De Bende van Nijvel bevestigt het beeld van België als failed state. 35 jaar later houdt het dossier het land nog altijd obsessief bezig. ‘Dit gaat om de sérieux van de Belgische democratie.’
Wat er zo typisch Belgisch is aan de Bende van Nijvel? Hilde Geens twijfelt. ‘Het moet de Belgische knulligheid wel zijn’, antwoordt ze. Geens volgde jarenlang het onderzoek naar de Bende voor het Vlaamse tijdschrift Humo en is auteur van ‘Beetgenomen: zestien manieren om de Bende van Nijvel’ nooit te vinden. Het is een vernietigend ‘blunderboek’ over het onderzoek dat inmiddels 35 jaar beslaat. De dag erop mailt Geens dat ze nog heeft liggen woelen over mijn vraag. ‘Ik heb lang gedacht: dit is surrealisme. Dit is Magritte. Maar het is eigenlijk te grimmig. Het is meer James Ensor dan Magritte. Telkens als je een kast opentrekt, donderen de maskers en geraamtes op je schoenen.’
Knulligheid: het vat misschien beter dan welk woord ook het zelfbeeld van de Belgen samen. De herinneringen aan het complete fiasco van de Bende van Nijvel rakelt ons minderwaardigheidscomplex alsmaar op. Het aantal gevonden en berechte daders van de meest bloedige moorden in de Belgische naoorlogse geschiedenis bedraagt nog steeds nul. Zo spelen de dodelijke warenhuisovervallen van de Bende van Nijvel in de jaren 80 – goed voor 28 dodelijke slachtoffers en ruim veertig gewonden – nog steeds een prominente rol in de Belgische publieke verbeelding. Recent zorgt de verklaring van Chris Bonkoffsky, die vlak voor zijn dood aan zijn broer bekende dat hij een Bende-lid was, voor veel verwarring. Zoals steeds bij mogelijke onthullingen maakt na de euforie van de eerste bekendmaking de walging zich meester van het publiek. De knulligheid is al lang niet grappig meer.
Is België een failed state? Dat was de inzet van het debat na de aanslagen van Parijs in 2015. Nadat een deel van de terreurcel afkomstig bleek uit Molenbeek en het falen van de Belgische veiligheidsdiensten duidelijk werd, kreeg België er in de buiten- en binnenlandse pers stevig van langs. Politico noemde België onomwonden een failed state, een ‘divided, dysfunctional country’.
Failed state, apenland, het ‘Belgiekske nikske’, de zieke man van Europa, bananenrepubliek. Het (zelf)beeld van België is al langer laag. Walter Pauli, journalist bij het Vlaamse weekblad Knack, schreef over de kwestie een treffend essay. Volgens Pauli sluit het idee van België als een mislukte staat naadloos aan bij het Belgische zelfbeeld van de laatste vijftig jaar. Vanaf de jaren 70 beheerste ‘scandalitis’ de Belgische samenleving en het land leek te zwalken van het ene naar het andere politieke schandaal.
Pauli haalt het voorbeeld aan van de Palestijnse terrorist Walid Khaled, die in 1991 werd opgepakt bij de Grote Markt van Brussel. Khaled bezat een geldig visum verstrekt door Mark Eyskens, de minister van Buitenlandse zaken. Eyskens kreeg veel kritiek maar bleef op post. Aan de Volkskrant verklaarde de minister later dat hij in elk ander land zou zijn opgestapt, ‘maar toch niet in een apenland als België’. Ons zelfbeeld werd naar het buitenland geëxporteerd. In 2000 werden België, Griekenland en Italië volgens de TI Corruption Index beschouwd als de meest corrupte landen van Europa. De Oostenrijkse Jörg Haider zei in 2000 na kritiek van de Belgische minister van Buitenlandse zaken dat hij niets te leren had van ‘een corrupte regering die zich beter zou bezighouden met pedofilieschandalen in eigen land’.
