Il y a 30 ans, les “tueurs du Brabant” menaient leur premier carnage dans deux supermarchés: le délai de prescription approche, va-t-il être allongé?

Le 27 septembre 1985, les “tueurs du Brabant” menaient leur première tuerie de masse aux magasins Delhaize de Braine-l’Alleud et d’Overijse, faisant huit morts. Au total, cette bande, qui n’a jamais pu être identifiée, est responsable de 28 homicides. Un suspect a été arrêté puis relaxé, en mai 2014. Un avant-projet de loi visant à étendre la prescription à 40 ans attend actuellement d’être voté.

Le 27 septembre 1985, les “tueurs du Brabant” attaquaient le Delhaize de Braine-l’Alleud, faisant trois morts. Cinq autres personnes ont été abattues le même jour au Delhaize d’Overijse. Le 9 novembre suivant, les auteurs faisaient un carnage au Delhaize d’Alost, exécutant huit personnes.

L’enquête a pu démontrer que la bande n’en était pas à son coup d’essai. Son odyssée criminelle a en effet débuté en 1982 avec le braquage et le vol d’un fusil de chasse dans l’armurerie Bayard à Dinant. Le deuxième fait s’était produit dans la nuit du 13 août 1982 quand plusieurs individus avaient dévalisé une modeste épicerie de Maubeuge dans le nord de la France.

On leur attribue également l’attaque de l’armurerie Dekaise à Wavre le 30 septembre 1982 (un policier tué, deux gendarmes blessés), la mort du concierge de l'”Auberge du Chevalier” à Beersel le 23 décembre 1982, la mort d’un chauffeur de taxi bruxellois dont le cadavre criblé de plusieurs balles avait été retrouvé dans le coffre de son véhicule le 12 janvier 1983 à Mons.

Ils sont encore soupçonnés d’un hold-up le 11 février 1983 au Delhaize de Genval (pas de victime), d’un hold-up au Delhaize du Fort Jacco à Uccle le 25 février 1983 (un blessé léger), de l’attaque du Colruyt de Hal le 3 mars 1983 (un mort, le gérant du magasin qui avait été abattu), du vol de gilets pare-balles le 9 septembre 1983 dans l’usine de tissage Wittock-Van Landeghem à Tamise (le concierge avait été tué et sa femme grièvement blessée).

S’ajoutent encore à cette liste de méfaits, un vol de marchandises au Colruyt de Nivelles le 17 septembre 1983 (deux automobilistes d’Uccle venus faire un plein d’essence tués ainsi qu’un gendarme; un autre gendarme et un policier blessés), un hold-up au restaurant “Les trois Canards” à Ohain le 2 octobre 1983 (le propriétaire tué), la mort du gérant du Delhaize de Beersel abattu lors d’un hold-up le 7 octobre 1983 et celle d’un couple de bijoutiers d’Anderlues tués le 1er décembre 1983 lors d’un braquage dans leur magasin.

Plusieurs pistes ont été envisagées par les enquêteurs de la Cellule du Brabant : parmi les hypothèses formulées pour expliquer cette vague d’attaques qui a fait 28 morts au total, certains ont évoqué une tentative de racket orchestrée par la mafia américaine à l’encontre de la chaîne Delhaize ou encore celle des “cadavres exquis” où les assassins auraient ciblé certaines personnes qui devaient mourir et en auraient tué d’autres afin de brouiller les pistes.

Les policiers nivellois ont longtemps cru tenir les tueurs avec la filière boraine, une bande de petits truands du Borinage acquittés faute de preuves au terme d’un retentissant procès en assises en 1988. La piste politique et la perspective d’un coup d’Etat a également fait son chemin. Dans cette optique, les ravages de la bande étaient destinés à favoriser l’installation d’un pouvoir politique fort fondé sur le renforcement de la gendarmerie et de l’armée. Les milieux d’extrême-droite ont longtemps été soupçonnés.

En mai 2014, l’instruction reprise par la juge Martine Michel a connu un nouveau rebondissement avec l’arrestation de Jean-Marie Tinck, un suspect déjà entendu en 1997 sur base d’un portrait-robot mais qui avait alors été relaxé faute d’éléments. Le septuagénaire au lourd passé judiciaire se serait vanté d’avoir fait partie des Tueurs du Brabant. Sous le coup de neuf chefs d’inculpation, dont celui de meurtre, il a été relaxé depuis lors mais reste toujours suspect.

