Proces

Proces Cools

Inleiding

Op 17 oktober was het eindelijk zo ver. Meer dan twaalf jaar na de feiten begint voor het Luikse assisenhof het proces voor de moord op minister van Staat André Cools. Hij werd neergeschoten in de ochtend van 18 juli 1991 bij het verlaten van de woning van zijn maîtresse Marie-Hélène Joiret, die zelf de kogels overleefde. Het was wellicht de evidenste politieke moord uit de Belgische geschiedenis. De daders, twee Tunesische huurmoordenaars, werden in 1998 al in eigen land tot elk 25 jaar cel veroordeeld. Op het proces in Luik zitten de organisatoren van de moord in de beklaagdenbank.

Het gaat om Richard Taxquet, Pino di Mauro, Cosimo Solazzo, Mauro de Santis, Iachino Contrino, Domenico Castellino, Silvio de Benedictis en Carlo Todarello. Het zijn allemaal figuren uit de corrupte entourage van wijlen Van der Biest, oud PS-minister en vooral ex-poulain van de binnen de PS ooit almachtige André Cools. In de hoop een concreter zicht te krijgen op wat nu precies de aanleiding was voor de moord wil het openbaar ministerie zo’n vierhonderd getuigen oproepen.

Het moeizame proces

Op het moment van de veroordeling van de Tunesiërs is men ervan overtuigd in Luik dat het proces tegen de opdrachtgevers er in ’99 al kan komen. De hele zaak loopt echter vertraging op door de vele neven-schandalen die aan het licht komen en behandeld moeten worden. En dat terwijl al van kort na de moord de vingers richting Taxquet, Van der Biest en hun Italiaanse entourage wijzen. Een anoniem briefje – vermoedelijk van Anne-Marie Dantinne, een medewerkster op het kabinet van oud-minister en later medebeschuldigde Alain Van Der Biest – dat kort na de moord bij de Luikse politie belandt, wijst Taxquet aan als moordenaar. Procedurekwesties en wisselende denkpistes doen de verdachten in en uit Lantin trekken. Ook Van der Biest wordt twee keer opgesloten in de gevangenis.

Zelfs wanneer op 22 april 2002 de Luikse Kamer van Inbeschuldigingstelling acht mensen naar het assisenhof verwijst, verbreekt het Hof van Cassatie eind september 2002 dat arrest door een procedurefout en wordt het begin van het proces uiteindelijk voor een jaar uitgesteld. En wanneer het bijna zo ver is, wil de familie Cools weer uitstel: zij wil de voorzitter van het assisenhof, rechter Henri Godin, wraken omdat die volgens de familie het proces vooringenomen en op al te rigiede wijze wil leiden: zo zou hij geen woorden aan Van der Biest en diens rol willen vuil maken en gaat hij er nu al van uit dat de beschuldigden niet meer zullen prijsgeven dan wat ze tot nog toe al gedaan hebben. Vandaar dat hij bijzonder weinig tijd uittrekt voor het verhoor van beschuldigden en ruim 400 getuigen. Uitspraak wordt verwacht ergens voor Kerstmis.

Domenico Castellino in 2004.

Domenico Castellino in 2004.

Moeizame start

De eerste zittingsdag, vrijdag 17 oktober, verloopt chaotisch. 3 van de 8 beschuldigden blijven weg van het proces – Castellino, Todarello en Solazzo – de overigen worden voor de duur van het proces opgesloten. De dag wordt besteed aan het samenstellen van de jury. De tweede dag, 20 oktober, is voor de voorlezing van de lange akte van beschuldiging, maar wordt overheerst door de melding van rechter Godin dat blijkbaar niemand kan zeggen of de twee Tunesische huurmoordenaars komen getuigen op het proces en of ze nog wel in een Tunesische gevangenis zitten. Het ministerie van Justitie laat later op de dag de Tunesische overheid nog beloven dat de twee kunnen komen getuigen. De verwarring rond deze getuigen lijkt typisch te zijn voor het chaotisch verlopende proces.

En nog voor het proces begint, meldt Di Mauro zich enkele dagen ziek. Wat ook weer aanleiding geeft tot gekibbel tussen verdediging en het gepikeerde hof. Di Mauro krijgt toestemming om voor de duur van het proces na elke zitting naar huis te gaan i.p.v. naar de gevangenis. Maar ook voorzitter Godin wordt naar huis gestuurd: de vertragingsmanoeuvers van de adovocaten van de verdediging hadden de man uit zijn sloffen doen schieten, waarop mr. Pierre de rechter wraakte voor partijdigheid.

Ondanks het advies de zaak blauw-blauw te laten volgt het hof van Cassatie haar adviseur niet en ontslaat zij Godin van het proces, omdat zij niet wil riskeren dat door procedurekwesties het proces later nog nietig verklaard zou kunnen worden. Godin wordt opgevolgd door reserve-rechter Luc Lambrecht. Met dit ‘aap-arrest’ heeft Pierre tijd gewonnen. Het is niet zijn eerste wraking: als advocaat van Marc Dutroux was hij in ’97 verantwoordelijk voor de wraking van onderzoeksrechter Connerotte, het zgn. spaghetti-arrest.

Moeizaam verloop

Diezelfde Connerotte getuigt op 5 en 6 november voor het hof. Hij hield zich tot juni ’94 met de zaak bezig tot minister van justitie Wathelet zich persoonlijk ermee bemoeide en hem zo belette de piste van de aandelenhandel verder uit te spitten. Wathelet was eerder overtuigd van de Agusta-denkpiste. Cools’ zoon Marcel kwam nogmaals terug op het gesprek dat zou zijn gehoord tussen Guy Mathot en Guy Spitaels over een moordcomplot tegen Cools, waarbij Spitaels te kennen zou hebben gegeven er niets mee te maken willen hebben.

