Ex-CCC’er Sassoye vrijgelaten

Oud-CCC-kopstuk Bertrand Sassoye is in de namiddag vrijgelaten door onderzoeksrechter Bernardo-Mendès. De linkse activist was op 5 juni opgepakt en aangehouden in het kader van een nieuw terrorisme-onderzoek van het federaal parket, maar ontkende steeds elke betrokkenheid.

Naast Sassoye werden op 5 juni nog drie anderen opgepakt, RTBF-journaliste Wahoub Fayoumi, de Libanese vluchteling Abdallah Ibrahim Abdallah en ex-gangster Constant Hormans. Het viertal werd gearresteerd op verdenking van deelname aan de activiteiten van de Italiaanse extreem-linkse terreurgroep Partito Comunista Politico-Militare.

Toen het Italiaanse gerecht in februari 2007 een vijftiental leden van de PCPM oppakte, vonden de carabinieri bij een hoofdverdachte foto’s van Sassoye, Fayoumi, Abdallah en Hormans. Die zaten in een enveloppe die uit Zwitserland kwam en op de foto’s plakte een post-it met een aantal antropometrische gegevens van de vier, geschreven in het handschrift van Sassoye. De Italiaanse speurders verwittigden hun Belgische collega’s en het federaal parket startte een onderzoek.

Daarbij werden maandenlang de telefoongesprekken en het e-mailverkeer van de vier onderschept, tot de vier uiteindelijk op 5 juni met harde hand werden opgepakt. Vanaf hun arrestatie ontkende het viertal in alle toonaarden enige band te hebben met de PCPM of betrokken te zijn bij terroristische activiteiten. Volgens hun advocaten was het dossier van het federaal parket ook op zeer weinig concrete gegevens gebaseerd.

Een en ander leidde ertoe dat de Brusselse raadkamer al op 11 juni besliste Fayoumi, Hormans en Abdallah vrij te laten en enkel Bertrand Sassoye in de cel te laten. Het federaal parket ging daartegen nog in beroep maar de kamer van inbeschuldigingstelling bevestigde de drie vrijlatingen op 26 juni. Woensdag 23 juli verscheen Bertrand Sassoye dan opnieuw voor de raadkamer en ditmaal besliste die om ook hem vrij te laten.

Het federaal parket ging opnieuw in beroep zodat het aan de kamer van inbeschuldigingstelling was om binnen de veertien dagen uitspraak te doen. Onderzoeksrechter Berta Bernardo-Mendès heeft nu beslist niet zo lang te wachten en Sassoye zelf onder voorwaarden vrij te laten. Zo mag de man geen contact hebben met de andere verdachten in het dossier of met leden van de PCPM en moet hij verblijven op het adres waarop hij gedomicilieerd is.

Bron » De Morgen

Cassatie kort proefperiode Kapllan Murat in

Het hof van cassatie heeft de proefperiode van Kapllan Murat met tweeënhalf jaar ingekort. De ontsnappingskoning was door de strafuitvoeringsrechtbank op vrije voeten gesteld, maar die had hem een proefperiode van 7,5 jaar opgelegd. Dat was te veel in vergelijking met de straf die hij nog moest uitzitten.

De 46-jarige Murat heeft een rijk gevuld strafrechtelijk verleden, met onder meer gewapende overvallen, en liep in totaal meer dan twintig jaar celstraf op. Hij raakte evenwel vooral bekend door zijn verschillende geslaagde ontsnappingen. De meest spectaculaire daarvan was de ontsnapping uit de gevangenis van Sint-Gillis op 3 mei 1993.

Toen gijzelde hij samen met Basri Bajrami en Philippe Lacroix, beiden lid van de bende van Patrick Haemers, met pistolen en handgranaten zes cipiers, de adjunct-gevangenisdirecteur, een verpleger en een maatschappelijk werker en gebruikte hen als menselijk schild om te ontsnappen. Elf dagen later rekende de politie Murat in.

Voordien was de man al ontsnapt uit de gevangenis van Vorst en Brugge en ook nadien ontsnapte hij tweemaal aan de klauwen van de politie. Zijn laatste wapenfeit vond plaats toen hij op 16 juli 2006 niet terugkeerde na penitentiair verlof. Een dag later werd de Belg van Albanese origine betrapt met een gestolen voertuig. Daarop volgde een wilde achtervolging door Waals-Brabant. Een tiental dagen later werd hij ingerekend in Dilbeek.

