Yves Liégeois werkt aan draaiboek om meer moorden te ontdekken

Voormalig procureur-generaal Yves Liégeois werkt aan een draaiboek dat ervoor moet zorgen dat er meer verborgen moorden worden opgelost. Per jaar worden immers 100 tot 200 moorden niet ontdekt. “De politiek is dat aan de slachtoffers verschuldigd”, klinkt het bij Liégeois.

“Er zijn plaatsen in België waar je perfect een moord kunt plegen en dan moeten we tot het besluit komen dat we eigenlijk in een ontwikkelingsland terechtkomen”, vindt Liégeois.

In het draaiboek beschrijft topmagistraat Liégeois stap voor stap wat er volgens hem moet gebeuren tijdens een moordonderzoek. Bij twijfel moeten labo, moordbrigade en wetsdokter altijd ter plaatse komen.

“Als men het draaiboek volgt, vindt men bij elk onduidelijk overlijden wat de mogelijke oorzaak is die moet onderzocht worden. Dat zal tot gevolg hebben dat men niet zo gemakkelijk wegkomt met moord”, aldus Yves Liégeois.

Liégeois wil dat zijn draaiboek binnen enkele maanden een richtlijn wordt voor alle artsen, parketmagistraten, politieagenten en wetsdokters. “Er lopen op dit moment “Dutrouxs” en “Ronald Janssens” rond, daar moet je niet aan twijfelen. De strijd inzetten of niet lijkt mij een onmetelijke verantwoordelijkheid die de politiek op zich moet nemen”, stelt Liégeois. “We zijn dat verschuldigd aan alle slachtoffers en hun familie en vrienden.”

Bron » VRT Nieuws

“Elk jaar blijven tot 200 moorden onder de radar in België”

Het gerecht ontdekt elk jaar ongeveer 200 moorden in ons land, maar tussen de 100 en 200 andere moorden blijven onontdekt. Zij gaan de statistieken in als een natuurlijk overlijden, een ongeval of een zelfdoding. Dat zegt de VRT.

Het reportageprogramma Koppen trok op onderzoek uit naar het zogenaamde ‘dark number’ in de Belgische moordstatistieken. In Duitsland was bij een uitgebreid onderzoek al gebleken dat van 13.000 doden die geboekt stonden als ‘natuurlijk overlijden’, ‘ongeval’ of ‘zelfdoding’, er in werkelijkheid heel wat vermoord waren. Worden de cijfers naar België geëxtrapoleerd, dan gaat het volgens experts om elk jaar 100 tot 200 moorden die onder de radar verdwijnen.

Volgens voormalig Antwerps procureur en eerste advocaat-generaal bij het hof van beroep, Yves Liégeois, is dat cijfer een grote schande. “Op dit moment kunnen een Ronald Janssen of een Marc Dutroux ergens bezig zijn zonder dat we het ontdekken. Laten we toch nooit de slachtoffers vergeten. Aan hen, hun ouders, vrienden en aanverwanten zijn we het absoluut verschuldigd om alles te doen om dergelijke feiten tegen te houden.”

Liégeois werkt voor Justitie dan ook aan een draaiboek, dat het aantal onontdekte moorden naar beneden moet halen. Zo zou er bij elk verdacht overlijden een wetsdokter en een deskundige van het labo ter plaatse moeten komen, terwijl nu nog veel te vaak enkel de huisarts of de spoedarts het overlijden vaststelt. Maar die laatsten zijn niet opgeleid om een verdacht overlijden op te sporen.

Sommige regio’s, bijvoorbeeld Antwerpen, werken al op die manier, maar nog lang niet allemaal. Op termijn is het de bedoeling het draaiboek om te zetten in een richtlijn voor Justitie. Vraag is of de politiek bereid is extra geld in te zetten daarvoor.

Bron » De Morgen

Tueries du Brabant: les soupçons de manipulation se renforcent

C’est une étonnante plongée dans le temps. De manière méthodique, les sacs d’indices trouvés lors d’une pêche “miraculeuse”, à Ronquières, le 6 novembre 1986, sont analysés avec les techniques d’aujourd’hui. Chaque mois qui passe affine l’analyse de ces pièces à conviction par la juge d’instruction Martine Michel, la sixième à tester son opiniâtreté sur la piste des Tueurs du Brabant.