Volgens sommigen was Cools een dossier aan het voorbereiden over de malversaties van Mathot, maar die gegevens zouden volgens Marcel Cools kort na de moord verdwenen zijn uit Cools archieven. Zo haalt hij aan dat een rode aktentas van zijn vader in het gemeentehuis van Flémalle verdwenen is.

Coup de théâtre ’s anderendaags: Carlo Todarello, één van de drie beklaagden die voor de start van het proces niet zijn komen opdagen, is komen afzakken vanuit het veilige Italië. Meteen rijst de vraag of het proces nu moet herbeginnen? Het Hof is van mening dat het proces gewoon kan verdergaan, onder meer omdat Todarello’s verdediging daar het meest mee gebaat is. Moest Todarello het nodig vinden de al gehoorde getuigen ook te willen ondervragen, dan kan zijn advocaat die nogmaals oproepen.

Als bepaalde advocaten erop gerekend hadden met de onverwachte komst van Todarello weer een ideaal excuus gevonden was om het proces te vertragen, dan komen ze bedrogen uit. De verdediging van o.a. Taxquet belooft echter nu al het proces nietig te willen laten verklaren voor Cassatie op basis van deze kwestie. En terwijl voorzitter Lambrecht ook op zijn beurt gewraakt wordt door een fantast, worden de Tunesische huurmoordenaars klaargemaakt voor overbrenging naar Luik. Daar getuigen zij op 19 november: zij duiden er Di Mauro nogmaals aan als opdrachtgever, samen met de afwezige Contrino en Solazzo.

’s Anderdaags getuigt onderzoeksrechter Ancia, die eerst het spoor van de OMOB-fraude volgde, maar daarna de clan rond Van der Biest ging uitspitten. Na haar worden nog meer speurders ondervraagd voor het hof. Nadien komen de politici getuigen: PS-vrienden en -vijanden als Philippe Moureaux enerzijds en Guy Spitaels anderzijds. Moureaux getuigt dat Cools niet opgezet was met de gang van zaken op het kabinet van Van der Biest, die hij uiteindelijk politiek onbekwaam achtte. Ook had Cools het niet begrepen op de corrupte Guy Mathot, van wie iedereen wist dat Cools het zou beletten dat hij ooit voor een hoge functie in aanmerking kwam. Mathot is vandaag PS-chef in Luik. Spitaels schetst een beeld van de verzuring in de partij en hoe hij en Cools het niet meer konden vinden met elkaar.

Op 1 december getuigt Willy Claes over de nooit plaatsgevonden ontmoeting met Cools op de Omob in Hasselt. Claes komt alleen maar zeggen dat hij niet weet waar die ontmoeting over zou gaan. Ook Mathot komt, onder grote persbelangstelling, getuigen. Markant is dat Todarello, die aanvankelijk van Mathot beweerde dat hij meer wist, nu zijn mening herziet: zijn beschuldiging was louter op speculatie gebaseerd.

De getuigenis van ex-minister van justitie Melchior Wathelet op 10 december levert ook weinig op: hij ontkent met klem dat er enige politieke beïnvloeding is gebeurd. Hij zegt dat hij, op vraag van de Luikse procureur-generaal Giet, louter de spanning tussen Neufchâteau en Luik wilde oplossen. Neufchâteau verloor het dossier toen het Hof van Cassatie op 1 juni 1994 dat parket onbevoegd verklaarde in dit dossier.

Einde zonder antwoorden

Na de requisitoren spreekt de jury zich op 7 januari uit over de beschuldigden. Hoewel het Openbaar Ministerie graag allen veroordeeld zag, worden slechts zes van de acht beschuldigden schuldig bevonden: Silvio De Benedictis – die de huurmoordenaars betaalde – en Silvio De Santis – die een wapen leverde dat niet gebruikt werd – wordt het voordeel van de twijfel gegund en worden niet schuldig bevonden. De anderen wel. En het hof veroordeelt hen tot betrekkelijk lichte straffen: vijf jaar cel voor Luigi Contrino en Carlo Todarello, 20 jaar cel voor Domenico Castellino, Cosimo Solazzo, Pino Di Mauro en Richard Taxquet.

Omdat Alain Van der Biest dood is, is de beschuldiging tegen hem uitgedoofd. De reacties op het verdict zijn gematigd: de advocaten van de verdediging zijn zichtbaar opgelucht dat hun cliënten niet meer aan hun broek gekregen hebben, de familie Cools is tevreden dat alles achter de rug is en Cools’ vriendin vindt dat gerechtigheid is geschied. Toch gaan Taxquet, Di Mauro en co in beroep.

Vanuit zijn schuiloord in Sicilië laat de inmiddels vrijgekomen Castellino weten dat hij zich vooral verbergt uit schrik voor “hooggeplaatste mensen die achter de moord zitten”. Hij noemt echter geen namen en wil zijn veroordeling bij verstek niet komen aanvechten, omdat hij daarvoor naar België zou moeten terugkeren en meteen aan het Italiaans gerecht uitgeleverd zou worden.

Eind maart 2006 wordt Castellino in Duitsland opgepakt bij een verkeerscontrole en een tweetal maanden later aan ons land uitgeleverd en opgesloten in Lantin. Luigi Contrino wordt begin februari 2005, ruim een jaar na zijn veroordeling tot vijf jaar cel, onder voorwaarden vrijgelaten. Hij heeft sinds zijn veroordeling en zijn voorhechtenis tussen oktober 1996 en juli ’97 25 maanden in de cel doorgebracht. Hij heeft altijd zijn betrokkenheid ontkend.