Mocht het land de waarheid niet weten? 35 jaar Bende-onderzoek leest als blunderboek vol mysteries

Een reconstructie van het onderzoek naar de Bende van Nijvel kan alleen maar tot frustratie leiden: de vraag waarom de Bende staatsondermijnende terreuraanslagen pleegde mocht nooit au fond uitgespit worden.

Parket van Nijvel: verdachte tunnelvisie, vijf verloren jaren

Dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel een valse start kent, is een understatement. Jean Deprêtre, procureur des Konings van Nijvel, is ervan overtuigd dat de eerste golf Bende-aanvallen van 1983 het werk zijn van criminelen die weliswaar zeer brutaal te werk gaan, maar geen politieke of staatsgevaarlijke bijbedoelingen hebben. Deprêtre heeft het voortdurend over prédateurs, roofdieren die alleen maar geïnteresseerd zijn in geld.

Deprêtre en zijn ploeg gaan dan ook op zoek naar een bende gewelddadige losers en komen al snel terecht bij de zogenoemde Borains, een groep criminele randfiguren uit de Borinage.

De procureur lijkt wel geobsedeerd door de Borinage-bende en staat niet toe dat er in een andere richting wordt gezocht. “Hij leidde het onderzoek als een zonnekoning”, zou een speurder van Nijvel later verklaren. “De rest van het personeel in het justitiepaleis kon hem niet schelen. Hij alleen was de baas.”

Nijvels onderzoeksrechter Jean-Marie Schlicker krijgt van Deprêtre geen enkele bewegingsruimte. Als Schlicker voorstelt om toch ook even naar extreemrechtse milieus te kijken, wuift de procureur die suggestie op een nogal aparte manier weg, getuigde Schlicker zelf voor de Bende-commissie. “De procureur vertelde dat mijn joodse origine aan de basis lag van mijn belangstelling voor een mogelijke extreem-rechtse piste.”

Ook wanneer de Nijvelse BOB’ers Gérald Bihay, Guy Dussart en Franz Balfroid een ander onderzoeksspoor volgen en uitkomen op internationale wapen- en drugstrafieken, fluit Deprêtre hen terug. Meer dan dat: Dussart wordt op vervroegd pensioen gestuurd, Bihay en Balfroid worden gedegradeerd en moeten zich de rest van hun carrière met gewoon politiewerk bezighouden.

Wat volgt is bekend: met zijn tunnelvisie loopt Deprêtre tegen de muur. De rechtbank spreekt de bende van de Borinage in 1988 vrij. De aanklacht berust volgens de rechter op “tegenstrijdige en onder dwang verkregen bekentenissen en een onjuist ballistisch onderzoek”. Tijdens het proces komt aan het licht dat hoofdverdachte Michel Cocu en zijn bendeleden tijdens ondervragingen van soms wel dertig uur fysiek mishandeld zijn geweest.

Selectieve blindheid

En dan is er nog het doorslaggevende ballistische verslag waaruit blijkt dat een zogenaamd moordwapen helemaal niet tijdens de Bende-aanslagen is gebruikt. Dat Duitse onderzoeksrapport belandt maandenlang in de schuif. Als de informatie uiteindelijk toch naar boven komt, haalt het de bewijsvoering onderuit.

Paul Ponsaers, emeritus hoogleraar criminologie en ten tijde van de Bende-aanvallen De Morgen-onderzoeksjournalist, vindt het nog steeds bijzonder vreemd dat het parket van Nijvel geen enkel ander spoor wilde onderzoeken. “Er waren twee merkwaardige overvallen die aangeven dat de Bende van Nijvel meer was dan een groepje brutale misdadigers. Er was de overval op wapenhandelaar Dekaise in Waver (30 september 1982) en de roofoverval op de zeilmakerij Wittock-Van Landeghem in Temse (10 september 1983) waar zeven prototypes van kogelvrije vesten werden gestolen.”

“Die twee roofovervallen wezen erop dat de Bende met voorkennis handelde en dat er redenen waren om aan te nemen dat de aanvallers over insidekennis van het veiligheidsapparaat beschikten. Dekaise was geen doorsneewinkel maar een zeer gespecialiseerde wapenhandel die ook aan de politiediensten leverde. Ook Wittock-Van Landeghem was een zeer gespecialiseerd bedrijf.”

Tony Van Parys, voormalig Justitieminister en voorzitter van de tweede Bende-commissie, verwondert zich niet minder om de selectieve blindheid van Nijvel. “Het parket deed zo goed als geen onderzoek naar de wapendiefstal bij de groep Diane in de rijkswachtkazerne van Etterbeek (31 december 1981). Die kennis is nochtans cruciaal om de juiste motieven van de Bende te achterhalen. Als men die inbraak wél van nabij had bekeken, zou het parket verbanden hebben kunnen zoeken met de voormalige rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer.

