“De gevangenis heeft me tot gangster gemaakt”

De Belgische regisseur François Troukens putte uit eigen ervaringen voor zijn misdaadthriller ‘Tueurs’, waarin de Bende van Nijvel weer tot leven komt. ‘Actie roepen op de filmset geeft me dezelfde opwinding als bij een overval.’

Goede voornemens en tweede kansen: François Troukens kent er wat van. In de jaren 90 was hij een van de topfiguren in het Belgische banditisme, gespecialiseerd in gewapende overvallen op geldtransporten. In 1996 werd hij daarvoor achter de tralies gezet, maar Troukens ontsnapte. Pas acht jaar en x aantal overvallen later werd hij gevat. Hij zat zijn gevangenisstraf uit en werkte aan een tweede leven.

Amper zeven jaar na zijn vrijlating loopt het resultaat daarvan in de cinema: Tueurs is een ongemeen straffe misdaadfilm die herinnert aan Heat van Michael Mann, met Olivier Gourmet en Kevin Janssens als zware jongens in een complot waarin misdaad, justitie, politie en politiek één pot nat vormen. De Bende van Nijvel vormde de aanzet voor de film, net nu de Bende afgelopen herfst weer in het middelpunt van de belangstelling kwam.

‘Dat kon ik niet weten toen ik het verhaal schreef’, vertelt Troukens in een café vlakbij de gevangenis van Vorst, de eerste die hij van binnenuit leerde kennen. ‘Maar het is glashelder dat de Bende van Nijvel niet zomaar overvallers waren. Ik spreek uit eigen ervaring: geen enkele overvaller breekt in een winkel in om zoveel mensen te vermoorden en, zoals in Aalst, zelfs door de rekken te rennen om een kind van kant te maken. Dat heeft niks meer te maken met een grote slag slaan.’

Het was hen niet om de buit te doen, maar om angst aan te jagen?

‘Veel wijst in die richting. Waarom zou er in België geen invloed zijn geweest van de CIA? Die was er in Duitsland, Italië, Luxemburg (Operatie Gladio, red.). Het ging erom de politiestaat in België te versterken, maar daarvoor moest de kiezer worden overtuigd om meer budget vrij te maken. De feiten zijn er: in de jaren 80 is de rijkswacht van een nabijheidspolitie omgevormd naar een goed bewapende, efficiënte militaire politie. Dat afdoen als complottheorieën betekent dat je geen onderzoek wil en dus medeplichtig bent, of bang voor de waarheid.’

‘Tueurs’ toont een onontwarbaar kluwen van misdaad, politie en gerecht. U wil de ogen openen?

‘Ik hoop dat de kijker ervan wegkomt met het idee: wat je ziet en leest is niet altijd de hele waarheid. Het is niet omdat de journalisten en rijkswachters zus of zo zeggen, dat het ook zo is: ook zij kunnen gemanipuleerd zijn.’

Anarchist of kapitalist

In totaal bracht Troukens tien jaar van zijn leven in gevangenissen door. Niets verraadt dat deze nette, aardige man – die op de laatste dag van het jaar 48 wordt – ooit zo’n zware jongen was. Tenzij: zijn charisma, inventiviteit en tomeloze energie – dezelfde talenten waarmee hij nu films maakt.

Of het nu gaat om overvallen of films, eigenlijk hebt u altijd scenario’s bedacht.

‘Het plan smeden en finetunen: dat heb ik altijd spannend gevonden. Hoezo, de Nationale Bank kun je niet kraken? Het onmogelijke klaarspelen trok me altijd al aan. Wat niet zo opwindend is, is dat in het echte leven mensen kunnen sterven.’

‘Ik ben geen gangster die artiest is geworden, ik ben een artiest die zich aangetrokken voelde tot de onderwereld. Van kindsbeen af al schreef ik scenario’s. Toen ik in 1991 Point break van Kathryn Bigelow zag, was dat een openbaring: ecologisten die zich tegen het systeem kanten en genoeg hebben van de banken, dat leven wou ik leiden. Ik legde de link tussen anarchisme en verzet aan de ene kant en zwaar banditisme aan de andere kant. Pas later besefte ik dat ik me al die tijd vergist had.’

Wanneer drong dat door?

‘Toen ik op de vlucht was. In de gevangenis van Parijs had ik Baskische terroristen leren kennen. Zij ­gaven hun leven voor een zaak waarin ze geloofden. Vergeleken met hen was ik een egoïst: ik nam geld van de banken en plezierde de mensen rondom mij, maar ik veranderde de maatschappij niet.’