L’enjeu peut être résumé ainsi: le microscope des scientifiques aide les enquêteurs à dater avec une infime précision l’arrivée des fameux sacs dans l’eau noire du canal de Bruxelles-Charleroi. Cela pourrait apparaître anecdotique. Ça ne l’est pas.

Car un épais mystère entoure les circonstances précises de la bonne pêche. Les sacs contenaient des armes, des cartouches, une veste pare-balles ou des chèques authentifiés. Par qui, quand et pourquoi ils ont été abandonnés là, cette triple réponse mènerait aux tueurs.

Bron » La Libre Belgique

Opinie: Drempels voor rechtspraak zijn muren geworden

Nu verschillende parlementsleden aangeven de fel gecontesteerde wet op de advocatenkosten te zullen herbekijken, kunnen ze beter eens de hele rechtstoegang evalueren. Die is de afgelopen twee regeerperiodes mismeesterd. De drempels zijn verhoogd. Voor de gewone burger zijn die drempels muren geworden.

Een mens vraagt zich af of parlementsleden wel nadenken bij de wetten die ze aannemen. Het laatste wapenfeit stemt in elk geval tot nadenken. Afgelopen donderdag bonden fiscale juristen de kat de bel aan. Bij rechtszaken over fiscale geschillen, zou enkel de Belgische staat de advocatenkosten kunnen recuperen als ze de zaak wint, maar de belastingplichtige niet.

De reikwijdte van de wet gaat echter een pak verder. Letterlijk luidt het dat ‘een publiekrechtelijke rechtspersoon’ niet kan veroordeeld worden tot de advocatenkosten, voor zover die ‘optreedt in het algemeen belang’. Dat laatste zou er nog aan ontbreken, maar het verhindert niet dat de wet vele burgers zal treffen. Indien men bijvoorbeeld een GAS-boete betwist en het proces wint, zal de overheid de advocatenkosten niet moeten terugbetalen. Hetzelfde voor procedures tegen de stedenbouwkundige ambtenaar.

Indien men bijvoorbeeld een GAS-boete betwist en het proces wint, zal de overheid de advocatenkosten niet moeten terugbetalen. De inkt van de tekst was nog niet droog of verschillende parlementsleden lieten weten de wet te zullen herbekijken. Dit uitzonderlijk gebaar van zelfkritiek vond echter pas plaats nadat de gevolgen ervan in de openbaarheid waren gebracht, dat wel.

Mismeesterd

Bij die evaluatie zou men de gelegenheid te baat moeten nemen om de hele rechtstoegang onder de loep te nemen. In de afgelopen twee legislaturen werd de rechtstoegang immers mismeesterd. De twee meest in het oog springende dossiers zijn de wet op de advocatenkosten en de invoering van de btw op de erelonen en kosten van advocaten.

De – in mensentaal klinkende – wet op de advocatenkosten werd ingevoerd in 2007. Ze had als doel om ervoor te zorgen dat de winnende procespartij een deel van de advocatenkosten kon recupereren van de (verliezende) tegenpartij. Dit bedrag stijgt afhankelijk van de waarde van de vordering. Een dergelijk systeem heeft altijd al bestaan, maar de bedragen werden in 2007 fors opgetrokken, wat heeft geleid tot een drastische verhoging van de drempel voor justitie.

Een voorbeeld kan dit meteen duidelijk maken. Waar in zaken van arbeidsrecht vroeger het aan de tegenpartij te betalen bedrag altijd rond de 200 euro schommelde, is dit bedrag nu vastgesteld op 2.200 euro, als men een vordering heeft tussen de 20 en 40.000 euro.

Dit is verre van uitzonderlijk. Betwist men bijvoorbeeld een ontslag om dringende reden en vordert men een aantal maanden (bruto)loon, dan komt men daar makkelijk aan. Dit bedrag dient zowel door de (verliezende) werkgever als door de (verliezende) werknemer te worden betaald, maar formele gelijkheid betekent daarom nog geen echte gelijkheid.

Draagkracht

Zonder overdrijving kunnen we stellen dat de potentiële kost om een rechtszaak in te stellen op enkele jaren bijna verdubbeld is. De voornaamste kritiek op dit systeem is inderdaad dat het abstractie maakt van de ongelijke economische verhouding tussen partijen. Werkgever versus werknemer, eigenaar versus huurder, verzekeringsonderneming versus verzekerde, de overheid versus een (particuliere) belastingplichtige: telkens hebben deze partijen een andere economische draagkracht maar toch zijn de te betalen advocatenkosten dezelfde.

