Van IRA en Rote Armee tot IS: terreurbewegingen komen en gaan

Ook in de jaren zeventig en tachtig waren er terreuraanslagen in West-Europa. De bewegingen van toen stierven af, omdat ze geen brede steun kregen. Gebeurt dat straks ook met het huidige islamterrorisme?

“Er is een voor en er is een na 22/3.” Premier Charles Michel blijft de woorden herhalen. Afgelopen weekend nog. Hij vertolkt een gevoel dat breed gedeeld wordt. Aan zeventig jaar vrede is een einde gekomen. Niemand kan zich meer echt veilig voelen. Na de oorlog dachten we dat conflicten in redelijkheid konden worden opgelost. Er is een nieuwe tijd aangebroken, waarin we die luxe niet meer hebben.

Maar toch: wie de statistieken bekijkt, ziet dat terroristisch geweld in de jaren zeventig en tachtig heel gewoon was in West-Europa. Het afschuwelijke 2015 zou in die tijd een doorsneejaar zijn geweest – al vielen op 13 november in Parijs erg veel slachtoffers in één keer.

We vergeten soms hoe gewelddadig het recente verleden is. In 1972 vermoordde het Noord-Ierse IRA 321 burgers. Aan het einde van de ‘Troubles’ had een op de vijf Noord-Ieren een familielid dat gedood of gewond was door sektarisch geweld. Het IRA sloeg ook in Engeland toe. Zo werden in november 1974 twee pubs in Birmingham opgeblazen, waarbij 21 mensen om het leven kwamen. Bij aanslagen van de Baskische ETA kwamen volgens de officiële cijfers 829 mensen om het leven, onder wie de Spaanse premier Carrero Blanco en 21 bezoekers van een supermarkt in Barcelona.

Europese oorlog

De extreemlinkse West-Duitse Rote Armee Fraktion en de Italiaanse Rode Brigades legden zich toe op het vermoorden van politici, magistraten, bankiers en industriëlen. Tot de slachtoffers behoorden de Italiaanse ex-premier Aldo Moro en Hanns-Martin Schleyer, voorzitter van de Duitse werkgevers. Aan de andere kant van het politieke spectrum bliezen Italiaanse fascisten in 1980 het station van Bologna op: 85 doden.

Het hedendaagse islamitisch terrorisme heeft enkele raakvlakken met dat van IRA en ETA. Volgens de Amerikaanse terrorisme-expert Robert Pape heeft Islamitische Staat vooral territoriale doelstellingen: de aanslagen van november in Parijs en in Brussel zouden het Westen ertoe moeten aansporen het kalifaat met rust te laten.

Toch is het niet aannemelijk dat West-Europa verschoond zou blijven van terrorisme als de bombardementen op Syrië en Irak gestaakt zouden worden. Meer dan op IRA-strijders lijken de broers Kouachi of El-Bakraoui op Andreas Baader (RAF) of Renato Curcio (Rode Brigades): dezelfde voorliefde voor wapens en de glamour van geweld, dezelfde haat tegen de eigen samenleving, dezelfde bereidheid te doden voor ‘een betere wereld’.

Volgens de Franse islamexpert Gilles Kepel hanteert IS ook een soortgelijke strategie als de RAF of de Rode Brigades. De linkse extremisten wilden de massa wakker schudden uit het valse bewustzijn van haar consumentistische sluimer. In reactie op de terreurdaden zou de kapitalistische staat zijn ware, dictatoriale gezicht laten zien, waarop de arbeiders massaal in opstand zouden komen, zo wilde de theorie.

Islamitische Staat wil een burgeroorlog in Europa ontketenen, zegt Kepel, een strategie die werd geformuleerd in Abu Musab al-Suri’s invloedrijke traktaat Oproep tot mondiaal islamitisch verzet uit 2005. Herhaaldelijke aanslagen moeten leiden tot een reactie tegen alle moslims: mishandeling van vrouwen met hoofddoeken, aanvallen op moskeeën, zelfs lynchpartijen. Als gevolg daarvan zullen steeds meer moslims de kant van de islamisten kiezen, waardoor Europa in brand wordt gezet.