‘Ze ontmaskerden mijn revolutie als bullshit. Wat is het verschil nog tussen een bankier en een bandiet? Allebei zijn het zuivere kapitalisten. Een bandiet wil een shortcut nemen om aan de top van de samenleving te geraken. Dat heeft niets met anarchisme te maken.’

Kwam u ooit in de situatie dat het op leven en dood aankwam?

‘Ik ben op het juiste moment gestopt, rond 2002. Het werd te riskant voor het geld dat ik ermee kon halen. Ik wist dat ik vroeg of laat iemand zou doden als ik doorging. Inbreken was eind jaren 90 niet meer wat het geweest was. Criminelen zetten helikopters in, de politie begon oorlogswapens te dragen, er waren schietpartijen. Wat als ik een kind zou doden?’

‘Ik ben gestopt op de dag dat ik een agent heb verwond. We stonden tegenover elkaar, ik schoot eerst. Dat was een brug te ver. Op dat moment maakte ik de overstap van vogelvrij naar crimineel. Vogelvrij is romanesk: het is Robin Hood en Bonnie en Clyde.’

Voor u waren de overvallen op geldtransporten avontuur? Het blijft toch misdadig?

‘Ik legde alleen rekenschap af aan mijn eigen gevoel voor rechtvaardigheid. Ik hoop dat dit ook uit Tueurs spreekt: een bandiet kan rechtvaardiger zijn dan een rechter, advocaat of minister. Het is niet omdat je dat etiket draagt, dat je ook juister bent.’

Zeg dat nooit tegen een rechter.

‘Je kan buiten de wet staan, maar eerlijk zijn en trouw aan je principes. Met eerlijk bedoel ik: het leven niet verraden, niet doden, geen drugs verkopen, geen kinderen gijzelen. Gewoon: banken overvallen zonder mensen aan te vallen. Helaas, dat is slechts theorie. Tien, vijftien keer gaat dat goed. Maar op een dag sta je tegenover iemand die zijn wapen trekt. Wat doe je dan?’

Hoe belandde u in de criminaliteit?

‘Ik ben van goede komaf. Mijn moeder las me elke avond sprookjes van Grimm voor. We mochten geen tv kijken omdat het te gewelddadig was, we mochten niet met plastic speelgoedgeweertjes spelen. Verklaart dat de latere aantrekkingskracht ervan?’

‘Aanvankelijk ging ik film studeren in Brussel, maar na een jaar vond ik werk als bodyguard. De man die ik moest bewaken, Georges Gutelman, belandde in de gevangenis wegens oplichterij. Voor vijf miljard Belgische frank moest hij welgeteld één dag brommen. Ik trok al vlug mijn conclusies.’

‘Ik was 23 en had er geen flauw idee van dat het hier niet ging om oplichterij, maar om Operatie Mozes, uitgevoerd door Gutelmans luchtvaartmaatschappij TEA om in 1984 met de hulp van de CIA in het grootste geheim Ethiopische Joden te vervoeren van Soedan naar Israël. Zelf was ik mijn job kwijt, maar Gutelman kwam ermee weg. Ik ervoer een groot gevoel van onrechtvaardigheid.’

‘Dat is het moment waarop ik besloot om een kraak te zetten. Ik vond een job bij Securitas en werkte een jaar lang de hele procedure af om geldtransporten te begeleiden. Uiteindelijk ging ik met het geld van een bank aan de haal. Ik zei dat ik aangevallen was en men vond me vastgeketend terug, met bloed en al.’

Een heus scenario …

‘Dat was mijn eerste script. Zoals in alle films werd ik erbij gelapt door mijn handlanger. De menselijke factor is altijd de zwakke schakel in het verhaal. Mijn lot kantelde en ik belandde in de gevangenis van Vorst.’

‘Ik werd in een cel gegooid zonder tafel, stoel of venster. Als ze me de dag daarna hadden buitengelaten en gezegd: nu ga je stoppen met je flauwekul, we gaan je op het rechte pad helpen, dan zou ik geen seconde getwijfeld hebben. In de plaats daarvan werd ik geleid naar de koer, waar de zware gangsters me onmiddellijk omarmden. Voor hen was ik goud dat ze alleen nog moesten smeden: ik had ervaring als bodyguard, kon met wapens om, kende de geldtransporten.’

Je werd geronseld?

‘Voor ik in Vorst belandde, had ik nooit eerder wat mispikkeld. De gevangenis heeft me opgeleid tot gangster. Van zodra ik buiten kwam, bracht ik een team bijeen met specialisten: de ene kon me de gestolen auto’s leveren, de andere de wapens, een chauffeur … ’

Als de gevangenis alleen een slechte invloed op u had, wat heeft u dan overtuigd om het criminele pad te verlaten?