Entre-temps, un avant-projet de loi sur l’allongement du délai de prescription à 40 ans pour les crimes punissables de la réclusion à perpétuité a été déposé par le ministre de la Justice, Koen Geens (CD&V). Il doit encore être voté, ce qui semble être l’intention du gouvernement. Dans le cas contraire, l’enquête prendra fin le 10 novembre 2015, le dernier acte interruptif ayant été commis le 9 novembre 1985.

Bron » RTL info

La zone honore ses disparus

Hier, jeudi 17 septembre, les hommes de la zone Nivelles-Genappe ont rendu hommage aux gendarmes disparus durant la seconde guerre mondiale ou, comme Marcel Morue, tombé en service.

La date ne doit rien au hasard. C’est en effet le 17 septembre 1983 que le gendarme fut froidement abattu par ceux que l’on devait dénommer plus tard les tueurs du Brabant wallon. Ses enfants ont assisté à la cérémonie.

Les policiers locaux et les autorités communales de Nivelles et Genappe se sont recueillis devant la stèle dressée en leur mémoire à l’entrée du commissariat central.

“Cette cérémonie s’inscrit dans notre devoir de mémoire, évoque le bourgmestre Pierre Huart. Elle nous rappelle que le métier de policier n’est jamais tranquille, que ce soit en temps de guerre comme en temps de paix.”

Bron » L’Avenir

De Bende van Nijvel: wat kunnen we leren van het onderzoek?

Jong Vld Aalst organiseert op 17 september een sprekersavond over de aanslagen van de Bende van Nijvel. “Exact dertig jaar geleden pleegde de Bende van Nijvel één van zijn bloederigste aanslagen op de Delhaize in Aalst. Daarbij vielen maar liefst acht doden en werd bijna een miljoen cash buitgemaakt. Anno 2015 zijn de aanslag en het daaropvolgende onderzoek nog steeds in een waas van mysterie gehuld”, zegt Jong Vld.

“30 jaar na de feiten is er nog steeds geen doorbraak in het onderzoek. Normaal zouden de feiten al verjaard zijn, maar de regering besliste onlangs om het onderzoek nog niet te laten verjaren. Wat kunnen we leren van het onderzoek naar de Bende van Nijvel, zijn er fouten gebeurd in het onderzoek en wanneer komt er eindelijk een doorbraak? Op de sprekersavond brengen justitie-experte Carina Van Cauter, ex-burgemeester Annie De Maght en ex-schepen Patrick Jacobs verheldering.”

Deuren van de feestzaal van het stadhuis gaan open om 19.30 uur op donderdag 17 september.

Bron » Het Laatste Nieuws

“Ik zie Vrouwe Justitia liever dan zij mij”

“Ik weet dat het wantrouwen bij de rechters zeer diep zit, en dat ik een zware bewijslast heb om dat te herwinnen. Maar geloof me, ik kan niet harder werken dan ik nu al doe.” Voor het eerst werd minister Koen Geens (CD&V) zelfs emotioneel tijdens een gesprek.

Ik heb nooit eerder zoveel rechters zo wanhopig hun nood weten uiten dan in deze reeks. En ze hebben overschot van gelijk, vrees ik, na een tijdje te hebben meegelopen.

Koen Geens: “Wij besteden nochtans aan de hele rechterlijke orde nu al 1 miljard euro, en hebben ook per capita niet minder magistraten dan de ons omringende landen. In Neder­land geeft men 1,5 miljard uit. In beide cijfers is het moeilijk om de exacte kost en aanrekening van de gebouwen te kennen. Per hoofd van de bevolking is dat niet zo’n groot verschil. Het recht groeit wel vrijwel parallel met de economie: één procent groei betekent bijna één procent meer geschillen. Dus die belofte wil ik aangaan: dat je van de besparingen moet omschakelen naar een systeem waarbij je, samen met de verzelfstandiging, naar een budget gaat dat re­ke­ning houdt met de index plus de reële economische groei, wil je een goede rechtspraak blijven verzekeren.”

“Dat sluit niet uit dat je je moet blijven afvragen wat je kerntaken zijn, en wat je minder zou kunnen doen. Er zijn, ik noem maar iets, duizenden zaken die vandaag de rol van de rechtbank bezetten, die misschien veel beter met een bemiddeling buiten de rechtbank zouden kunnen worden opgelost.”

Wat mensen boos maakt, is de lineaire aanpak van de besparingen: evenveel in rechtbanken waar men nu al kopje onder gaat, als in rechtbanken waar het gevaar voor een burn-out heel erg klein is.

“Middelen moeten worden verschoven in functie van de echte werklast, dat lijkt me een correcte benadering: maar wie is beter geplaatst om die te meten, in te schatten, en toe te wijzen dan de rechterlijke macht zelf? Dan is verzelfstandiging toch net een antwoord op hun kritiek?”

