Walter het gezicht van De Morgen en daardoor heeft de krant ook voor een stuk haar bestaansredenen ingevuld.”

Volgens Goossens zou een journalist als De Bock in de huidige context wellicht niet meer kunnen functioneren. “De journalistiek is daar niet meer op berekend. Hij produceerde dossiers die je niet zomaar op je bord kreeg, maar die enkel mogelijk waren dankzij veel graafwerk en het leggen van contacten.”

“Nu worden journalisten afgerekend op hoeveel tekens ze per dag produceren.” De Bock was volgens Goossens ook een man “met een bewonderenswaardige moed” die machtige en gevaarlijke personages tegen zich in het harnas joeg. “Paul Vanden Boeynants en De Bock waren een obsessie voor elkaar.”

De Bock verzamelde op een fanatieke manier informatie en introduceerde een bijna wetenschappelijke aanpak van journalistiek. “Dat was zijn manier om marxist te zijn”, vertelt Goossens. “Politiek speelt zich niet af in het luchtledige.”

“Er spelen altijd bepaalde belangen en die moet je blootleggen. Walter kon eindeloos de bijlagen van het Belgisch Staatsblad uitpluizen om mandaten te vinden en uit te vissen wie wat vertegenwoordigde. Zijn levenstaak bestond erin te bewijzen dat politiek en zakenwereld geen aparte werelden zijn, wel integendeel.”

Christine Van Broeckhoven: “Zijn getuigenis was erg moedig”

De Morgen publiceerde eind 2006 een ophefmakend dubbelinterview met Walter De Bock, de alzheimerpatiënt, en Christine Van Broeckhoven, de wereldvermaarde alzheimerspecialist. “Dat was een aangrijpend interview”, herinnert Van Broeckhoven zich. “Het was een enorm intens gesprek, heel openhartig ook. Achteraf had ik het gevoel alsof ik Walter al jaren kende, terwijl ik hem toch nooit persoonlijk had gekend.”

“Dat interview is zeer belangrijk geweest voor familieleden, patiënten en iedereen die met de ziekte van Alzheimer te maken krijgt. Ik heb dat toen niet beseft en hij ook niet. Er zijn ontzettend veel reacties gekomen op dat interview. Mensen spreken me er nog altijd over aan. Veel bekende mensen die door de ziekte getroffen worden, outen zich niet. Walter heeft het taboe doorbroken. Dat was heel moedig van hem.”

Bron » De Morgen

Walter De Bock overleden

Dinsdagavond is journalist Walter De Bock in Leuven na een lang en pijnlijk ziekteproces overleden. Dat is dinsdag vernomen bij de familie. De Bock was al vele jaren een monument in de Vlaamse en Belgische journalistiek. In zowat alle duistere dossiers van de naoorlogse politiek publiceerde De Bock diepgravende en onthullende bijdragen. Niet zelden zorgden ze voor een doorbraak en grote controverses. De Bock studeerde filosofie aan de KU Leuven en was tijdens de Leuvense revolte in 1968 één van de belangrijke studentenleiders.

Reeds in zijn studententijd was De Bock een gepassioneerd krantenlezer en dossiervreter. Normaal dus dat hij in de journalistiek stapte. Zo schreef hij voor het legendarische weekblad Vrijdag. Nadien publiceerde hij in Knack en vooral in de krant De Morgen. Daar bleef hij tot 2002 actief. Hij was er ook een tweetal jaren hoofdredacteur ad-interim. Het hectische leven van de krantenjournalist en de ziekte bleken niet meer te verzoenen.

Er zijn vele duistere affaires waar De Bock zijn tanden inzette en het onderzoek op een nieuw spoor zette. Vooral de duistere kant van de Belgische politiek trok zijn aandacht. Over de bende van Nijvel, de zaak Agusta-Dassault, de wapenaankopen, de rol van Franstalig en Vlaams extreem-rechts waren de bijdragen van De Bock een absolute must. Mensen als Paul Vanden Boeynants konden De Bocks bloed drinken. Uiteraard was er de moord op André Cools.

