Laatste medeplichtige Patrick Haemers buiten vervolging gesteld

De raadkamer van Brussel heeft vorige week vrijdag het ontslag van rechtsvervolging uitgesproken in de zaak van Marc Van Dam, de laatste medeplichtige van Patrick Haemers. Hiermee wordt een definitief einde gemaakt aan de vervolgingen met betrekking tot Van Dam. Dat meldt La Dernière Heure. De man riskeerde om, 20 jaar na de feiten, naar de correctionele rechtbank gestuurd te worden op vraag van het parket.

In 1989 stortte Marc Van Dam 102.890 dollar op een Oostenrijkse bankrekening. Het geld zou afkomstig zijn van het losgeld dat verkregen werd voor de ontvoerde voormalige premier Paul Vanden Boeynants. Van Dam werd veroordeeld tot 18 jaar cel voor zijn rol in de bende van Haemers. In 2006 werd in Brussel een onderzoek gestart naar witwaspraktijken, waarvan Van Dam beschuldigd zou worden. Sinds oktober 2008 vroeg het parket dan ook zijn verschijning voor de correctionele rechtbank.

Het proces heeft echter niet plaatsgevonden. Volgens La Dernière Heure oordeelde de raadkamer dat de wet op witwaspraktijken, die op 20 mei 1995 in werking trad, niet met terugwerkende kracht kan worden toegepast. In tussentijd heeft de Oostenrijkse rechtbank beslist om het geld terug te geven aan de rechtshebbenden van Vanden Boeynants.

Bron » De Morgen

Gerecht kan fictieve spionnen en zieke baron niet veroordelen

Als een beschuldigde ziek is, wordt zijn proces tijdelijk opgeschort. En de 69-jarige Benoît baron de Bonvoisin (BdB) is zwaar ziek ten gevolge van een hersenbloeding, zo heeft een wetsdokter in april vastgesteld. Hij zal later voor een rechter moeten verschijnen. Zijn ‘partners in crime’ zijn echter wel al veroordeeld. De Werktitel kon het vonnis inkijken en moest onwillekeurig aan het oeuvre van misdaadauteur John Le Carré denken.

Onderzoeksrechter Pierre Lambeau verslikte zich in zijn ochtendkoffie toen hij op 19 mei 1981 hoorde dat De Morgen die dag een ‘nota van de Staatsveiligheid’ had afgedrukt. Daarin werd BdB aangeduid als de financier van een extreem rechtse knokploeg en een dito maandblad. Op verzoek van het Zwitserse gerecht voerde Lambeau al enige tijd een onderzoek naar een obscuur Brussels bedrijfje waarachter BdB schuilging.

De onthulling maakte ophef. De baron gold als een man van eer. Hij was een telg uit een steenrijke familie met belangen in de Société Générale, ’s lands grootste holding. BdB bewoog zich in een francofoon milieu van mensen met fikse hoeveelheden geld, vaak frauduleus beheerd, en gespierde opvattingen over politiek. Ook Jean-Claude Leys vertoefde destijds geregeld in die biotoop. Hij ruilde het zakenleven voor de magistratuur en beheerde er als onderzoeksrechter het KB Lux-dossier.

De baron was schatbewaarder-fondsenwerver van het Centre Politique des Indépendants et des Cadres Chrétiens (CEPIC), de rechtervleugel van de Parti Social Chrétien (PSC, het huidige cdH). Boegbeeld Paul Vanden Boeynants (VdB), gewezen premier en minister van Defensie, had zich als een vader ontfermd over de jongere baron. VdB was tegelijk de handelaar in vleesproducten naar wie diezelfde Lambeau een onderzoek had gevoerd wegens fiscale fraude, met een veroordeling als sluitstuk.

De baron stapte naar de rechter. Die kwam tot de vaststelling dat de nota die De Morgen had onthuld, en die eigenlijk bedoeld was voor het parlement, op het kabinet van toenmalig minister van Justitie Philippe Moureaux (PS) was samengesteld. Weliswaar op basis van gegevens van de Staatsveiligheid, maar die werden niet altijd correct overgenomen. De nota stoelde ook op inlichtingen van de Brusselse politie. De baron heeft evenwel nooit klacht ingediend tegen de verantwoordelijken van dat korps.

