Dit wou stervende man nog kwijt aan Vermassen over Bende van Nijvel

“Hij is in vrede gestorven. Zijn informatie kan belangrijk zijn voor het Bende-onderzoek”, aldus Jef Vermassen over zijn gesprek met een fruithandelaar uit Overijse. De man riep de topadvocaat vlak voor zijn dood bij zich omdat hij “iets” wist over de Bende van Nijvel. Gisteren spraken we de zoon van de overleden man.

De tipgever, ruim in de negentig, verbleef op een palliatieve afdeling in een Leuvens ziekenhuis toen hij vorige week met de hulp van het verplegend personeel de advocaat contacteerde met de vraag dringend langs te komen. Vermassen gaf gehoor. Het gesprek op het sterfbed duurde drie uur, de druiventeler overleed de dag nadien en is in de loop van de week ­begraven. De advocaat wou er niets meer over kwijt. “Behalve dat de man in vrede gestorven is. Ik heb het gesprek opgenomen en maakte het over aan het parket. Dit kan een belangrijk spoor zijn.”

“Het is inderdaad zo gegaan”, zegt de zoon van de druiven­teler, die ‘het geheim’ van zijn vader één keer wil ­vertellen op voorwaarde van anonimiteit.

“Toen de familie de firma in druivenexport in de jaren 70 afbouwde – nog voor papa’s pensioen – zette hij het verpakkingsatelier naast de serres te huur. Een van de huurders die we toen gehad hebben, was M., een Algerijn. Dan kwam de overval op de Delhaize van Overijse in september 1985, op amper een kilometer van de schuur vandaan. Er vielen vijf doden, zoals iedereen weet.”

Ongure types

“De maanden gingen voorbij. Tot plots de politie van Dendermonde aan de deur stond. Ze waren kort van stof en wilden alles weten over de schuur, de Algerijn en de overval. Papa en mama werden verhoord. We vreesden dat ze aangehouden zouden worden. Zo gespannen was dat gesprek.”

“Op een gegeven moment haalden de speurders foto’s ­boven. Van ongure types. Papa herkende enkele tronies die hij af en toe gezien heeft aan het atelier. Achteraf bleek het te gaan om ­enkele leden van de Bende De Staerke, die aan de Bende van Nijvel gelinkt werd.” Gangster De Staerke heeft bekend dat hij verkenningsopdrachten uitvoerde voor de échte Bende. Hij trok de bekentenissen later in en is er nooit voor ­veroordeeld.

“Maar er was meer. De Dendermondse speurders vermoedden dat, na de overal in Overijse, de bende hun auto verstopt heeft in het atelier. Wellicht zijn de overvallers van daaruit met een ­andere auto vertrokken. De ­auto van de overval bleef in het atelier. De Algerijn of iemand anders zou die dan gedemonteerd hebben en zo is die ­verdwenen.”

“De speurders van Dendermonde hechtten veel geloof aan de piste. Maar toen verhuisde het dossier naar Charleroi. Plots kregen we een agent over de vloer. Op vraag van Charleroi moest hij mijn vader vragen of hij nog wel helder van geest was. Alsof papa dat verhaal verzonnen had. Met handen en voeten moesten we uitleggen dat dat de theorie van de ‘vorige speurders’ was.”

Het is blijven knagen bij de druiventeler. “Papa was ervan overtuigd dat de mannen in Dendermonde bijna bij de ­oplossing stonden. Maar in Charleroi is de zaak verknald. Dat wou hij Vermassen vertellen. En zo is het geschied. ­Hopelijk leidt het tot de oplossing. Vader heeft alleszins ­altijd dat gevoel gehad.”

We vernamen gisteren dat de Algerijn meermaals verhoord is over de zaak. Maar hij heeft nooit bekend en het is nooit tot een doorbraak gekomen.

Bron » Het Nieuwsblad | Dirk Coosemans & Yves Barbieux