In de jaren 80 sloeg België het pad van het federalisme in met zes staatshervormingen, botsende bevoegdheden en concurrerende beleidsniveaus als resultaat. Het land heeft vandaag zes tot negen (te zien hoe je telt) regeringen en parlementen. In de nasleep van de aanslagen in Brussel wilde ook Wouter Beke, de partijleider van de Vlaamse christendemocraten, graag bewijzen dat België géén falende staat was. Ongewild schoot hij in eigen voet, met de verdediging dat ‘een failed state geen regering heeft, terwijl wij er zes hebben’ Dat er in België 427 betaalde volksvertegenwoordigers rondlopen – 1 per 24.766 inwoners – is voor de failed state-believers juist een argument om het Belgische model dood te verklaren.
‘Het wás voor een heel groot deel gewoon amateurisme.’ Dirk Van Daele, hoogleraar politierecht aan de KU Leuven, fileert aan de telefoon het onderzoek naar de Bende van Nijvel. ‘Er was op dat moment nauwelijks crime scene management. Het korps dat als eerste op de plaats van de misdaad kwam, voerde het onderzoek.’ In de jaren 80 was er nog de versplintering in 27 arrondissementen (nu zijn het er 12), die nog door Napoleon waren uitgetekend. ‘Bovendien had elke procureur z’n eigen koninkrijkje, samenwerking was quasi afwezig.’
Het Bende-dossier is zo door minstens zes arrondissementen behandeld. Bij de centralisering van het onderzoek in Charleroi gingen jaren verloren door vertaalwerk van Nederlandstalige dossiers. In een typisch Belgische reflex bogen maar liefst twee parlementaire onderzoekscommissies zich over het onderzoek. De maatschappelijke drang naar de waarheid is echter nog steeds zeer groot. Warenhuis Delhaize looft tweehonderdvijftig duizend euro uit voor een gouden tip. Een groep fantasten, onwaarschijnlijke complottheorieën, eerdere bekentenissen en waardeloze leads hebben het onderzoek al jaren vertraagd. Die dynamiek was en is vicieus: de massale beschuldigingen van incompetentie, manipulatie en complot dwongen de speurders de meest ongeloofwaardige tips wel serieus te nemen.
Dat de overvallen erg (en nodeloos) bloedig waren, duwt een aantal hypotheses rond de bende weg van het klassieke banditisme richting politieke motieven en – jawel – terrorisme. Toch lijkt het erop dat de speurders altijd meer in de hypothese van (groot)banditisme hebben geloofd. Allemaal zonder resultaat. De meest tot de verbeelding sprekende hypotheses kijken in de richting van politieke motieven en beschouwen de misdaden van De Bende als terreur. Zo zou de Bende van Nijvel onderdeel zijn geweest van netwerken die tegenwerk moesten bieden aan het Rode Gevaar van het internationaal communisme. Ook België kende, zoals Duitsland de Rote Armee Fraktion had, linkse terreur. Bij aanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC) kwamen zo twee mensen om het leven.
Rechtse terreur, met het goedkeurende oog van de politiek, zou de publieke opinie moeten controleren. Waren bepaalde groepen binnen Franstalig extreemrechts uit op een junta, zoals in Griekenland? Hielp het ontwrichten van de samenleving de neonazistische zaak vooruit? De hypothese die door de ontwikkelingen van de laatste weken weer aan geloofwaardigheid wint, is het verband met de rijkswacht, de Belgische semi-gemilitariseerde politie die door vermeende corruptie een slechte naam kreeg. De Bende werd in verband gebracht met de extreemrechtse cel binnen de rijkswacht. Een inside job dus, wat zou verklaren waarom de daders nooit gepakt zijn.
De onzekerheid maakt herdenken en verwerken lastig. Er was onlangs dan ook veel ophef toen bleek dat nog maar vier tot zes onderzoekers bezig zijn met het Bende-dossier. Wat opgaat voor de Bijlmerramp uit 1992, gaat ook op voor de Bende van Nijvel. In De Groene identificeerde emeritus hoogleraar psychiatrie Berthold Gersons onlangs de nasleep van de Bijlmer als een ‘secundaire ramp’, of ‘ramp na ramp’. De vele fouten en manipulatie van het onderzoek veroorzaakten de secundaire ramp van de Bende van Nijvel en zorgden voor verdeeldheid en woede.
