Topmagistratuur moet zichzelf onderzoeken in Kazakhgate

Het Brusselse parket moet zijn Kazakhgate-dossier overdragen aan het parket-generaal omdat er mogelijk smeergeld terechtkwam bij de vzw van een topmagistraat, die enkel onderzocht kan worden door de Brusselse procureur-generaal. Maar omdat zijn parket-generaal een omstreden minnelijke schikking sloot met hoofdrolspeler Patokh Chodiev dreigt een belangenconflict. De voorzitter van de onderzoekscommissie, Dirk Van der Maelen (sp.a), vreest dat “de aandacht van de hoofdzaak nu afgeleid zal worden naar bijzaak”.

Het gerechtelijke en parlementaire onderzoek naar Kazakhgate krijgt een nieuwe wending nu de Brusselse advocaat-generaal Jean-François Godbille opduikt in het onderzoek. Godbille, zelf gespecialiseerd in financiële dossiers, moet uitleg verschaffen over verdachte transacties naar de scouts-vzw waarvan hij voorzitter is.

Het nieuwe spoor begon bij Catherine Degoul. De Franse advocate van Oezbeeks-Belgisch zakenman Patokh Chodiev zou op 11 januari 2012 een bedrag van 25.000 euro gestort hebben op de rekening van het liefdadigheidsfonds van prinses Léa (schoonzus van oud-koning Albert II). Ze deed dat naar eigen zeggen op advies van ex-Senaats­voorzitter Armand De Decker (MR), die al onderzocht wordt omdat hij als Belgisch advocaat van Chodiev hand-en-spandiensten zou hebben geleverd om de omstreden afkoopwet in 2011 versneld te laten goedkeuren door het parlement ten gunste van zijn cliënt.

Uit de rekeningen van prinses Léa’s fonds zou nu volgens Le Vif blijken dat gelijktijdig met Degouls transactie gelden werden doorgestort aan de religieuze en multiculturele scoutsvereniging ‘Amitié et Fraternité Scoute’ (AFS), waarvan Godbille voorzitter is. Godbille ontkende gisteren “geschokt” iets fout te hebben gedaan. “Ik zal ten gepaste tijde mijn eer verdedigen,” zei hij aan De Morgen.

‘Privilege van procureur-generaal’

Maar het onderzoek naar Godbille maakt de rechtsgang van Kazakhgate wel plots problematisch, waarschuwt oud-rechter en ex-raadsheer bij de Comités I en P Walter De Smedt. “Omdat vervolging van een topmagistraat in België nog altijd het privilege is van de procureur-generaal (in Brussel is dat nu Johan Delmulle, in 2011 was dat Marc de le Court, MR), krijg je nu een situatie waarbij het parket-generaal zijn eigen rol in de zaak moet onderzoeken.”

In het geval van Kazakhgate dreigt dan een regelrecht belangenconflict omdat Chodiev op 17 juni 2011 een geheime minnelijke schikking afsloot met datzelfde Brusselse parket-generaal. Hij betaalde enkele tientallen miljoenen om niet langer vervolgd te worden in een corruptiezaak rond Tractebel-investeringen in Kazachstan. Godbille speelde geen rechtstreekse rol in de minnelijke schikking maar volgens De Smedt is dat relatief. “In België werkt het parket-generaal één en ondeelbaar. Ze zijn minstens op de hoogte van elkaars dossiers, en de toenmalige procureur-generaal was dat zeker.”

Volgens De Smedt zou minister van Justitie Koen Geens er daarom goed aan doen om het dossier nu te onttrekken aan het Brusselse parket-generaal. “Dit zou best onafhankelijk worden onderzocht door het parket-generaal van het Hof van Cassatie”, zegt hij.

Militair materieel

Hoe dan ook dreigt er ernstige vertraging voor het onderzoek. De voorzitter van de onderzoekscommissie, Kamerlid Dirk Van der Maelen (sp.a), reageert bezorgd op de nieuwe ontwikkelingen. “Ik heb komende maandag overleg met de verbindingsmagistraat over de mogelijke gevolgen”, zegt hij aan De Morgen, “maar ik vrees nu al dat een bijzaak, een onderzoek naar 25.000 euro, de aandacht zal afleiden van de hoofdzaak: een staatszaak waarmee vele miljoenen euro’s gemoeid zijn.”

Naast Chodiev profiteerde van zijn minnelijke schikking vooral de Franse staat. Die wist dankzij zijn juridische vrijgeleide via de oligarch voor 2 miljard euro militair materieel te verkopen aan Kazachstan.

Bron » De Morgen