In de lente van het jaar 1995 lag de baron nog altijd in de clinch met het gerecht wegens financieel geknoei. Ter verdediging schreef zijn advocaat een brief naar de Brusselse procureur des Konings. Daaraan was de uitgeschreven tekst gehecht van een telefoongesprek tussen Albert Raes, voormalig baas van de Staatsveiligheid, en Christian Amory. Die ex-rijkswachter was in de problemen gekomen door zijn relatie met twee ex-collega’s bij de Brusselse Bewakings- en Opsporingsbrigade (BOB): Madani Bouhouche en Robert Beijer. Het tweetal verscheen voor de rechter wegens moord, afpersing en ander fraais. Hun namen zijn ook herhaaldelijk genoemd in het dossier van de Bende van Nijvel.

Amory werd vrijgesproken. Na het uitzitten van een zware straf verhuisde Bouhouche naar de Franse Pyreneeën, waar hij eind 2005 om het leven kwam door een dwaas ongeval. Beijer publiceert binnenkort zijn memoires. Ondervraagd door het gerecht bekende Amory dat het voor Raes bezwarende telefoongesprek nooit had plaatsgevonden. Hij had het uit zijn duim gezogen. De uitgetikte tekst was dus een vervalsing. Bovendien zei Amory dat hij dat had gedaan op verzoek van BdB, die hem in ruil een job als bodyguard van Mobutu had voorgespiegeld.

De advocaten van BdB overhandigden in 1995 nog andere documenten aan het gerecht. Die moesten aantonen dat de baron het slachtoffer was van een complot van magistraten, onder wie de substituut die zijn financiële geknoei behandelde, en “KGB-agent Albert Raes”. Auteurs van de documenten waren onder andere de agenten Hoffer van de CIA-antenne in Brussel en Coorey van het Amerikaanse National Security Agency (NSA). De advocaten boden ook een rapport, daterend van 12 april 1989, aan van de Britse geheim agent David Mullican.

Die identificeerde zich als de verantwoordelijke voor de debriefing van Alexander Vialavitch van de afdeling K van de KGB. Vialavitch werkte op de Sovjet-Russische ambassade in Londen, maar liep over naar het andere kamp. Volgens Vialavitch zou Raes 1.100.000 dollar (766.000 euro) hebben gekregen van de KGB. Dat bedrag zou gestort zijn op rekeningnummer 34598 bij de Banque International in Luxemburg op naam van Marc Rothiert.

Het onderzoek toonde evenwel aan dat de genoemde spionnen niet bestaan en dat hun rapporten fake zijn, zoals de telefoontranscriptie van Amory. BdB weigerde de herkomst van de documenten te onthullen. Zijn broer Pierre, die kopies ervan in bewaring had, werd wegens medeplichtigheid in verdenking gesteld. Omdat hij vreesde het slachtoffer te worden van de strapatsen van zijn broer Benoît vertelde hij dat de documenten geleverd waren door Eric Van de Weghe, een politie-informant. Gewéést, want onbetrouwbaar. In het verleden pakte hij graag uit met zijn ‘goede’ relatie met onderzoeksrechter Leys, maar dat doet nu niks ter zake. Zijn strafblad is niet vlekkeloos.

Zo is hij in januari van dit jaar nog veroordeeld wegens oplichting. Om zijn geloofwaardigheid tegenover de baron te bewijzen bracht Van de Weghe zelfs per helikopter, en vergezeld van zogezegde Amerikaanse agenten, een bezoek aan BdB in het familiekasteel in het Waalse Maizeret. De baron verklaarde aan het gerecht dat hij voor de documenten van Van de Weghe méér dan 1,5 miljoen Belgische frank (37.500 euro) had betaald, maar kon daar geen enkel bewijs van voorleggen.