Op 26 juni 2008 besliste de strafuitvoeringsrechtbank van Brussel dat hij opnieuw voorwaardelijk kan vrijkomen. De rechtbank legde hem daarbij een proefperiode van 7,5 jaar op, tot 31 december 2015. Volgens Murat was dat te veel in verhouding tot de straf die hij nog moest uitzitten en daarom ging hij in cassatie. Het parket-generaal bij het hoogste hof stelde eveneens de fout vast en het hof heeft nu het vonnis van de strafuitvoeringsrechtbank gedeeltelijk verbroken. Murats proefperiode wordt teruggebracht tot vijf jaar en loopt nu tot 30 juni 2012.

Bron » De Morgen

Ruim 150 lijken hebben geen naam

Vorig jaar kon de cel Verdwijningen van de Federale Politie op stoffelijke resten van 12 personen geen naam plakken. “Maar over de laatste 10, 12 jaar heb ik hier nog meer dan 150 openstaande dossiers”, zegt Guido Van Rillaer. Bij deze twaalf personen zijn acht mannen, een vrouw en drie mensen van wie een lichaamsdeel, zoals een dijbeen, werd gevonden.

“We hebben echt alles al geprobeerd”, zegt Alain Remue van de Cel Verdwijningen van de federale politie. In Belgische psychiatrische instellingen zitten nog eens drie mensen met geheugenverlies, van wie de Cel Verdwijningen vruchteloos heeft geprobeerd de identiteit te achterhalen.

België is volgens commissaris Van Rillaer het enige Europese land dat binnen de politie een centrale dienst heeft die systematisch gegevens over vermisten personen verzamelt en vergelijkt. “Inclusief internationale seiningen uit andere landen. Maar soms duurt het lang voor een plaatselijke dienst beslist om die uit te sturen.”

Het Belgisch systeem bewijst wel degelijk haar nut. “We kregen een jaar of twee, drie geleden een Duits bericht over een amnesiepatiënt binnen. Door onze database heb ik dat kunnen koppelen aan een verdwijning in een andere Duitse regio. Wij hebben voor een doorbraak gezorgd doordat in onze gegevens een match opdook.”

De meeste van die onbekende lichamen worden snel begraven. “Het zou me verbazen als men een lichaam lang bewaart”, zegt Van Rillaer. “Het hangt ook van parket tot parket af, zij beslissen. Als het lichaam bij een begrafenisondernemer ligt, speelt ook het kostenplaatje. Wij vragen wel een volledig post mortem onderzoek voor de begrafenis, zodat men alle details heeft die identificatie mogelijk kunnen maken, zodat er materiaal is waaruit je eventueel later DNA kunt trekken. Eigenlijk doet het er daarna niet echt toe of het lichaam nu in een mortuarium ligt of het begraven wordt.”

In de regel komt de onbekende persoon dan terecht op de begraafplaats van de gemeente waar hij of zij gevonden werd. Heel soms gaat het lichaam jaren later terug naar huis. “Vorig jaar heb ik een Albanese verdwijning uit 1998 kunnen matchen. De stoffelijke resten zijn teruggevlogen naar zijn familie. Al die dossiers zijn stuk voor stuk menselijke drama’s. Daarom ben ik keer op keer blij als we mensen het ‘slechte’ nieuws kunnen melden dat we hun naaste hebben geïdentificeerd. Dan kunnen ze tenminste aan het rouwproces beginnen.”

Bron » De morgen

Opinie: Wapenwet onnodig versoepeld

Het federale parlement heeft zoals verwacht beslist de wapenwet te versoepelen. Het gaat hierbij niet, zoals vaak beweerd wordt, om technische aanpassingen die de uitvoerbaarheid van de wet verbeteren. Het gaat om een verzameling gunstmaatregelen op maat van de wapenbezitters en wapenliefhebbers, ten koste van de oorspronkelijke doelstelling van de wet – het verzekeren van de veiligheid van de burgers door het terugbrengen van het aantal vuurwapens dat in omloop is in België.

Deze versoepeling zou nodig zijn omdat de huidige wet de legale wapenbezitters onnodig hard aanpakt. Immers, het zijn vooral criminelen met hun illegale wapens die verantwoordelijk zijn voor de meeste problemen. Dit verhaal van de wapenlobby klopt echter niet. Er is een keihard, keer op keer wetenschappelijk bewezen verband tussen het aantal vuurwapens dat in een samenleving in omloop is en het aantal vuurwapengerelateerde ongevallen, impulsieve misdaden, criminele feiten en zelfmoorden. 80procent van de gewelddaden met dodelijke afloop spelen zich af binnen de kring van vrienden, partners of familie. Het is dus helemaal niet onredelijk om het particuliere wapenbezit aan strenge voorwaarden te koppelen.

