Benoît de Bonvoisin

De CEPIC-nota

19 Mei 1981

Baron Benoît de Bonvoisin, die als fundraiser van Vanden Boeynants bij voorkeur achter de coulissen actief was, raakte bij het grote publiek pas bekend in het voorjaar van 1981. Toen werd in de pers de inhoud onthuld van een vertrouwelijke nota van de Staatsveiligheid, gericht aan de senatoren van de commissie Wijninck, een parlementaire onderzoekscommissie naar extreem-rechts en ordehandhaving. Op 19 mei publiceert De Morgen de inhoud van de vertrouwelijke CEPIC-nota. In de nota werd de Bonvoisin omschreven als ‘een financier van extreem-rechts in België’.

Eigenlijk ging het niet om een nota van de Staatsveiligheid. Het spraakmakende document was gemaakt op het kabinet van de toenmalige minister van Justitie, Philippe Moureaux. Een medewerker van Moureaux deed dit aan de hand van rapporten van de veiligheidsdienst, die een deel van de informatie van de Brusselse gemeentepolitie had. Voor Moureaux kwam het uitlekken van de nota helemaal niet ongelegen.

Philippe Moureaux

Philippe Moureaux

De inhoud was immers allesbehalve vleiend voor de entourage van Vanden Boeynants. En die zou in november 1981 in Brussel Moureaux’ rechtstreekse tegenstander zijn tijdens de parlementsverkiezingen. Baron de Bonvoisin, telg uit een invloedrijke familie, was in alle staten, want zijn occulte rol in de politiek was geopenbaard. Voor de rechtbank begon hij een jarenlange strijd tegen Albert Raes, de grote baas van de Staatsveiligheid, en een van diens medewerkers. Zij waren volgens de Zwarte Baron de aanstokers van de hetze tegen hem.

Maar tijdens het gerechtelijk onderzoek kwam aan het licht dat de oorspronkelijke informatie van de Staatsveiligheid, die in essentie juist was, op het kabinet van Moureaux fors was aangedikt. Bovendien bleek dat een aantal agenten van de Staatsveiligheid in opdracht van de nummer twee van de dienst, de gewezen luchtmachtkolonel Jacques De Vlieghere, zich maanden voordien extra hadden uitgesloofd om bezwarende informatie over de baron te verzamelen. Jacques De Vlieghere was destijds door André Cools als adjunct van Raes bij de inlichtingendienst gekatapulteerd.