‘Ons nationaal trauma’, zo beschreef schrijver Peter Terrin de Bende van Nijvel ooit. Het dossier herinnert het land aan een grimmige episode uit zijn recente geschiedenis en bevestigt voor velen dat het (nog steeds) een failed state is. Emmanuel Gerard, professor emeritus aan de KU Leuven, stelt dat het dossier van de Bende zo mede heeft gezorgd voor een gebrek aan vertrouwen in de Belgische instellingen. ‘Het gaat tenslotte om de sérieux van de Belgische democratie. Men moet niet verwonderd zijn dat dat vertrouwen weg is.’ Volgens data van de European Social Survey heeft meer dan de helft van de burgers weinig tot geen vertrouwen in het parlement – al is niet duidelijk om welk parlement het dan zou gaan. 13% van de Belgen heeft eigenlijk nauwelijks tot absoluut geen vertrouwen in justitie (in Nederland is dat de helft).
Is België werkelijk een failed state? à la limite is het antwoord: uiteraard neen. Het land staat vandaag op een redelijke 15de plaats in de TI Corruption Perception index, vóór de VS en Frankrijk. The Economist beoordeelt België – net als Frankrijk – als een flawed democracy, waar Nederland een full democracy zou zijn. Geen perfecte score, maar ook niet gezakt. Op zich is nog steeds 55% van de bevolking matig tot zeer tevreden over de manier waar de Belgische democratie functioneert (opnieuw volgens het European Social Survey). De politie heeft het vertrouwen van 70% van de burgers.
‘België is niet meer de failed state die ooit het godsonmogelijke schandaal van de Bende-knoeiboel mogelijk gemaakt heeft’, schreef Bart Eeckhout, hoofdcommentator van De Morgen, onlangs. ‘Voor de samenleving zou dat de inzet kunnen zijn van wat nog rest van het Bende-onderzoek: openlijk aantonen dat dit land inderdaad ons land geweest is.’ Een once failed state, maar wel één die zijn leven heeft gebeterd. Niettemin is het ‘apenland’-idee nog steeds aanwezig. Deze wordt versterkt door vermijdbare aanslagen, regeringsonderhandelingen die 541 dagen duren of calamiteiten met verbannen Catalaanse minister-presidenten.
Het discours van België als failed state is echter niet onschuldig. Als ze gebruikt wordt voor politieke doeleinden gaat ze verder dan schampere zelfspot. Historica Gita Deneckere liet vorig jaar in De Morgen optekenen dat het gebruik ervan een politieke strategie is om België te verzwakken. Ze kijkt duidelijk in de richting van het Vlaamse separatisme, hoewel ze ‘de bekoelde liefde’ van de burgers begrijpt. Dat de opeengestapelde bestuursniveaus niet samenwerken, elkaar als schuldige aanwijzen en geen verantwoordelijkheidszin hebben, is volgens de historica echter geen geldige reden om de bestuursniveaus verder uit elkaar te trekken. Anders: het is niet omdat België een failed state zou zijn, dat we het direct moeten splitsen.
De Vlaams-nationalistische N-VA pleitte er deze maand voor om het dossier van de Bende over te hevelen naar Vlaanderen. De minister van Justitie vond dat een ‘ondoenbare kwestie alleen al door de vertaling die dan moet gebeuren’. Hoewel duidelijk is dat het overhevelen van het dossier naar Vlaanderen een onbegonnen zaak is, greep de N-VA de Bende van Nijvel aan om haar communautaire zaak te dienen. Het is tenslotte de raison d’être van het Vlaams-nationalisme: België wordt beter meteen opgedoekt, omdat het een onwerkbare, gefaalde constructie is. Het extreemrechtse Vlaams-Belang kan dat als eeuwige oppositiepartij vrolijk blijven rondtoeteren, de N-VA zit als lid van de federale regering in een gewrongen positie. De mythe van de failed state wordt misbruikt door twee partijen die diezelfde staat zo snel mogelijk willen opheffen. Het gebruik van de term verdient dus op z’n minst enige voorzichtigheid.
Bron » De Groene Amsterdammer | Simon Grymonprez