Geens wil mogelijkheid om erkenning beroepsjournalist in te trekken

Een voorontwerp van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst van minister van Justitie Koen Geens en minister van Defensie Steven Vandeput voorziet de mogelijkheid om de erkenning van een beroepsjournalist in te trekken, indien de inlichtingendienst oordeelt dat zijn activiteiten verband houden met de dreigingen voorzien in de wet. Dat blijkt uit een advies van de Privacycommissie, die het voorstel ongunstig adviseerde.

Het gaat om het “voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst”. Geens en Vandeput willen daarmee de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de zogenaamde BIM-wet, actualiseren.

“Het beoogt de correctie van procedureproblemen die soms een snel en doeltreffend gebruik van de methoden in de weg staan, het verduidelijken van bepalingen die niet helemaal duidelijk zijn, het regelen van sommige situaties die buiten beschouwing zijn gelaten en wil rekening houden met de technologische evoluties en mogelijkheden”, zegt de Privacycommissie, die op 18 mei een gunstig advies uitbracht over de meeste punten van het voorontwerp.

Het voorontwerp besteedt ook aandacht aan “de beoordeling door de inlichtingendiensten van de hoedanigheid van journalist”, zo blijkt uit het advies. “Zo wordt voorzien dat het diensthoofd van de inlichtingendienst aan de BIM-commissie (Bijzondere Inlichtingenmethoden, nvdr) kan voorstellen om deze bijzondere bescherming in te trekken indien hij ernstige aanwijzingen kan aangeven die rechtvaardigen dat het doelwit deze niet verdient gezien zijn activiteiten die verband houden met de dreigingen bedoeld in de WIV (wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, nvdr).”

“Dekmantel”

In de memorie van toelichting wordt gemeld dat “sommige personen de titel van journalist gewoonweg als dekmantel gebruiken voor hun spionage- of inmengingsactiviteiten op ons grondgebied, zonder dat zij werkelijk de functie van journalist uitoefenen en zonder ook maar één nieuw artikel te publiceren”. De bescherming die ze dan krijgen, is niet of niet meer te rechtvaardigen, vinden Geens en Vandeput.

Ongunstig advies van Privacycommissie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gaf echter een ongunstig advies over dat punt van het voorontwerp. “De Commissie stelt zich fundamentele vragen bij de verenigbaarheid van de maatregel met de bepalingen van de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist en de democratische bescherming die voortvloeit uit dit statuut”, stelt de Privacycommissie.

Het voorontwerp dateert van maart en staat los van het voornemen van minister Geens om de straffen op het lekken van geheime informatie te verdubbelen tot maximum een jaar.

Bron » Het Nieuwsblad