De gevolgen van dit systeem lieten zich onmiddellijk voelen voor de burgers en de advocaten die vooral hun belangen vertegenwoordigen. Voortaan werd op veilig gespeeld. Principiële procedures worden minder gevoerd want als men een proces verliest draait men op voor de advocatenkosten van de tegenpartij. Veel zaken zijn echter niet zwart noch wit, maar grijs. Toch is de wet op de advocatenkosten zonder genade: the winner takes it all.

Btw

Bovenop deze controversiële wet met ingrijpende gevolgen, werden de rechtsonderhorigen in juli 2013 nog getrakteerd op de invoering van de btw op de erelonen en kosten van advocaten. In dit systeem wordt zelfs geen gelijkheid voorgehouden: wie btw-plichtig is, zoals elke onderneming, kan de btw recupereren, burgers betalen als niet btw-plichtigen de volle pot.

De invoering werd verantwoord omwille van budgettaire redenen. Enerzijds zou de btw-wet niet-becijferde/becijferbare inkomsten voor de staatskas opleveren, anderzijds zou ze ons land verlossen van de jaarlijkse boete die aan de Europese Unie diende te worden betaald wegens het feit dat wij als enige land geen btw hiefen (ongeveer 80 miljoen euro per jaar).

Middenveldorganisaties en advocatenordes trokken naar het Grondwettelijk Hof waar de zaak inmiddels werd gepleit. Blijkt dat de boete van 80 miljoen euro in feite ‘maar’ 1 miljoen euro bedraagt en het ook niet echt om een boete gaat. Zal het Grondwettelijk Hof de moed hebben de btw-plicht naar de geschiedenisboeken te verwijzen? Binnenkort is judgement day…

Verdubbeld

Wat er ook van zij, de btw-plicht heeft van de drempel voor justitie een muur gemaakt voor de gewone burger. Waar deze laatste altijd al goed nadacht alvorens een rechtszaak in te stellen, is dit nu bijna een existentiële vraag geworden. Zonder overdrijving kunnen we stellen dat de potentiële kost om een rechtszaak in te stellen op enkele jaren bijna verdubbeld is.

In tijden waarin collectieve actoren en rechten meer en meer onder druk staan en processen vaak een noodzakelijk kwaad zijn, is dit een onaanvaardbare evolutie. Toegang tot justitie en het beroep kunnen doen op een advocaat zijn fundamentele rechten.

De regering en het parlement hebben de keuze om de rechtstoegang op een democratische wijze vorm te geven of om ze verder in te perken. Met het laatste wapenfeit in fiscale zaken opteerde ze resoluut voor de tweede weg. De toekomst zal uitwijzen of het bij dit accident de parcours blijft.

Bron » De Tijd | Door Jan Buelens, advocaat Progress Lawyers Network en gastprofessor Universiteit Antwerpen

Justitie beheert 472 miljoen euro in totale chaos

De inbeslagnamedienst van Justitie heeft al een half miljard euro op zijn rekening, maar tast in het duister wat er met 20.000 zaken – ruim de helft van alle zaken – moet gebeuren. Dat bericht De Tijd vandaag.

In april ging magistraat Théo Jacobs aan de slag als directeur van het Centraal Orgaan voor Inbeslagneming en Verbeurdverklaring (COIV). Dat beheert alle gelden, bankrekeningen, wapens, diamanten en dergelijke meer die politie en magistraten over heel België in beslag nemen tijdens onderzoeken naar criminelen.

Het COIV bestaat al elf jaar, maar Jacobs luidt nu in De Tijd, in zijn eerste interview als COIV-directeur, de alarmbel over de ongelooflijke Kafka bij de dienst.

“Er staat 473 miljoen euro op de rekeningen van het COIV”, zegt Jacobs. “Dat is vooral cash geld dat justitie en politie ooit in beslag hebben genomen. Dat is een gigantisch bedrag, maar het wordt in de grootst mogelijke chaos beheerd: met 38 medewerkers zijn we zwaar onderbemand. Ook onze organisatie is nog inefficiënt.”

“We hebben 40.000 inbeslagnamedossiers”, voegt hij eraan toe. “Van ruim 20.000 zaken weten we niet wat er mee moet gebeuren. Dat zijn openstaande zaken uit de periode 2004-2011, goed voor ettelijke miljoenen euro’s.”

Bron » De Morgen