De marxistische revolutie bleek een hersenschim. De kapitalistische staten bleken veel veerkrachtiger dan de linkse extremisten hadden gedacht. Zelfs het zwakke, corrupte, door de maffia geteisterde Italië bleef overeind.

Het idee dat de islamisten een Europese burgeroorlog zouden kunnen winnen, is even onzinnig, maar niettemin lijken de islamitische terroristen een zwaardere tegenstander dan de linkse extremisten van weleer. Hun netwerken zijn groter. De RAF telde ongeveer 75 leden, terwijl er alleen al tweeduizend Fransen bij de jihad in Syrië betrokken zijn. De connectie tussen geradicaliseerde westerse jongeren en het politiek-militaire moeras in het Midden-Oosten is bijzonder giftig, veel gevaarlijker dan de steun die linkse extremisten destijds ontvingen van de DDR, de Sovjet-Unie en Palestijnse guerrilla’s.

Daarnaast is de West-Europese samenleving zwakker dan in de jaren zeventig, toen de grote volkspartijen nog stevig in het zadel zaten en het vertrouwen in de staat groter was.

Bovenal raakt het terrorisme dé zwakke plek van het huidige Europa: het verlangen naar identiteit. In een vlottende wereld van immigratie, globalisering en Europese Unie verlangt menig burger naar de duidelijkheid van de monoculturele natiestaat.

Ook veel immigranten voelen zich verloren in West-Europa en klampen zich vast aan een islam die wel een duidelijke identiteit verschaft. Zo dreigt Europa steeds meer bevangen te raken door een identitaire koorts. Het is niet moeilijk om je de vicieuze cirkel voor te stellen die Al-Suri voorspelde: aanslagen, een reactie tegen álle moslims, meer steun voor het islamisme, nieuwe aanslagen, een nog sterkere reactie tegen moslims, enzovoort. Zo kunnen nationalisten en islamisten elkaar opjagen naar een situatie die inderdaad op een burgeroorlog gaat lijken.

Belangrijk daarbij is de vraag hoeveel steun terroristen vanuit de Europese moslimbevolking krijgen. De Rote Armee Fraktion en de Rode Brigades stierven af omdat ze geen enkele respons kregen vanuit het proletariaat dat ze zeiden te vertegenwoordigen. Of de islamitische terroristen in eenzelfde isolement terecht zullen komen, is mede afhankelijk van de tactiek die ze kiezen.

Politieke vergissing

Voor gerichte aanvallen, zoals in januari 2015 op Charlie Hebdo en de Joodse supermarkt HyperCacher, is meer begrip dan voor blinde aanslagen als in Brussel of in november in Parijs. Zowel in januari als in november 2015 veroordeelden verreweg de meeste Franse moslims de terreurdaden. Maar in januari proefde je ook een zekere dubbelzinnigheid. Natuurlijk moet je geen mensen doodschieten, zeiden sommige moslims, maar wat die tekenaars hadden gedaan was ook niet fraai. Lang niet iedereen wilde Je suis Charlie zeggen. Daarnaast kwam soms een schrikbarend antisemitisme aan de oppervlakte.

Die dubbelzinnigheid ontbrak in november. Vrijwel alle moslims die door de media werden ondervraagd vonden het krankzinnig om willekeurige mensen van een terras te schieten. In januari werd de herdenking van de slachtoffers van Charlie Hebdo op meer dan tweehonderd Franse scholen verstoord. In november werden vrijwel geen incidenten gemeld, evenmin als bij de herdenking in Brussel deze week.

“De aanslagen van november waren een politieke vergissing van IS”, zei islamexpert Gilles Kepel in Le Figaro. Hij verwees naar de Algerijnse terreurgroep GIA, die zichzelf in 1997 isoleerde door een ‘hypergeweld’ waarvan zelfs haar sympathisanten zich walgend afkeerden. Uiteindelijk vernietigt wreedheid zichzelf, stelt de Franse politicoloog Dominique Moïsi. De vraag is alleen hoeveel slachtoffers er nog moeten vallen voor dat het keerpunt bereikt is.

Bron » De Morgen