Als het budget groot genoeg is, en het geen oefening wordt, zoals ze allen vrezen, om alleen maar de miserie te moeten verdelen, en onderling te gaan vechten voor de verdeling van een magere koek.

“I hear them loud and clearly. Ik begrijp perfect dat ze nu al decennia met een politiek van schaarse middelen moeten leven, en ze voelen zich zo dikwijls bedrogen dat ze nu de nieuwe minister niet geloven. Ik begrijp dat ze met mij voorlopig alleen een verstandshuwelijk zien zitten, en dat ik aan een zware bewijslast zal moeten voldoen vooraleer Vrouwe Justitia mij even graag zal zien als ik haar. Ik zal mijn best doen.”

“Maar je kunt niet verwachten dat ik in tien maanden recht­trek wat sedert de Tweede Wereldoorlog is scheefgegroeid. Als we de derde macht een toekomst willen geven, dan is die verzelfstandiging echt nodig. Ik begrijp het wantrouwen, maar ik heb dit jaar al wel 820 vacatures open of opnieuw open verklaard, en 300 tijdelijken aangeworven, ik heb alle tijdelijken verlengd…”

De 450 aanwervingen die u onlangs aankondigde, zijn in overgrote meerderheid geen bijkomende mensen, maar mensen die nu al werken binnen justitie, en eindelijk mogen postuleren voor de job die ze nu al doen. Dat is bijna de mensen treiteren, vind ik.

“Dat waren vervangingen, ja. Maar ik heb daar helemaal geen hoera­stemming rond gecreëerd. Ik kan er ook niet aan doen dat een journalist dat opmerkt in Het Staatsblad en daar een stuk over schrijft. Maar daarnaast zijn er nu wel 300 volledig nieuwe tijdelijke jobs open verklaard.”

Je kunt in tien minuten uitleggen waarom je een rood licht genegeerd hebt, maar tien minuten krijgen om een nieuwe bezoekregeling te vragen voor je kinderen die regelmatig een tik krijgen van de nieuwe partner van je ex: dat is om frustraties vragen. Nochtans is dat de realiteit van de familiekamers geworden.

“Nochtans zijn de meeste familie­rechters dan weer tevreden met de nieuwe procedure rond minnelijke schikkingen, die zaken oplost voor ze bij hen kunnen komen. Zo kun je bij ieder type rechtbank dingen vinden die daar eigenlijk beter niet zouden terecht­komen. Altijd opnieuw moet je je dan eerst afvragen: is al het werk dat je doet echt nodig, of kunnen we dat buiten je zittingzaal houden? Want als je daarin slaagt, heb je meer tijd voor de zaken die overblijven, en spaar je ook nog middelen uit. Dat lijkt me een betere strategie dan steeds maar meer zaken in de rechtbank toe te laten, waarvan de rechters ook niet goed weten wat ze daar komen doen.”

Goed, maar in afwachting daarvan ben ik als burger de afgelopen maanden wel bang geworden om ooit mijn zaak voor een rechtbank te moeten brengen: het zal op een drafje moeten gebeuren voor een oververmoeide rechter. Of dat een kwaliteitsvol vonnis zal opleveren… Ik twijfel daar oprecht aan.

“Oké, maar je zult dat alleen kunnen oplossen als je focust op wat prioritair is, als je leert bondig en efficiënt te zijn, en je middelen optimaal inzet. Waarom zou je bijvoorbeeld niet het systeem van de alleenzetelende rechter veralgemenen, in plaats van voor sommige kamers met drie rechters te blijven zetelen?” (Het Wets­ontwerp Burgerlijk Proces­recht, de zogeheten Pot­pourri 1, waar­in dit is opgenomen, werd donderdag aangenomen in het parlement, red.)

Dat is een beetje de redenering dat negen vrouwen ook in een maand een baby zouden moeten kunnen baren. De drie rechters schrijven na hun beraad elk een derde van de vonnissen, dus ze apart laten zetelen levert hooguit 10 procent winst op, schatten ze.

“Wij denken dat het 30 procent oplevert, maar zelfs 10 procent is niet niets, toch?”

Er zijn ook dingen die ze zelf als besparing zien: het afschaffen van assisen levert u morgen 34 extra magistraten op.

“Ik ben het daar helemaal mee eens, het staat ook opgenomen in mijn tweede wetsontwerp, dat nu terugkomt van de Raad van State. In die voorstellen zitten trouwens heel wat voorstellen die vanuit de magistratuur komen. Ik ga het dus doen: assisen drastisch reduceren. Maar ik kan er ook niet aan doen dat al die ideeën door de regering moeten, voorbij de Raad van State, de Commissie Justitie, de plenaire vergadering, en dat kost zijn tijd. Maar ik denk niet dat je veel ministers gaat vinden die al zoveel wetgeving op de plank hebben liggen als ik.”

