Hoe ver mogen burgerinfiltranten gaan?

Binnenkort mogen niet alleen politieagenten maar ook burgers infiltreren in de georganiseerde misdaad. Om te vermijden dat ze door de mand vallen, zullen ze ook kleine misdrijven mogen plegen. Hoe ver gaat dat, en hoe wenselijk zijn burgerinfiltranten? “Het moet tot in de puntjes geregeld zijn, anders is de kans groot dat het misgaat.”

Het doet denken aan een spannende thriller. Om een zware gangster of een criminele bende te kunnen arresteren, gaat een politieagent undercover. Om zijn dekmantel te beschermen, ziet hij zich genoodzaakt om ook zelf enkele misdrijven te plegen.

Nu is de werkelijkheid niet altijd even spannend als de – meestal Amerikaanse – fictie, maar ook in ons land voeren politieagenten undercoveroperaties uit. Voortaan is dat recht niet langer voorbehouden aan de politie, maar zullen er ook burgerinfiltranten kunnen worden ingezet. Dat besliste de federale regering gisteren.

Ook die burgerinfiltranten zullen dus kleine misdrijven mogen plegen. Maar waarover spreken we dan? Zullen zij bijvoorbeeld ook wapens mogen gebruiken? “De burgerinfiltrant kan enkel bepaalde misdrijven plegen als die op voorhand specifiek gemachtigd zijn door het federaal parket. Er worden verschillende regelingen opgezet om de infiltrant hierbij nauwlettend in het oog te houden”, klinkt het op het kabinet van justitieminister Koen Geens (CD&V). Wapens gebruiken lijkt alvast uit den boze. “Denk eerder aan het huren van een auto of flat voor gekende terroristen, of aan het vervoeren van criminelen.” Ook federaal procureur Frédéric Van Leeuw benadrukt dat de burgerinfiltranten “geen soort James Bond” worden.

Iedereen lijkt het er roerend over eens dat het inzetten van burgerinfiltranten noodzakelijk is. Over dat principe was binnen de regering weinig discussie. “Het moet natuurlijk wel voldoende omkaderd zijn”, zegt vicepremier Alexander De Croo (Open Vld). Op dit moment gebruikt de politie regelmatig informanten, maar in terrorismedossiers wordt dat hoe langer hoe moeilijker, zegt Geens’ woordvoerster. “Door de zeer ruime strafbaarstellingen is zelfs de minste tussenkomst die een informant doet, op zich ook een misdrijf.”

En ook politie-infiltranten botsen bij terrorisme en bij bepaalde vormen van georganiseerde criminaliteit op hun limieten. “De multiculturaliteit is zeer beperkt binnen de eenheden die instaan voor infiltratie. Bij de Albanese maffia, of bij terreurgroepen geraakt de politie bijvoorbeeld niet binnen”, weet Brice De Ruyver, professor strafrecht en criminologie aan de UGent. “Daarom is het in extreme situaties aangewezen om burgerinfiltranten te gebruiken.”

Uitwassen

Maar, voegt De Ruyver eraan toe, dan moet het wel bijzonder strikt geregeld worden. Het is immers niet de eerste keer dat het gebruik van burgerinfiltranten in ons land mogelijk gemaakt wordt. De vorige keer liep dat echter af met een sisser. In 1971 liet toenmalig minister van Justitie Alfons Vranckx zich inspireren door de Verenigde Staten, waar de infiltranten vooral in het drugsmilieu werden gebruikt.

“Maar er was geen wettelijke basis, aangezien Vranckx dat in een koninklijk besluit (KB) geregeld had. Bovendien was daarin niet duidelijk omschreven wat ze precies mochten doen, en wie er bevoegd was om hen die toestemming te geven. De burgerinfiltranten werden volledig aan hun lot overgelaten, en werden dus weleens gerold in het criminele milieu. Sommigen begonnen zelf een drugstrafiek te organiseren”, vertelt De Ruyver. De lijn tussen infiltranten en ‘gewone’ criminelen was dus bijzonder dun geworden.

Daarom is het van groot belang dat er lessen getrokken worden uit het verleden. De Ruyver: “Ik ben voorstander, maar het moet wel tot in de puntjes geregeld zijn. Anders is de kans groot dat het misgaat.” Op het kabinet van Geens wordt benadrukt dat bijzonder omzichtig met de burgerinfiltranten zal worden omgesprongen. Zo zullen ze enkel kunnen worden ingezet voor de zwaarste misdrijven, én pas als politionele infiltratie onmogelijk is. Daarvoor moeten zowel het Openbaar Ministerie als het federaal parket hun toestemming geven, die maandelijks moet worden herzien.

De infiltranten zullen ook strikt worden opgevolgd. “Er wordt een doorlopende risicoanalyse uitgevoerd op de burgerinfiltrant. Tussen het parket en de burgerinfiltrant wordt een memorandum afgesloten, waarin duidelijk de rechten en plichten vermeld staan.”

Bron » De Morgen