Proces

Uitspraak

Hof ontneemt Willy Claes burgerrechten

Willy Claes, voormalig secretaris-generaal van de NAVO, is gisteren veroordeeld tot drie jaar voorwaardelijke gevangenisstraf voor zijn aandeel in het Agusta/Dassault-omkoopschandaal. Hij verliest bovendien voor vijf jaar zijn burgerrechten. Daarmee lijkt een terugkeer in de politieke arena uitgesloten. Zowel het actief als passief kiesrecht is hem ontnomen.

Ook de elf andere beklaagden, onder wie twee Waalse oud-bewindslieden, kregen in het ‘proces van de eeuw’ voorwaardelijke celstraffen opgelegd. De meesten raken eveneens hun burgerrechten kwijt. De veroordeelden zijn ‘verbijsterd’ over het vonnis. Het Hof van Cassatie in Brussel acht bewezen dat Claes zich in 1988 en 1989 als SP-minister van Economische Zaken schuldig heeft gemaakt aan corruptie door de Italiaanse helikopterfabrikant Agusta en de Franse vliegtuigbouwer Dassault te bevoordelen bij het verstrekken van miljoenenorders door Defensie. Hij was ervan op de hoogte dat de Socialistische Partij van beide ondernemingen smeergeld accepteerde voor de aankoop van 46 helikopters en een raketafweersysteem voor F 16-straaljagers.

Ook de twee kopstukken van de Parti Socialiste, oud-voorzitter en oud-premier van Wallonië Guy Spitaels en de gewezen minister van Defensie Guy Coëme zijn de komende vijf jaar uitgesloten van deelname aan verkiezingen. Zij kregen voorts twee jaar voorwaardelijke gevangenisstraf. Weliswaar oordeelde het Hof dat er onvoldoende bewijs was voor omkoping door Agusta, maar Dassault schoof met hun instemmming met geld. In de aanbesteding werd verdoezeld dat een concurrerende firma de voorkeur van de luchtmacht had. Directeur Serge Dassault van de gelijknamige vliegtuigfabriek werd wegens actieve corruptie veroordeeld tot twee jaar cel.

Willy Claes

Willy Claes

Ook de acht overige verdachten, onder wie kabinetschefs, penningmeesters en fondsenwervers van beide partijen, kregen gevangenisstraffen van drie maanden tot twee jaar voorwaardelijk. Het Hof, het hoogste rechtscollege in België, was in het honderd pagina’s tellende vonnis vernietigend over de handelwijze van de beklaagden. In hun positie moeten zij van een ‘niet te betwijfelen rechtschapenheid’ zijn.

Dat partijfinanciering door bedrijven destijds niet ongebruikelijk was, is een excuus dat door het college van tafel werd geveegd. ‘Er is nooit gedoogd dat in omkoping een middel is gevonden om zwarte kassen te spijzen.’ Het hof vergeleek de financiële constructies waarmee is getracht de herkomst van het geld te versluieren met de praktijken van de georganiseerde misdaad.

Afgezien van geldboetes, kregen de hoofdrolspelers in de affaire ook nog eens de verplichting opgelegd de smeergeldbetalingen – totaal 160 miljoen frank – terug te storten. Dat ze dat persoonlijk zullen doen is onwaarschijnlijk. Naar verluidt heeft zowel de SP als de PS al een potje voor dit doel gereserveerd. De voormalige elite van de partijtop reageerde verbeten op de veroordelingen.

Claes schudde tijdens het uitspreken van het vonnis een paar keer ontzet het hoofd, en verklaarde na afloop zich het slachtoffer van een complot te voelen. ‘De val is nu dichtgeklapt. De logica van de vervolging die reeds leidde tot mijn aftreden als secretaris-generaal bij de NAVO, vereiste deze veroordeling.’ Coëme sprak van een ‘gerechtelijke dwaling’. Spitaels herhaalde dat de PS zich onder zijn leiding nimmer met corruptie heeft ingelaten. Een aantal verdachten, onder wie Claes, heeft al aangekondigd naar het Hof van de rechten voor de mens in Straatsburg te zullen stappen.

Vonnis kwam voor Willy Claes als mokerslag

Willy Claes hoopte al voorzichtig op eerherstel. De rechter in het Agusta/Dassault-proces besliste anders. Hoewel doorslaggevend bewijs ontbrak, legde hij een zware straf op. Zijn ‘innerlijke overtuiging’ was voldoende.