Wij stellen vast dat de retributie die wapenbezitters moeten betalen bij de vergunningsaanvraag naar omlaag gehaald wordt. 85euro per wapen per 5 jaar – dit is minder dan anderhalve euro per maand – zou onredelijk hoog zijn. Vanaf nu geldt een forfaitaire som van 85euro ongeacht het aantal wapens waarop de vergunning betrekking heeft. Zoals aangegeven werd door de Minister van Binnenlandse Zaken is een dergelijke regeling nog minder kostendekkend dan de bestaande regeling. Een meerderheid van de commissieleden verkoos hier echter geen rekening mee te houden en elke Belg in toenemende mate te laten meebetalen voor elke wapenvergunning die verleend wordt.

Tot slot willen we er eveneens op wijzen dat de risico’s verbonden aan het bezit van wapens zonder munitie zwaar onderschat worden. Wapenbezitters hebben vanaf nu het recht om hun vuurwapen in het bezit te houden, wanneer de wettige reden hiervoor (bijvoorbeeld een jachtvergunning of sportschutterslicentie) vervalt. Het volstaat dat zij hun vuurwapen ooit op legale manier hebben verkregen en dat zij geen munitie in hun bezit hebben. Dit klinkt mooi in theorie, maar het is in de praktijk onmogelijk te controleren. Hoe kun je nagaan of iemand niet langer munitie in zijn of haar bezit heeft? Zonder een sluitend systeem dat toelaat munitie te traceren van fabrikant tot gebruiker, is het niet moeilijk om aan munitie te komen.

Wij kanten ons niet per definitie tegen elke vorm van vuurwapenbezit. Evenmin is het onze bedoeling om het de vele jagers en sportschutters onmogelijk te maken hun hobby te beoefenen. Wel steunt volgens ons elke degelijke wapenwet op het principe dat het bezit van vuurwapens verboden moet zijn, tenzij een goede reden aangetoond kan worden om er wel één te hebben. Voorts moet een goede wapenwet een degelijk registratie- en controlemechanisme bevatten, om een zo accuraat mogelijk beeld te hebben van de wapens die in omloop zijn.

Op beide vlakken krijgen de voorgestelde versoepelingen van de wapenwet een onvoldoende. Cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie tonen aan dat België op de vijfde plaats staat van alle geïndustrialiseerde landen wat betreft het aantal doden door vuurwapens per 100.000 inwoners. Deze versoepeling van de wapenwet maakt het onmogelijk om die situatie te verbeteren. De beslissing de wapenwet te versoepelen zal met zekerheid extra mensenlevens kosten. En die slachtoffers zullen, ironisch genoeg, vooral vallen binnen de kennissenkring van de mensen die nu denken dat ze van de huidige meerderheid in het parlement een cadeau hebben gekregen.

Bron » De Standaard | Jan Cappelle

Federale politie is rijkswacht all over again

Seksisme! Waarom moeten Sylvie en Anja wel een stapje opzijzetten en commissaris-generaal Fernand Koekelberg niet? Het is een voor de hand liggende maar vooral naïeve vraag. Dit is nu eenmaal het leven zoals het is in het leger. Het zijn vrouwen, remember.

De politiehervorming kwam er – laat ons dat niet vergeten – omdat niemand het geflater van de goede oude rijkswacht nog langer kon aanzien. De zaak-Dutroux, de Bende van Nijvel, het Heizeldrama, het zonder pardon doodschieten van een paar brave Limburgse mijnwerkers en vul maar aan. Decennia lang leek niemand vat te krijgen op die alomtegenwoordige rijkswacht. Waren er tienduizend manifestanten, dan telde de rijkswacht er met een brede grijns duizend. Zei de procureur-generaal dat softdrugs niet langer een topprioriteit waren, dan werd het voor de rijkswacht meer dan ooit een topprioriteit.

Het korps had een eigen inlichtingendienst die, wars van wat voor democratische controle ook, politici observeerde en ficheerde. Zei een minister dat het niet goed ging, dan riep rijkswachtsyndicalist Paul Van Keer: “Aha, dan gaan wij onze dossiers over de politici eens openen!”

Het was een andere eeuw, maar het is amper tien jaar geleden. De rijkswacht stapelde de flaters verder op en wee het gebeente van wie er iets over durfde te zeggen.