Elf maanden na de moord identificeerde De Bock de opdrachtgevers, maar het duurde nog jaren vooraleer het gerecht, dat toen vooral in perslekken was geïnteresseerd, de zaak opklaarde. Zo werd De Bock een journalistiek instituut op zich. Als er al iets als Vlaamse onderzoeksjournalistiek bestaat, was De Bock er één van de meest prominente en invloedrijke leden van. Vorig jaar schonk De Bock zijn archief aan de KU Leuven. Het ruime archief heeft betrekking op verschillende spraakmakende dossiers uit de periode 1974-2000.

Bron » De Morgen

Rechtszaak Nihoul tegen Verwilghen gestart

Voor de rechtbank in Brugge is de rechtszaak tussen Michel Nihoul en federaal minister van Economie Marc Verwilghen ingeleid. Nihoul is een van de veroordeelden in de zaak-Dutroux. Hij voelt zich beledigd door bepaalde passages in het boek van de minister. Volgens Nihoul heeft Verwilghen hem in zijn boek “Achter de schermen van de zaak-Dutroux'” beledigd.

Verwilghen schreef dat Nihoul zonder twijfel een oplichter is. Marc Verwilghen was voorzitter van de commissie-Dutroux. Michel Nihoul was zelf niet op de zitting in Brugge aanwezig. Hij eist een schadevergoeding van 250.000 euro. De pleidooien starten volgend jaar in september.

Bron » VRT Nieuws

Nihoul daagt Verwilghen voor burgerlijke rechtbank

Michel Nihoul, die ooit beschouwd werd als de spin in het web van de zaak-Dutroux, vraagt op 19 november voor de burgerlijke rechtbank van Brugge 250.000 euro schadevergoeding van Marc Verwilghen. Nihoul verwijt Verwilghen uitspraken die de huidige minister van Economie over hem deed in zijn boek Achter de schermen van de zaak-Dutroux.

Marc Verwilghen, toen kamerlid, werd in 1997 gebombardeerd tot voorzitter van de commissie-Dutroux die de tekortkomingen van de politie en de magistratuur in het onderzoek naar de bende-Dutroux moest bloot leggen.

Vlak na de besluiten publiceerde Verwilghen een boek dat hij liet schrijven door de toenmalige Humo-journalisten Danny Ilegems en Raf Sauviller. In het boek zegt Verwilghen onder meer: “Nihoul is zonder de minste twijfel een oplichter maar hij is ook iemand die zich heeft beziggehouden met zowat alles waar geld aan te verdienen was: autohandel, drugshandel, mensenhandel, kinderhandel… Als het maar opbracht.”

In die tijd waren velen ervan overtuigd dat Marc Dutroux kinderen roofde op bestelling van Michel Nihoul die de kinderen dan ter beschikking gesteld zou hebben van ‘hooggeplaatsten’. Elders in het boek zegt Verwilghen: “We voelden tijdens onze onderzoeken naar Dutroux en Nihoul dat er meer aan de hand was geweest dan louter incompetentie en domheid. We zagen dat er dingen niet klopten. Je moest blind en doof zijn om dat niet te merken.” Daarmee suggereerde Verwilghen dat gerecht en politie Dutroux de hand boven het hoofd hadden gehouden.

Het gerechtelijk onderzoek heeft Marc Verwilghen echter ongelijk gegeven. Er werd geen spoor van bescherming gevonden. Michel Nihoul, een geboren oplichter, werd in juni 2004 voor het hof van assisen van Aarlen vrijgesproken voor de betrokkenheid bij de ontvoering van kinderen. Hij werd wel veroordeeld tot vijf jaar cel voor drugshandel. Ondertussen is hij al een tijdlang weer op vrije voeten.

Nihoul daagt Verwilghen voor de rechter voor zijn uitspraken. “Verwilghen heeft me zonder bewijzen zwart gemaakt en beschuldigd van feiten waar ik niets mee te maken had”, zegt Nihoul. “Na Verwilghen ga ik ook nog een aantal journalisten vervolgen en Regina Louf, alias getuige X1, die ook onzin heeft verteld.”

Bron » Het Nieuwsblad