“Ook het dossier van de vermoorde FN-wapenhandelaar Juan Mendez had naast het Bende-onderzoek gelegd moeten worden. Die koppeling is nooit gebeurd en dat heeft ook wel te maken met het feit dat de Brusselse BOB destijds de informatie over de inbraak bij Diane heeft achtergehouden en nooit heeft gedeeld met Nijvel. Hetzelfde geldt voor het moorddossier-Mendez. Het was de toenmalige Nijvelse onderzoeksrechter Luc Hennart die de moord onderzocht maar die weigerde om zijn kennis te delen met de Bende-onderzoekers.”

Renaat Landuyt, momenteel Vlaams volksvertegenwoordiger en burgemeester van Brugge, maakte deel uit van de tweede Bende-commissie. Volgens hem is er voor de houding van procureur Deprêtre en diens Nijvelse parket een structurele verklaring. “Je mag dit niet met een blik van 2017 bekijken. In de jaren 80 waren de gerechtelijke arrondissementen kleine, geïsoleerde eilandjes die amper contact hadden met elkaar. Iedereen zat in zijn eigen cocon en een misdadiger die over de grenzen van de arrondissementen actief was, kon die tegenstellingen perfect uitspelen. Combineer dat met een koppige procureur als Deprêtre en een rijkswachtkorps dat zijn eer wil beschermen, en je beseft meteen wat er is misgelopen.”

Dendermonde: successen, manipulaties en frustratie

Na de roofoverval op zeilmakerij Wittock-Van Landeghem en de bloedige raid op de Delhaize in Aalst start ook onderzoeksrechter Freddy Troch van Dendermonde een onderzoek tegen de Bende van Nijvel. Hij stelt een team van gedreven speurders samen, het Delta-team.

Troch brengt het onderzoek in een stroomversnelling. Zijn team onthult dat gangster Philippe De Staercke zich enkele uren voor de aanslag in Aalst rond de Delhaize ophield.

Daardoor gaat het onderzoek ook richting Jean Bultot, de gevangenisdirecteur van Sint-Gillis die banden heeft met extreemrechtse groeperingen. Als gedetineerde had De Staercke nauwe contacten gehad met Bultot, die laatste gaf hem zelfs enkele criminele klussen.

In november 1986 forceert het Delta-team opnieuw een spectaculaire doorbraak. Troch geeft aan gespecialiseerde duikers opdracht om een zijarm van het kanaal Brussel-Charleroi nabij het hellend vlak van Ronquières uit te kammen: in de nacht na de aanval in Aalst hadden getuigen gezien dat onbekenden zaken in het kanaal hadden gegooid. De onderzoekers van Nijvel hadden op diezelfde plek al eens gedoken maar niets gevonden. Maar een jaar later haalt de groep-Delta enkele zakken naar boven met daarin een minibrandkast van de Delhaize in Aalst, een kogelvrije vest van de zeilmakerij in Temse én wapens die zowel gebruikt werden bij de overvallen in 1983 als de meer recente warenhuisaanvallen in 1985.

Het is deze vondst die justitieminister Koen Geens (CD&V) en de Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer deze week opnieuw in vraag stelden. Er zijn aanwijzingen – maar geen bewijzen – dat de zakken pas in 1986 in het water zijn gegooid.

Feit is wel dat Troch na deze vondst veel meer dan ooit nieuwe onderzoekspistes aanboort en verschillende dossiers met elkaar in verband probeert te brengen: het dossier van de ex-rijkswachters Bouhouche-Beijer, het dossier-Bultot, de moord op Mendez, het dossier van Patrick Haemers en de zaak van de zogenoemde Roze Balletten.

Maar in december 1990 wordt het Dendermonde-onderzoek stilgelegd en overgeheveld naar het parket van Charleroi. Troch zelf wordt uit zijn functie ontheven.

Criminoloog Paul Ponsaers: “Dat het nodig was om het werk van de parketten van Nijvel, Dendermonde en Charleroi te centraliseren, betwistte niemand. Maar ik heb nooit begrepen waarom het dossier dan niet in Dendermonde is terechtgekomen. Je zat daar met een zeer gemotiveerde ploeg die resultaten boekte. Het spoor naar belangrijke verdachten als Bultot, Bouhouche en Beijer werd daarna veel minder intensief.”

Charleroi-Cel Waals Brabant: Bonkoffsky wandelt binnen en stapt weer buiten

Anno 2017 kun je niet zeggen dat de centralisering van het Bende-dossier in de cel Waals-Brabant een succes was. Toch is het niet zo dat de onderzoekers hebben stilgezeten. Eind jaren 90 is er de verspreiding van de robotfoto’s; in 2012 zijn er meerdere huiszoekingen bij leden van de vroegere extreemrechtse groepering Westland New Post; in mei 2014 wordt er gegraven op een terrein van een overleden oud-rijkswachter met extreemrechtse sympathieën in de hoop een vluchtauto en het lijk van de zogenaamde killer van de bende naar boven te halen.

Enkele maanden later pakken de speurders de mythomaan Jean-Marie Tinck even op en is er de ondervraging van Westland New Post- leider Michel Libert. Vorige zomer is er een zoektocht naar wapens in de vijver van de ouders van de overleden gangster Patrick Pilarski te Adinkerke.