Het onderzoek in deze zaak is gestart in 1995. Tijdens de zitting van de correctionele rechtbank van 23 september 2009 verklaarde de openbare aanklager dat de baron enkel de bedoeling had om de reputatie te besmeuren van magistraten en hoge functionarissen zoals voormalig chef van de Staatsveiligheid Albert Raes. Vorige maand, op 10 november, zijn Amory en Van de Weghe, de handlangers van de baron, veroordeeld tot respectievelijktwee en zes maanden effectieve celstraf. Bovendien moeten ze elk 4.000 euro morele schadevergoeding betalen aan Raes. Beiden zijn in beroep gedaan.

Meermaals heeft baron de Bonvoisin, zoals in andere zaken, geprobeerd dit proces op de lange baan te schuiven om zo de verjaring af te dwingen. De rechtbank heeft dat afgeblokt omdat de baron in de zomer van 2007 nog zelf naar de nepdocumenten verwees. Maar het blijft dus wachten tot de baron genezen is voor er een uitspraak komt.

Bron » Apache

Vrouw Dutroux blijft in de cel

De strafuitvoeringsrechtbank van Bergen heeft donderdag opnieuw een vraag tot voorwaardelijke invrijheidstelling verworpen van Michèle Martin, de voormalige vrouw van Marc Dutroux. Martin werd in juni 2004 door het assisenhof van Aarlen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 jaar. Dutroux zelf kreeg levenslang wegens ontvoering en moord van enkele jonge meisjes.

Martin komt sinds medio augustus 2006 in aanmerking voor voorwaardelijke vrijlating. In 2007 en 2008 had ze al eens een verzoek tot vrijlating ingediend. Maar dat werd telkens verworpen door de strafuitvoeringsrechtbank. Dat gebeurde ook met de aanvraag die ze in de loop van 2009 heeft gedaan. Volgens de RTBF voldeed ze niet aan de voorwaarden. Martin kan pas over een jaar een nieuwe aanvraag indienen, in november 2010.

Bron » Knack

Bart Van Lijsebeth officieel voorzitter Comité P

De Kamer heeft vandaag Bart Van Lijsebeth aangesteld tot voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, het orgaan dat de politiediensten controleert.

Van Lijsebeth was al voorzitter ad interim en begint nu aan zijn eerste officiële mandaat. Van Lijsebeth leidde eerder de Staatsveiligheid en was procureur in Antwerpen. Hij trok begin dit jaar naar het Comité P, waar hij André Vandoren opvolgde. Die werd hoofd van het antiterreurorgaan OCAD.

Van Lijsebeth maakte het mandaat van Vandoren af en wordt nu officieel aangesteld tot voorzitter van het Comité P.

Bron » De Morgen

Gents eredoctoraat voor criminoloog Fijnaut

De Nederlandse criminoloog en hoogleraar Cyrille Fijnaut heeft vandaag een eredoctoraat ontvangen van de rector van de Gentse universiteit, Paul Van Cauwenberge. Volgens Van Cauwenberge mag Fijnauts impact op de ontwikkeling van het strafrechtelijk beleid en het politiewezen in België en in Nederland, en zelfs in heel Europa, niet worden onderschat.

Fijnaut was zowel in Nederland als in België als expert betrokken in verschillende parlementaire onderzoekscommissies, zoals de onderzoekscommissies rond mensenhandel, rond de Bende Van Nijvel en de commissie Van Traa. Op de uitreiking waren dan ook verschillende politici en hoogwaardigheidsbekleders aanwezig met wie Fijnaut heeft samengewerkt, zoals Louis Tobback, Tony Van Parys, Marc Verwilghen en de Nederlandse minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin.

Maar volgens Van Cauwenberge is en was Fijnaut steeds een voorbeeld van “grote onafhankelijkheid van zijn opdrachtgevers”, iemand die steeds het onderscheid wist te maken tussen zijn taak als wetenschapper en de taak van de politici.

“In die zin is hij een vertegenwoordiger van onze ‘Durf Denken’-slogan”, aldus Van Cauwenberge. Fijnaut zelf benadrukte de blijvende nood aan samenwerking tussen België en Nederland op politioneel en justitioneel vlak. Zo moet er volgens hem geïnvesteerd worden in flankerende maatregelen, zoals de betere opleiding voor politie en justitie, “en hen zo meer vertrouwd maken met de werking van hun instellingen, en met de mogelijkheden tot samenwerking”.

Bron » De Morgen