Opinie: Wie bewaakt de privébewaker?

Als de overheid haar geweldsmonopolie deels uitbesteedt en de zorg om de veiligheid van haar burgers in private handen legt, dan moet ze die privébewakers aan strenge richtlijnen onderwerpen, schrijft Jordi Lesaffer.

In ‘De stille opkomst van de private bewaker’ wordt uitvoerig ingegaan op de opportuniteiten die zich aandienen voor de private beveiligingssector door de terreurdreiging in ons land. In een bui van mercantiel enthousiasme oppert iemand zelfs dat private bewakers de Nobelprijs voor de vrede moeten krijgen.

Dat lijkt me voorbarig. Zo blijft het onduidelijk aan welke ‘strikte kwaliteitseisen’ bewakingsagenten in de praktijk precies zouden moeten voldoen. Zeker nu moeten we daarover dringend klaarheid scheppen. Dat de overheid een van haar kerntaken – de veiligheid van de burgers verzekeren – deels uitbesteedt én een deel van haar geweldsmonopolie afstaat, is geen detail.

Blijkbaar zijn veel bewakers het slachtoffer van fysiek of verbaal geweld. Dat is inderdaad onaanvaardbaar, maar we moeten evengoed voorkomen dat een burger het slachtoffer wordt van fysiek of verbaal geweld van private beveiligingsagenten.

Stereotypering en stigmatisering

In het huidige klimaat van stereotypering en stigmatisering, waarbij elke moslim of persoon van vreemde origine bijna per definitie verdacht is en veel meer kans heeft om gecontroleerd te worden, zijn duidelijke richtlijnen en criteria nodig voor de publieke uitbesteding van beveiligingstaken aan private dienstverleners. Dat het aantal klachten van burgers die zich geviseerd voelen of zelfs fysiek en verbaal geweld moesten ondergaan van privébewakers enorm toeneemt, onderstreept die noodzaak nog eens.

De sector moet duidelijk maken dat hij de mensenrechten onderschrijft, dat hij een non-discriminatiebeleid voert (zowel voor het personeel als tegenover de burger) en dat hij de privacy respecteert. De bewakers moeten ook goede opleidingen krijgen rond deze thema’s, dat kan eventueel in samenwerking met middenveldorganisaties die stereotypering helpen te doorbreken.

Al gaat dat natuurlijk ook op voor overheidsagenten. Er is tot dusver geen enkele indicatie dat private bewakingsagenten meer fysiek of verbaal geweld zouden gebruiken dan politieagenten. Maar als de overheid een deel van haar kerntaken uitbesteedt aan de private sector, dan mogen en moeten we strenge eisen stellen die ook internationaal ondersteund worden, onder meer door de VN en de Oeso.

De meeste multinationale ondernemingen en ook de particuliere beveiligingssector zijn zich bewust van het feit dat ze moeten voorkomen direct betrokken te raken bij mensenrechtenschendingen. In de praktijk durft het al eens mis te lopen. De laatste jaren ligt met G4S een van de grote wereldspelers onder vuur wegens zijn activiteiten in bepaalde landen en regio’s en mogelijke betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen.

Er is nog werk aan de winkel.

Bron » De Standaard | Jordi Lesaffer, Expert maatschappelijk verantwoord ondernemen