‘Als je vader wordt, denk je na over de waarden die je wil doorgeven aan je zoon. Mijn ex-vriendin was geen bandietenliefje, maar une femme bourgeoise, een productie-assistente bij Canal+. Zij had er genoeg van. Bovendien had ik geen zin om als gangster te sterven. Dat was niet mijn leven.’

‘In 2002 gooide ik de boeg om, maar tot op vandaag moet ik over dat afgesloten verleden vertellen. Wellicht moet ik nog een film of twee maken eer de interviews gaan over mijn werk als regisseur. Het is belangrijk om aan jongeren mee te geven dat iemand die heel laag is gevallen zich toch weer kan herpakken. En dat de samenleving in staat is om te vergeven.’

Op RTL mocht u zelfs een misdaadprogramma presenteren.

‘Ik ben niet dom, uiteraard haalde RTL er publiciteit uit door een ex-gangster op te voeren. Maar ondertussen gaven ze me toch ook mooi een kans. Dat is moedig. Ik zeg niet: overvallen is prima. Maar wel: studeer, werk, verander je leven.’

‘De periode van het grote banditisme ligt achter ons, nu kweken de gevangenissen terroristen. Jongeren radicaliseren in de gevangenis, terwijl het net de plek zou moeten zijn waar ze verzoend geraken met de maatschappij.’

‘We moeten die gasten een keuze kunnen aanbieden: ofwel zit je hier tien jaar vast, ofwel teken je dit document waarin je belooft dat je met ons gaat werken om iemand te worden. Laat zo iemand niet in handen van andere criminelen, maar isoleer hem van hen en breng hem in de maatschappij. Ze doen dat al zo in de Scandinavische landen, en met succes.’

Klinkt dat niet erg laks?

‘Vergis je niet, ik ben tegelijk voor strengere bestraffing. Neem de rellen in Brussel dit najaar: het is niet normaal dat de politie niet ingrijpt wanneer mensen moedwillig naar het stadscentrum komen om de boel kort en klein te slaan. Die moet je oppakken en tonen dat zij niet de macht hebben op straat. Ook in de gevangenissen is het de jeugd die de wet stelt. Dat moet je breken. De eerste keer dat iemand een stommiteit begaat, moet je hem vijf dagen in een isoleercel steken. De eerste mensen die hij er ziet, zouden geen andere criminelen mogen zijn, maar een psycholoog, een leerkracht, een opvoeder.’

‘De gevangenis moet veranderen, en niet eens voor de jongeren zelf, maar voor ons eigen belang. Al de terroristen die de voorbije jaren toesloegen, zijn langs de gevangenis gepasseerd. Daar leerden ze om de maatschappij te haten en te verwerpen, omdat ze er zelf door de maatschappij zijn afgestoten. In plaats van na te denken over hun fouten, krijgen ze van les barbus te horen dat het niet hun eigen schuld is. Het is de schuld van de joden, het westen, de samenleving. Die mensen hebben ­iemand nodig die zegt: oké, jij heet Mohammed, maar jij bent net zo goed Belg als ik.’

Bent u niet hét voorbeeld dat gevangenisstraf wel zin heeft?

‘Toen ik besloot om mijn gevangenisstraf uit te zitten, ging ik keihard aan de slag. Niet de gevangenis, maar ik heb dat beslist. Als ik nu films maak, is dat niet omdat het me in de schoot is geworpen, maar omdat ik er twee keer zo hard voor werk als anderen. Medegevangenen keken naar me alsof ik gek was geworden. Het enige wat zij deden, was met vier man in één cel jointjes roken en gamen. Ik kon me geen verloren dag meer permitteren.’

‘De dagen in de gevangenis duurden te kort voor al wat ik wou doen. Ik studeerde, ik schreef, ik las. In de gevangenis van Namen was er een atelier geleid door Joachim Lafosse. In de Franse gevangenis kwam Cabu van Charlie Hebdo een schrijfcursus geven. Aan het eind van mijn straf had ik twee diploma’s: een koksdiploma en een van psycho-pedagogie. Ondertussen schreef ik een scenario.’

Mist u de sensatie van de misdaad niet?

‘Actie roepen op de filmset geeft me dezelfde opwinding als bij een overval. Maar overvallen interesseren me niet meer. Ik besef nu dat geld me geen vrijheid verschaft. Creëren is mijn vrijheid. Dat mensen naar mijn films komen kijken geeft me energie. Over overvallen heb ik nooit kunnen praten of opscheppen. Je ziet bij een overval nooit wie het scenario heeft geschreven.’

Bron » De Standaard