In de talrijke speculaties over het vonnis in het Agusta/Dassault-proces was ‘vrijspraak’ een veelgehoorde variant. Immers, een onomstotelijk bewijs voor corruptie door kopstukken van de Parti Socialiste en de Socialistische Partij bij het verstrekken van miljoenenorders aan de wapenindustrie was na 41 zittingsdagen voor het Hof van Cassatie niet boven water gekomen. Oud-NAVO-baas Willy Claes hoopte al voorzichtig op eerherstel. De uitspraak van het Hof moet voor de twaalf verdachten daarom als een mokerslag zijn aangekomen. Het vonnis is niet misselijk: celstraffen, zij het voorwaardelijk, verlies van burgerrechten, geldboetes, en terugbetaling van het geïncasseerde smeergeld, bijna negen miljoen gulden.

Vijf weken beraad van de vijftien raadsheren leverde op dat het ontbreken van een smoking gun voor een oordeel niet doorslaggevend is. De ‘innerlijke overtuiging’ van de rechtssprekers volstaat. Het is de optelsom van vermoedens, toevallige omstandigheden en ongeloofwaardige ontkenningen die het valluik opende onder de voeten van de voormalige socialistische voorhoede. Exit ancien regime. ‘Dit is het einde van een politieke generatie’, concludeerde de oppositie gisteren.

Uit de chronologie van de gebeurtenissen is eenvoudig op te maken dat er van een opzetje sprake moet zijn geweest. Nog voordat de contracten in december 1988 waren gesloten, was de sluiproute van de door helikopterfabrikant Agusta beloofde donatie al uitgestippeld. Een Panamese offshore-maatschappij, een valse consultancy-opdracht en een bankrekening in Zürich vormden het scherm tussen donateur en ontvanger. Maar de geldkraan ging pas stromen nadat Agusta de zekerheid had dat de Belgische staat ging betalen voor de levering van 46 gevechtshelikopters. Dat valt niet meer te verkopen onder de noemer partijfinanciering, dat is corruptie, meent het Hof.

Volgens het vonnis moet Claes, toen minister van Economische Zaken, van deze manoeuvres hebben geweten. Hij wees op 19 januari 1989 het aanbod van Agusta af, in koor met minister van Binnenlandse Zaken Tobback en partijvoorzitter Vandenbroucke. Maar het hof sluit niet uit dat hij voor tekening van de contracten zijn kabinetschef al opdracht had gegeven de donatie te aanvaarden.

Bovendien moet hij volgens de uitspraak toen ook al afspraken met Agusta hebben gemaakt over een investering van een miljard frank in een fabriek bij Lummen. Deze deal zou buiten de offerte zijn gehouden. Ondanks heftige ontkenning van Claes gaat het Hof ervan uit dat hij begin ’89 nog de inmiddels overleden Agusta-baas Teti heeft ontvangen op zijn departement. Er waren twijfels over de Italiaanse toezeggingen.

Een fraai voorbeeld van fatale chronologie vormt de omkoping van de SP door de Franse vliegtuigbouwer Dassault voor de levering van een raketafweersysteem voor F-16’s. Daarvoor werd gebruik gemaakt van dezelfde kanalen die Agusta had benut. In april 1989 belandde het geld al op de rekening in Zürich – gulle gever: Dassaults moeder – maar de fondsen bleven geblokkeerd tot 7 juni.

Geen toevallige datum: juist op die dag tekende het kabinet in België de contracten met de vliegtuigbouwer. Het Hof is er ook van overtuigd dat op het departement van Defensie gemanipuleerd is met de aanbestedingen voor het raketafweersysteem. Een advies waarin de luchtmachtleiding een ‘substantieel voordeel’ vaststelde voor het systeem van Dassaults concurrent, het Amerikaanse Litton, moest op aandringen van de PS-leiding aanzienlijk worden afgezwakt. Later was het oordeel zelfs nergens meer terug te vinden.

Volgens het Hof heeft minister van Defensie Coëme met deze manipulaties het belang van zijn partij laten prevaleren boven die van het departement. Dat Guy ‘Dieu’ Spitaels, alleenheerser binnen de PS, nergens van afwist, komt het hof uiterst onwaarschijnlijk voor. Hij had immers zijn goedkeuring gegeven aan het openen van een bankrekening in Luxemburg en moet op de hoogte zijn geweest van de herkomst van de fondsen daarop, namelijk de firma Electronique Serge Dassault.

Ook buiten de kringen van de socialisten moet het vonnis fors zijn aangekomen. Er loopt nog altijd een gelijksoortig onderzoek naar betaling van smeergelden aan de Franstalige christen-democraten. Het oordeel van het Hof van Cassatie zal die speurders zeker niet hebben ontmoedigd.


Bron » De Volkskrant | Rob Gollin | 24 December 1998