30 jaar onkunde en onwil in het onderzoek naar de Bende

Deze week zijn er dus huiszoekingen uitgevoerd in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Maar een doorbraak is het niet, aldus de procureur. Hoe vaak kan men eigenlijk met de voeten van de publieke opinie spelen in deze voor België grootste en onopgeloste moordreeks? Want al 30 jaar lopen de daders vrij rond en lopen onkunde én onwil elkaar voor de voeten in een onderzoek die naam onwaardig.

Vooral halverwege de jaren negentig heb ik mij verdiept in de zwaarste moordreeks die dit land ooit teisterde in niet-oorlogstijd en tal van betrokkenen bij het onderzoek geïnterviewd. Van 13 maart 1982 – straks dertig jaar geleden – tot 9 november 1985 pleegde de Bende van Nijvel 23 overvallen en andere misdrijven, en vermoordde daarbij 28 mensen. In verhouding tot die inspanning oogt de totale buit van nog geen 175.000 euro mager.

Na een dubbele Panorama-reportage, een tiental Terzake-reportages en een boek over de Bende van Nijvel – en in 1997 zelfs een encyclopedie van een kwarteeuw Belgische schandalen – had ik genoeg redenen om mijn journalistieke prioriteiten opnieuw helemaal naar onze globaliserende wereld te oriënteren. Jammer genoeg valt er dus geen definitief afscheid te nemen van dit schandaal, want de daders blijven ook nu nog officieel onbekend en vooral ongevat en niet veroordeeld. Daarom toch nog deze bijdrage over de Bende.

Wat te denken van de plotse opstoot van onderzoeksactiviteit met 21 huiszoekingen in Wallonië, Vlaanderen en Brussel en tal van in beslag genomen voorwerpen maar wel geen enkele aanhouding? Ter informatie, dat gebeurt slechts enkele weken nadat de meest ervaren speurder Eddy Vos vaarwel zei aan het onderzoeksteam. Voor alle duidelijkheid, het is prima dat het onderzoek wordt voortgezet, in de veronderstelling dat het goed zou gebeuren en niet wordt tegengewerkt. En het is begrijpelijk dat bij zulke berichtgeving de hoop oplaait dat de waarheid misschien toch nog wordt achterhaald. Maar enige scepsis is meer dan geboden. Het zou niet de eerste keer zijn dat het gerecht het onderzoek in de soep draait, met de voeten speelt van het grote publiek en zelfs loze beloften doet.

Mogen we eraan herinneren dat helemaal in het begin van het onderzoek, meest cruciaal want dan zijn de sporen nog vers, het Nijvelse gerecht vier jaar lang koppig maar één spoor heeft gevolgd… terwijl het voor zowat alle andere betrokkenen al geruime tijd duidelijk was dat het om een foutief spoor ging? Resultaat: vier jaar geen onderzoek naar andere sporen, vier jaar verloren dus. En zelfs het basisonderzoek is archislecht gevoerd, vingerafdrukken en een vluchtauto raakten bijvoorbeeld verloren. Zelf heb ik bijvoorbeeld diverse directe getuigen van de overval in Overijse teruggevonden die nooit ernstig zijn ondervraagd, ook al hadden ze interessante informatie over de daders.

Speurders in Dendermonde hebben wel resultaat geboekt. Zij vonden twee zakken met wapens en andere stukken van Bende-overvallen. Zo bewezen ze ook het verband tussen de eerste en de tweede reeks Bende-feiten. Kan iemand begrijpen waarom in 1990 wordt beslist om het dossier af te pakken van Dendermonde toe te vertrouwen aan Charleroi? In 1995 verklaart een sarcastische advocaat dat “vijf jaar later geen enkel nieuw element aan het dossier is toegevoegd behalve de vertaling”. En volksvertegenwoordiger Tony Van Parys besluit dat “deze beslissing de definitieve doodsteek voor het onderzoek is geweest”.

Aan mogelijke sporen was er nochtans geen gebrek. Zo komt zeker het milieu van extreemrechtse rijkswachters en militairen in aanmerking. Daar zijn meer dan genoeg aanwijzingen en verklaringen voor. Dat de Bende-doders met wapens konden omgaan – dat is tenminste één zekerheid – vraagt ook om aandacht voor de leden van practical shooting clubs als potentiële daders. Niet weinig van die leden delen trouwens extreemrechtse opvattingen, heel wat leden zijn beroepshalve bij politie of leger. De ex-rijkswachter Bouhouche is er instructeur.

Die Madani Bouhouche, veelal samen met zijn maat Bob Beijer, leveren met hun beiden een heel eigen en belangrijk spoor. De criminele carrière waarvan ze verdacht worden tart veel verbeelding en biedt diverse aanknopingspunten naar de Bende: afluisteren rijkswachtcollega’s, bomaanslag op BOB-voertuig, moordaanslag op rijkswachtkolonel Vernaillen, roof van een geldtransport en moord op veiligheidsagent, moord op een diamantair, roof van de allermodernste wapens van het interventie-eskadron Diane uit zowat de best bewaakte kazerne, moord op de FN-ingenieur Juan Mendez, maar nooit is de eventuele rol van Bouhouche en Beijer in de Bende echt grondig uitgesplit, altijd was er tegenwerking en onwil.

