Opinie: Waarom burgerinfiltratie geen goed idee is

In België, maar ook in de meeste andere Europese landen, kan vandaag enkel worden geïnfiltreerd door een daartoe speciaal opgeleide politieambtenaar. Een infiltratie is een zogenaamde ‘bijzondere opsporingsmethode’ en houdt in dat een politieambtenaar, onder een fictieve identiteit, duurzaam contact onderhoudt met een of meerdere personen van wie er ernstige aanwijzingen zijn dat zij zich inlaten met een criminele organisatie of dat zij ernstige feiten plegen. De infiltrant kan ook toegestaan worden om in het kader van de infiltratie bepaalde misdrijven te plegen.

Deze bijzondere opsporingsmethode deed de laatste jaren al heel wat stof opwaaien. Niet het minst omdat, vooral vanuit de advocatuur, de totale oncontroleerbaarheid ervan werd aangeklaagd.

De praktijk wijst uit dat de voorgeschreven controle door de Kamer van Inbeschuldigingstelling een loutere theoretische oefening is, omdat geen enkele tegenspraak omtrent het vertrouwelijk dossier mogelijk is. Ook de rechter die uiteindelijk moet oordelen over de schuld van de verdachte, kan deze vertrouwelijke kaft niet inzien, en dus de inzet van een politionele infiltrant totaal niet controleren op de correctheid van uitvoering.

Uitlokken

Het gevaar is nochtans niet denkbeeldig, en een aantal onfrisse voorbeelden tonen dit aan, dat politiefunctionarissen strafbare feiten uitlokken, wat verboden is. Politiemensen dienen om misdrijven vast te stellen, niet om er zelf te plegen of mensen daartoe aan te zetten. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is wat uitlokking betreft bijzonder streng.

Kortom, de vele problemen die de huidige regeling van de politionele infiltratie met zich meebrengt, zijn nog verre van opgelost en overigens ook nog niet gevalideerd door het Mensenrechtenhof, maar toch wil men een nieuwe doos van Pandora openen.

De keuze van de wetgever om tot op vandaag geen burgerinfiltratie toe te staan, had onder meer te maken met enkele pijnlijke politieschandalen (vooral uit rijkswachtmiddens) uit het verleden. Ook in Nederland hebben wantoestanden ertoe geleid dat het gebruik van infiltratie aan banden werd gelegd. Een en ander was het gevolg van de zogenaamde Commissie Van Traa.

Eigenbelang

In ons buurland deed men de vaststelling dat de politie met een criminele infiltrant wel afspraken kan maken, maar uiteindelijk weinig zicht heeft op de feiten die de infiltrant pleegt. Meestal zal de infiltrant namelijk met de politie samenwerken uit eigenbelang, hetzij om concurrenten of bepaalde burgers uit te schakelen, hetzij om op een ‘veilige’ manier misdrijven te plegen en er nog aan te verdienen ook. De Commissie besloot dat het doorgaans politie en justitie was die werden gestuurd door de burgerinfiltrant, in plaats van andersom.

Andere risico’s zijn het lekken van informatie naar het criminele milieu, het in het gedrang komen van de veiligheid van de infiltrant en het meer en meer afglijden naar de criminaliteit door de blootstelling aan de vele verlokkingen van het criminele leven. Een ander probleem is dat de inzet van criminele burgerinfiltranten alweer bijzonder moeilijk te controleren valt.

Oplossing voor terrorisme?

De vraag is trouwens ook of burgerinfiltratie een oplossing kan bieden in de strijd tegen het terrorisme. Hierover bestaat maar weinig onderzoek. Een andere vraag is of er aan burgerinfiltratie in terrorismedossiers geen specifieke risico’s verbonden zijn. Is er bijvoorbeeld geen risico dat de burger die infiltreert zelf zal radicaliseren door de contacten die hij legt? Of dat de burger in werkelijkheid een potentiële terrorist is die bij politie en justitie infiltreert om informatie te achterhalen of om hen af te leiden van het werkelijke gevaar?

En moet daarvoor dan geen onethisch hoge compensatie worden betaald, zoals het oogluikend toestaan van het plegen van (ernstige) misdrijven waarmee de betrokkene zich aanzienlijk kan verrijken? Quid het gevaar van uitlokking en de onmogelijkheid om dat te controleren?

Nee, de voorgestelde collaboratiemaatregel is niet deugdelijk, en zal nog meer leiden tot polarisatie, verklikking, vergroting van de politiestaat en tot bloedarmoede in het maatschappelijk leven.

Bron » De Morgen