In België wordt recht­gesproken in 257 gerechtsgebouwen, in Nederland in 30.

“En waar hebt u dat gegeven gevonden? Toch in mijn justitieplan? Enfin. Wacht nu even. (staat op, loopt boos het kantoor uit, komt terug met een dossier) Hier kijk: 7 augustus, masterplan voor een modern beheerd gebouwenplan van de rechterlijke macht. Enfin, je mag mij veel verwijten, maar niet dat ik niet bezig ben. Ik ga dat rationaliseren, ja. Dus kom niet zeggen dat ik niets doe, ik werk ongeveer dag en nacht, ik kan écht niet beter of sneller. (even stil) Excuus voor deze uitbarsting, maar u lokt mij uit.”

Beroepsmisvorming, ook mijn excuses.

“Voor de vredegerechten, die de meerderheid van die gebouwen gebruiken, pleit het regeer­akkoord voor het fuseren van sommige kleine en onderling nabijgelegen vredegerechten, of voor een herlocatie van vredegerechten naar andere overheidsgebouwen, dan spaar je weer een gebouw uit.”

“Dat ligt overigens gevoeliger bij sommige betrokken politici dan bij de vrederechters zelf. In het Vlinderpaleis in Antwerpen zetelen zeven vrederechters voor zeven kantons, elk met een griffie. Is het doodzonde om daar één grote en meer flexibele griffie voor te organiseren?”

“In veel eengemaakte rechtsgebieden blijven er desondanks vijf of meer zittings­plaatsen voor de eerste aanleg. Bij wijze van voorbeeld: in het eengemaakte rechtsgebied West-Vlaanderen blijft men recht­spreken in Oostende, Kortrijk, Brugge, Ieper en Veurne. Daar is ruimte voor verbetering, denk ik dan. Ik heb u net het masterplan voor de gebouwen laten zien, maar de inhoud is een primeur voor de regering. Ik garandeer u dat het geen makkelijke discussie zal worden.”

De vrederechters schermen dan weer met het argument van de laagdrempelige nabijheids­justitie.

“Die nabijheid apprecieer ik ten zeerste en moet blijven. Anderzijds heb ik nog nooit iemand weten binnenkomen in het Universitair Ziekenhuis van Leuven om geholpen te worden die als eerste opmerking had: ‘Amaai, dat was ver om hier te geraken.'”

Nee, maar waarschijnlijk is hij wel doorverwezen door de huisarts in zijn wijk.

“Oké, maar de advocaat is de eerste lijn. En mensen hebben niets tegen het grote ziekenhuis, omdat ze er binnen de tien minuten ingeschreven zijn, de pijltjes kunnen volgen naar waar ze in dat grote complex moeten zijn, en hun afspraak altijd met een marge van hooguit een half uur wordt nageleefd.”

“Terwijl wij met zoveel gebouwen zitten dat er geen personeel genoeg is om al die mensen wegwijs te maken, er geen pijlen getrokken worden omdat zoiets de veiligheid in het gedrang zou kunnen brengen, je dus ook verdwaalt, maar dat is niet eens zo erg want je zaak begint doorgaans toch niet op het afgesproken uur. En daar sta je dan, voor het eerst in je leven in een rechtbank, op van de zenuwen want je bent je auto al niet kwijtgeraakt en je vindt de zaal niet. Ook daar is veel ruimte voor verbetering.”

Een ander heikel punt: rechts­pleging wordt zo duur dat het alleen nog voor de absoluut min­vermogenden en voor de rijken te doen blijft. Voor de lagere middenklasse is justitie een luxe­product geworden.

“Dat gevaar dreigt, net daarom dat we op termijn wel naar een vorm van verplichte rechts­bijstands­verzekering zullen moeten evolueren, zoals dat vandaag al min of meer in Duitsland bestaat, en bij ons in de ziekte­verzekering. Maar daarvoor zal nog veel weerstand bij de bevolking moeten worden weggewerkt. Een fiscale incentive zou daarbij kunnen helpen. Daarover werd gesproken bij de regeringsvorming.”

“We moeten ook tot barema’s komen voor bepaalde procedures. Je weet nu wat een doktersbezoek of een bevalling je kost, maar niet wat de rekening van je advocaat zal zijn, want die rekent vandaag zijn prestaties min of meer per uur aan. Vandaag associeert men de vrije keuze van advocaat met een vrije vast­stelling van ereloon. Maar mijn arts, die ik ook vrij kies, houdt zich meestal wel aan conventies en prijs­afspraken. Waarom zou dat niet in de advocatuur kunnen? Er zullen zelfs meer zaken zijn.”