Evenmin is de mogelijke betrokkenheid van de vermoorde Juan Mendez, bij FN verantwoordelijk voor de wapenleveringen aan Zuid-Amerika, van alle kanten terdege bekeken. Zoals Bouhouche is ook Jean Bultot – practical shooter, ex-gevangenisdirecteur en extreemrechts militant – voortdurend in verband gebracht met de Bende aanslagen. Maar opnieuw, gaat het om een echt of vals spoor, we weten het niet wegens onvoldoende onderzocht.

Na de ophefmakende Panorama-reportages in november 1995, tien jaar na de laatste bloedige overval op de Delhaize in Aalst, zijn alle schijnwerpers opnieuw gericht op het falende Bende-onderzoek. Er komt zelfs een tweede parlementaire onderzoekscommissie van, de bendecommissie-bis. Begin 1997, bij de start van die commissie, is Jean-Claude Lacroix de verantwoordelijke magistraat in Charleroi. Hij verklaart ‘goede hoop te hebben over vier à vijf maanden de daders te pakken te krijgen, levend of dood. Maar dan moet de commissie zich niet te veel moeien met zijn onderzoek.’ Hoeft het gezegd dat Lacroix zijn belofte van geen kanten hard heeft gemaakt? Willen onze parlementariërs hem misschien alsnog eens vragen hoe dat komt? En waarom hij hen indertijd liever kwijt was als pottenkijkers? Wat was er eigenlijk te verbergen?

Er zijn doorheen de jaren heel wat mensen al dan niet terecht in verband gebracht met de Bende van Nijvel: Michel Cocu, Philippe De Staerke, Patrick Haemers, Martial Lekeu, Jean Bultot, Madani Bouhouche, Bob Beijer, … Meer dan eens zijn robotfoto’s verspreid, wellicht niet helemaal toevallig ook nog in 1997 toen de publieke aandacht voor het Bende-onderzoek opnieuw heel sterk was. Er is iets dat fascineert aan het gebruik van robotfoto’s door het gerecht in Charleroi. Zo duiken ze op wanneer de aandacht van media, publieke opinie en politiek voor het Bende-onderzoek de hoogte inschiet. Ja, hoe komt het dat het zo lang wachten is op die robotfoto’s?

En, nog fascinerender, het doet er eigenlijk niet toe of iemand wordt herkend. Zo menen sommige mensen heel expliciet iemand te herkennen in die foto’s? Maar als dat dan gaat om iemand uit de hierboven al vernoemde lijst van potentiële verdachten – Madani Bouhouche meer precies – welke zin heeft het dan om het grote publiek daar nog naar te vragen? Dan kan elke speurder met wat hersens toch zelf een foto van Bouhouche naast die robotfoto’s leggen en zelf tot conclusies komen? Hoeft het gezegd dat die na al die jaren nog altijd ontbreken in het onderzoek naar de Bende van Nijvel?

30 jaar na hun eerste misdrijf, de diefstal van een jachtgeweer, en 27 jaar na hun laatste en meeste bloedige overval in Aalst lopen de daders en opdrachtgevers vrij rond onder ons voor zover ze nog leven natuurlijk. Zoveel jaren later blijft het belangrijk om aandacht te hebben voor de onopgeloste moordreeks die de Bende van Nijvel aanrichtte, vooral omdat daders en opdrachtgevers nog steeds onbekend en onbestraft zijn.

Zoals de Amerikanen bijna vijftig jaar na de moord op president John Kennedy er nog altijd niet mee in het reine zijn, zo heeft onze eigen samenleving de Bendemoorden niet verwerkt. De redenen zijn niet ver te zoeken. Vooral het gerecht maar ook de politieke wereld hebben de samenleving, zwaar aangeslagen door achtentwintig onbegrijpelijke moorden, in de steek gelaten. Slechts heel weinig politici hebben zich geroerd en drongen aan op klaarheid. Onbegrijpelijk is dat de politieke zwaargewichten al die jaren weinig of niet hebben aangedrongen en geëist om de onderste steen boven te halen.

De grootste schandvlek rust echter op het gerecht. Want dit is geen gewone mislukking. Het gerecht is er nooit in geslaagd dit belangrijkste gerechtelijke dossier van de voorbije vijftig jaar in goede banen te leiden, er is onnoemelijke onkunde geweest, er is tegenwerking geweest, er zijn sporen verwaarloosd, er zijn hypotheses die niet mochten worden getoetst, het onderzoek is zelfs geboycot. En onvermijdelijk rijst de vraag: waarom?

In Aalst staat er sinds 2010 op het kerkhof een gedenksteen voor de slachtoffers van de overval op 9 december 1985. Het wordt meer dan tijd dat ook de Belgische staat een monument opricht om deze schandvlek nooit te vergeten. Zelfs als, bijna tegen beter weten in, de waarheid toch nog aan het licht zou komen en de daders en opdrachtgevers veroordeeld zouden geraken, dan nog moet dit monument ons herinneren aan 30 jaar van politionele en gerechtelijke onkunde en onwil.

Bron » De Wereld Morgen