Onderzoek Bende van Nijvel na 32 jaar alweer terug bij af

De communautaire oorlog rond de Bende van Nijvel is beslecht. Nadat Waalse speurders twee jaar lang trachtten te bewijzen dat hun Vlaamse collega’s in 1986 zelf wapens in het kanaal gooiden, komen ze daar nu schoorvoetend van terug. Killersbrabant.be is de website van de cel Waals-Brabant, een tienkoppig speurdersteam in Charleroi dat na 32 jaar nog steeds zoekt naar de Bende van Nijvel.

Op de site kun je staren naar de luttele bewijssstukken die de Bende achterliet. Een foto van de muts van de mysterieuze reus, weggewaaid tijdens de raid op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985. Verder: een karabijn, een landkaart, wat kogelhulzen, gedroogde maaltijdcheques uit 1985, twee flappen kogelvrije vest en een geldkoffer. Wat de speurders hopen, is dat iemand hier naar kijkt en een briljante ingeving krijgt.

De meeste van deze spullen werden in 1986 door speurders van de cel Delta van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch opgevist uit het Large de Fauquez, een arm van het kanaal Brussel-Charleroi in Ronquières. Het was het eerste en helaas laatste succesje in 32 jaar zoeken naar de Bende. Na de overval in Aalst hadden getuigen gezien dat er zakken in het water waren gegooid. Duikers van het parket van Nijvel hadden de bodem doorzocht en niets gevonden. Een jaar later gingen Vlaamse duikers het water in. Met succes.

Met de vondst, jarenlang gezien als een staaltje van puik speurwerk, is echter geknoeid, zo heette het in 2012 opeens. Op de website werd dit zinnetje onder de foto’s toegevoegd: ‘Volgens de elementen uit het onderzoek gesteund op een expertenrapport van het NICC konden deze stukken niet langer dan een à twee maanden in het water gelegen hebben bij de ontdekking.’

De spullen zouden dus pas midden 1986 in het water zijn gegooid. De nieuwe onderzoeksrechter Martine Michel liet alle vroegere leden van de cel Delta convoceren voor verhoren. Het ging om enkele monumenten uit het vaderlandse politiewezen als Fons Van Riel, Walter DeMoerloose, Eric Sack en Philippe Vermeersch. Een van hen, Danny Collewaert, werd opgehaald met een bevel tot medebrenging waarin sprake was van ‘feiten van diefstal met geweld en moord’.

De speurders, vaak al gepensioneerd, werden er door hun jongere collega’s van beschuldigd dat ze de wapens zelf in het water hadden gegooid of in 1986 een tip hadden gekregen. “Dat wilden ze weten”, zegt een van hen. “Van wie kwam de tip? Geef ons de naam, en dan pakken wij de Bende. Dat was hun redenering.”

De onderzoeksrechter baseerde haar vermoedens op een rapport van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC). Daar deed men een vergelijkende test en legde men euromuntjes en maaltijdcheques in het water. Die bleken na enkele weken meer te zijn verroest en afgebroken dan die uit 1986.

In december van vorig jaar stelden de speurders samen met de ook gepensioneerde Troch een uitgebreid verweer op. Ze wezen er daarin op dat de euro in 1986 nog niet bestond en dat maaltijdcheques in die tijd van een ander materiaal waren gemaakt. Ze maakten de bevindingen van het NICC met de grond gelijk.

Antwoord uit Charleroi kregen de speurders nog niet. Er gebeurde wel iets vreemds op killersbrabant.be. Niet alleen werd onlangs alle Nederlandstalige inhoud verwijderd, maar zo plots als het zinnetje over het NICC-rapport op een dag in 2012 kwam, zo plots is het verdwenen. De bezoeker wordt opnieuw gevraagd te kijken naar de flappen kogelvrije vest, de maaltijdcheques en de geldkoffer. Net als vroeger staat er: “Gevonden in het Large de Fauquez in Ronquières.”

Gevraagd om uitleg, reageert onderzoeksrechter Martine Michel achteloos: “Dat had ik niet gezien. Dat is vast een foutje.” Op de vraag of het klopt dat verdenkingen van manipulatie tegen de vroegere cel Delta niet langer gelden, zegt ze: “Ik wens daaromtrent momenteel liever niet te communiceren.”

De zaak van de Bende van Nijvel, die 28 mensen vermoordde, verjaart in november 2015. Een van de recent geviseerde speurders is verbitterd: “Er is weer eens twee jaar verspild met het najagen van spoken. Er was al niet veel tijd meer.”

Bron » De Standaard