Rechters hebben vaak het gevoel dat ze in een theater meedraaien. Hoog­opgeleide mensen denken er hard na of ze iemand een jaar of twee jaar cel gaan geven, om vervolgens vast te stellen dat er niets met hun uitspraak gebeurt.

“Ik heb gisteren nog tot bijna middernacht vergaderd met de mensen die de wijzigingen aan het wetboek van strafvordering en het wetboek van strafrecht voorbereiden. Op de nieuwe straffenschaal zullen er geen straffen onder het jaar meer mogelijk zijn. In een jaar kun je niets leren in de gevangenis, enkel dingen af­leren.”

Dan nog is er geen garantie dat die uitgevoerd worden. Vandaag gebeurt niets onder de drie jaar, tenzij soms een tijdje enkelband.

“Het heeft inderdaad weinig zin straffen uit te spreken als je ze niet uitvoert. Maar het heeft ook geen zin om mensen dan maar in voorhechtenis te laten zitten, zoals nu te vaak gebeurt. Die zitten daar ’te wachten’ op hun proces en komen dus niet in aanmerking voor integratie of vorming binnen de gevangenis. Inmiddels zit meer dan 30 procent van onze gevangenen in voorhechtenis, en teken ik per maand een tiental gevallen, waarvan een zestal met schadevergoedingen, voor mensen die, zo blijkt achteraf, onschuldig in voorhechtenis hebben gezeten.”

“Ik zeg niet dat men dat systematisch gebruikt als een soort voorafname op de straf, vanuit het idee ‘dan hebben ze dat tenminste gehad’, maar het gebeurt naar mijn smaak soms toch, en wellicht te veel.”

“Dus waarom niet een beperking opleggen: u zit in voorlopige hech­tenis voor feiten waarop bij schuld maximaal vijf jaar staat? Dan kunt u niet langer dan vier maanden vastgehouden worden voor u uw proces krijgt. Dan volgt uw proces sneller. En krijgt u daar dan vijf jaar, dan gaan we die straf ook kunnen uitvoeren, want er zit niet langer iemand met voorlopige hechtenis in uw cel. Lijkt u dat ook niet logischer?”

Bron » De Morgen

Overheid stemt over wet die moet voorkomen dat zaak Bende van Nijvel verjaart

De stemming van de eerste potpourriwet van minister van Justitie Koen Geens door de Kamer moet voorkomen dat twee zaken verjaren, het dossier van de Bende van Nijvel en een nieuwe zaak van kindermoord tegen zuurgooier Richard Remes. Zo benadrukte minister Geens donderdag in de Kamercommissie Justitie bij de aanvang van de artikelsgewijze bespreking. Het eerste dossier verjaart op 9 november, het tweede dossier op 25 oktober.

Tot nu toe kan een onderzoek naar misdaden waarvoor de dader levenslang kan krijgen, maximaal dertig jaar duren. Maar de kans is bijzonder klein dat tegen 9 november 2015, dertig jaar na de overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst, het mysterie rond de Bende van Nijvel zal worden opgelost.

De verlenging van de verjaringstermijn redt ook op de valreep het tweede assisenproces tegen zuurgooier Richard Remes. De Brusselaar werd door het hof van assisen al eerder veroordeeld voor de verminking van zijn ex-vriendin met zwavelzuur. Nu wordt hij beschuldigd van kindermoord op het 17 maanden oude dochtertje van zijn toenmalige vriendin. Maar dat proces moest voor 25 oktober 2015 plaatsvinden, terwijl de agenda van het Brusselse assisenhof propvol zit. Dankzij de verlengde verjaringstermijn kan dat tweede assisenproces dan toch nog plaatsvinden.

De eerste potpourriwet moet het burgerlijk proces aanpassen aan de noden van de tijd, ‘zodanig dat de procedures sneller en efficiënter verlopen zonder dat de kwaliteit van de rechtsbedeling vermindert’. Het ontwerp bevat ook een aantal dringende wijzigingen aan inzake rechterlijke organisatie en strafprocedure, waaronder de verlenging van de verjaringstermijnen. Die wordt van 15 op 20 jaar voor misdaden waar een levenslange gevangenisstraf op staat of niet-correctionaliseerbare misdaden tegen minderjarigen. De commissie wil vrijdag over het wetsontwerp stemmen. Daarna dient de plenaire Kamer zich nog in oktober over de tekst uit te spreken.

Bron » De Standaard