Proces Habran: “Begeleiders stierven gewelddadige dood”

Op het proces tegen Marcel Habran en zijn medebeschuldigden voor het assisenhof in Luik, hebben verschillende getuigen vandaag verteld hoe ze in 1998 in Borgworm op de autosnelweg reden waar het Brink’s-geldtransport overvallen werd en hoe ze die overval beleefd hebben. Wetsgeneesheren kwamen vertellen dat de dood van de twee koeriers van het geldtransport snel en gewelddadig was. Een van de getuigen was de chauffeur van een kleine bestelwagen die zich op 12 januari 1998 het dichtst in de buurt van de overval bevond.

De man vertelde hoe hij op de autosnelweg reed en achtereenvolgens door de geldwagen van Brink’s en een Chrysler Voyager werd voorbijgestoken. Even nog bleef een Volvo achter hem rijden, maar toen stak ook die hem voorbij.

De getuige vertelde hoe hij vervolgens zag dat er vanuit de Chrysler verschillende schoten op de voorzijde van het geldtransport werden afgevuurd. Andere automobilisten getuigden dat de geloste schoten talrijk waren. Iemand zei hoe glasscherven tegen zijn voorruit vlogen, afkomstig van de geldwagen. Een politieagent kwam getuigen dat verschillende voertuigen tot stilstand gebracht waren door de spijkers die de overvallers over de weg hadden uitgestrooid.

Zij die zich in de buurt van de overval bevonden, kregen schrik en probeerden zich te verbergen en bescherming te zoeken. Ze zagen ook hoe het geldtransport het mikpunt was van een gewelddadige overval, aldus de agent. Politieagenten zegden ook hoe ze begeleider Kurt Vandermeersch op de plaats van de overval in shock aantroffen.

Vandermeersch zei hen in eerste instantie dat hij vier overvallers had gezien en dat zijn collega’s waren gedood toen de overvallers hen kwamen afmaken nadat het geldtransport tot stilstand was gekomen. Dat laatste kon echter nooit bevestigd worden tijdens het onderzoek.

Voor het Luikse assisenhof kwamen vandaag ook de wetsgeneesheren Angello Abati en Bernadette Eugène-Dahin getuigen. Zij gaven toelichting bij de resultaten van het onderzoek dat ze hebben uitgevoerd op de lichamen van de twee overleden geldkoeriers. Benny Demeester werd vlakbij de bestuurderszetel van de transportwagen teruggevonden, met zijn voeten nog bij de pedalen en zijn hoofd weggestoken achter de passagierszetel. Het lichaam van Koen Meirens werd in een ruimte achterin de wagen aangetroffen.

“Bij zowel de chauffeur als de begeleider is de dood snel ingetreden omdat beiden in slagaders getroffen werden die zich dicht bij het hart bevinden”, aldus Abati. “De chauffeur werd geraakt door drie kogels ter hoogte van de rechterschouder. Zijn passagier werd geraakt in zijn wang, zijn oor en zijn borstbeen. Hij werd in zijn rechterhoofdslagader getroffen.”

Bron » De Morgen