De ijver van de onderzoekers kan niet verhinderen dat de enquête regelmatig in opspraak komt. Zo is er in februari 2010 het bizarre ontslag van de leidinggevende speurder Lionel Ruth omdat die thuis een wapen had dat toebehoorde aan Jean Bultots ex-vriendin, een wapen dat weliswaar niet tijdens Bende-aanvallen was gebruikt. Ook het vertrek van topspeurder Eddy Vos is een aderlating: Vos was jarenlang met het Bende-onderzoek bezig geweest en kent het dossier zeer goed.

Pijnlijke episode

Ook deze week loopt de cel Waals-Brabant imagoschade op als blijkt dat de tip van Marc Van Damme over diens jeugdvriend ‘De Reus’ Christiaan Bonkoffsky slechts laattijdig en minimalistisch is opgevolgd: ex-rijkswachter Bonkoffsky wordt in 2000 opgeroepen voor een speekseltest en vingerafdrukken maar de speurders zullen hem nooit ondervragen.

Maar de meest pijnlijke episode van het Charleroi-onderzoek doet zich voor wanneer onderzoeksrechter Martine Michel haar voorgangers van de cel-Delta van onderzoeksmanipulatie beschuldigt omdat die in 1986 een fake-doorbraak gecreëerd zouden hebben door de zakken met wapens en de kogelvrije vest zélf in het kanaal Brussel-Charleroi te hebben gegooid.

Ze doet dat op basis van een onderzoek van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) dat oordeelt dat de voorwerpen onmogelijk een jaar in het water gelegen konden hebben. De speurders van Freddy Troch worden in Charleroi op het matje geroepen, een van hen wordt zelfs gedwongen meegetroond met een bevel tot medeneming waarin staat dat er “ernstige aanwijzingen van schuld bestaan in feiten van diefstal met geweld en moord”. De man wordt als het ware verdacht van medeplichtigheid aan de Bende-aanslagen.

Deze onvervalste guerre des flics loopt af met een sisser: het NICC-onderzoek blijkt toch niet zo waterdicht en de cel Charleroi neemt zijn toevlucht tot een kafkaiaanse uitspraak: “Het staat vandaag niet vast dat er manipulatie is geweest, maar het staat ook niet vast dat er geen is geweest.” Deze week kreeg het incident nog een kluchtig gevolg toen bekend raakte dat jonge amateur-duikers in het kanaal Brussel-Charleroi, op een boogscheut van waar in 1986 was gezocht, wapens en munitie hadden gevonden.

De toekomst: wie wilde de staat ondermijnen en waarom?

Toch lijkt het dat het postume aanduiden van Christiaan Bonkoffsky als Bende-lid opnieuw voor voldoende adrenaline kan zorgen om het onderzoek nieuw leven in te blazen. “Maar ik zou het dossier dan wel laten coördineren vanuit het federaal parket”, zegt ex-justitieminister Tony Van Parys. “De huidige onderzoekers en de procureur-generaal van Luik kunnen perfect de enquête blijven leiden, maar het zou goed zijn dat het federaal parket voor een helikopterzicht zorgt. Zo haal je het onderzoek weg uit de cocon van een kleine onderzoeksgroep en kan er ook gerichter gekeken worden of er bij de Bende terroristische motieven in het spel waren – net op dat vlak heeft het Federaal Parket veel ervaring. Volgens mij zou dit naar de bevolking ook een vertrouwenswekkende maatregel zijn.”

Renaat Landuyt: “Ja, er is nog een toekomst voor het Bende-dossier maar dan moeten de onderzoekers wel met een frisse blik durven kijken. De cruciale vraag naar het precieze motief van die kerels moet centraal staan. Ik denk dat we het na al die jaren eens zijn over het feit dat dit geen overvallen waren voor financieel gewin, maar dat het de bedoeling was om terreur te zaaien. Dát is de hamvraag: wat was de bedoeling van die terreur en wie gaf de opdracht?”

Niet iedereen gelooft nog in de verderzetting van een strafrechtelijk onderzoek. Paul Ponsaers ziet meer heil in een Waarheidscommissie of een onderzoekscommissie: “Ik betwijfel of het mogelijk is om nog een strafproces te beginnen. Veel verdachten, slachtoffers en getuigen zijn al overleden en de bewijsvoering zal bijzonder moeilijk verlopen. Maar het blijft cruciaal dat we op een alternatieve manier in deze zaak de waarheid naar boven halen over de allerbelangrijkste vraag: wat was de bedoeling van de staatsgevaarlijke activiteiten van de Bende? Want als je de feiten en onderzoeken naast elkaar legt, dan kun je maar tot één conclusie komen: er heeft hier iets gespeeld dat buiten het normale ligt.

“Het was de bedoeling om het land te destabiliseren en als je ziet op welke systematische wijze de onderzoekers via allerlei manipulaties werden gedwarsboomd, dan kun je alleen maar concluderen dat hier professionals aan het werk waren. Professionele staatsondermijners en we moeten weten wie ze waren en waarom ze deden wat ze gedaan hebben.”

Bron » De Morgen