Personen

De dood van Fabienne Jaupart

18 December 1998

Er zijn natuurlijk Iraanse demonstranten die aan publieke zelfverbranding doen, maar de doorsneezelfmoordenaar kiest doorgaans voor een dood zonder nodeloze pijn of overmatige schade aan zijn of haar omgeving. Als de hypothese van het Naamse parket de juiste is, dan hoort Fabienne Jaupart in een aparte categorie thuis.

“Wie zelfmoord pleegt, laat toch niet de wasmachine draaien en zet toch geen aardappelen op het vuur?”, merkt de boezemvriendin van Fabienne Jaupart eind 2000 op voor de camera’s van de Duitse zender ZDF. Het bed waarop de brandweer van het Waalse stadje Tamines op 18 december 1998 het half verkoolde lichaam van Fabienne Jaupart aantreft, is besprenkeld met methanol.

Hoe het vuur is ontstaan, kan de expert niet zeggen. Met een aansteker, wellicht. Of een sigaret die de jonge weduwe zelf had opgestoken. “We weten het niet, zo eenvoudig is dat”, zegt de Naamse procureur Cédric Visart de Bocarmé. We hebben gezocht en we hebben geen bewijs van een misdrijf of dader gevonden. Het dossier is daarom zonder gevolg afgesloten.”

Politie-informant Claude Thirault, die zijn huisbaas Marc Dutroux in 1995 al als ontvoerder van Julie en Mélissa tevergeefs trachtte te verlinken bij de rijkswacht, zegt dat die eind 1995 had gesproken over ene Tagliaferro en op zoek was naar iemand die hem in ruil voor 50.000 frank kon omleggen. “Ook de echtgenote van Tagliaferro moest eraan”, herinnert Thirault zich. Reden genoeg, voor Connerotte, om Jaupart te laten beschermen.

Een lokale rijkswachtpatrouille draait dagenlang rondjes in haar buurt, een speurder van de Brusselse BOB houdt zich 24 uur per dag paraat. “Jaupart was doodsbang”, zegt een toenmalige BOB’er. Na de dood van Tagliaferro is de toestand van Jaupart op alle fronten verslechterd. Ze lijdt aan mucovisidose en is beginnen leven zoals haar man in de laatste weken van zijn leven, opgejaagd en troost zoekend in alcohol en antidepressiva.

Voelde ze zich even wat beter, dan ging ze zelf op onderzoek, wat inhield dat ze bars in Charerloi afschuimde en mensen aansprak die Bruno moesten hebben gekend. “Het is daar”, zegt haar broer “dat ze heeft horen spreken over een auto die haar man zou hebben gedemonteerd, en die zou hebben gediend bij de ontvoering van de twee meisjes.” Van enig verder onderzoek naar de dood van Fabienne Jaupart wordt na januari 1999 niets meer vernomen.