Sla er de boeken van Lode Van Outrive uit de vroege jaren tachtig op na: de analyses zijn toen honderdvoudig gemaakt. Dat herhaaldelijke geflater, dat had niets te maken met pech of toeval. De rijkswacht, gendarmerie, was in oorsprong, structuur en handelen een militaire organisatie. Ze was in 1830 gecreëerd volgens een napoleontische opvatting over een krachtige en centraal gestuurde ordehandhaving, het liefst te paard. Zeer nuttig om de laatste aanhangers van Willem van Oranje of priester Daens te verjagen, zeker, maar niet echt meer van deze tijd. Zoals elk leger kende de rijkswacht een onverbiddelijke hiërarchie, die denken en twijfelen gelijkstelde met insubordinatie.

De dood van Julie en Mélissa, de 39 doden op de Heizel, de zoveelste op een bloedbad uitgelopen betoging: altijd weer klonk achteraf dezelfde uitleg. De rijkswachter-pineut van de dag had alleen maar het bevel gevolgd. Het bevel was heilig. Het bevel verving de rede. Er is trouwens nog nooit een oorlog gewonnen met een leger vol denkende soldaten.

De politiehervorming hield grosso modo in dat 1.300 rechercheurs van de gerechtelijke politie (GPP) samen met meer dan 16.000 gens d’armes zouden worden geïntegreerd in één korps. Een federale politie dus, waarbij de ex-rijkswacht de oude militaristische zeden en gebruiken van zich af zou gooien en zich ten dienste zou gaan stellen van de samenleving, en niet langer van zichzelf.

Ik daag iedereen uit om na te gaan wat er geworden is van die 1.300 GPP’ers. Waar zitten zij in het organogram van de federale politietop? Nergens. Ga kijken naar om het even welke nieuwjaarsreceptie in om het even welk arrondissement. Achteraan in de zaal, in een hoekje, vormen ze jaar na jaar in een steeds kleiner wordend groepje de ex-GPP’ers. Het feit dat velen onder hen universitair geschoold zijn, geldt binnen de federale politie zonder meer als een professionele handicap. Wie in zijn vorig leven niet een paar strepen op zijn epaulet had staan, kan het vergeten. Kijk naar de voltallige top van de federale politie en tel het aantal figuren op sleutelposities dat geen gewezen rijkswachtofficier is. U hebt genoeg aan één vinger.

Ga naar Brussel en kijk omhoog. Geen dag meer zonder politiehelikopter in de lucht. De laatste grote investering? Vier megawaterkanonnen (die helaas niet kunnen worden gebruikt vanwege te log en te gevaarlijk in niet-oorlogsgebied). Waar zit onze federale politie gehuisvest? In de oude rijkswachtkazerne in Etterbeek. Tik www.rijkswacht.be, je komt terecht op de website van de federale politie. Hoe noemt men sinds kort de agenten in opleiding? Rekruten. Wat is één van de eerste zaken die deze rekruten wordt aangeleerd? De vlaggengroet.

In zijn vorige leven als adviseur van minister Antoine Duquesne was rijkswachtkolonel Fernand Koekelberg een van de architecten van de politiehervorming. Als commissaris-generaal keek hij toe en zag dat het goed was: de ex-rijkswacht voerde een heuse ethnic cleansing door. Alle GPP’ers eruit, en rap. Het enige onderscheid tussen de rijkswacht van toen en de federale politie van vandaag zijn de naam en het logo.

Hoe sympathiek commissaris-generaal Koekelberg ze deze week ook trachtte te verkopen: de promotie van Sylvie en Anja, tegen alle regels en rede in, was een bevel. Hij had bevolen dat dat zo moest. Sylvie wou dat de politie een samenwerkingsverband sloot met de school van haar eigen kinderen. Nieuw bevel: we gaan dat doen.

Koekelberg, maandag in TerZake: “Als commissaris-generaal van de rijks… excuseer federale politie.” Dezelfde lapsus als in de toespraak bij zijn eedaflegging.

De enige die niet inziet dat deze man het imago van zijn korps naar de verdoemenis aan het helpen is, is de commissaris-generaal zelf. Ik ben ervan overtuigd dat hij echt geloofde dat hij een goede beurt maakte in TerZake, en ik weet bijna zeker dat zijn secondanten hem hebben overladen met lof. De cultuur van de federale politie zoals ze werd, biedt geen ruimte meer aan iemand die zegt: “Fernand, zoudt ge dat nu wel doen?” Dat is een schokkender vaststelling dan die over het salaris van Sylvie en Anja.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck