Kan nieuwe DNA-wet cold cases als Bende van Nijvel alsnog helpen oplossen?

Speurders mogen voortaan in het DNA van een onbekende moordenaar kijken, om bijvoorbeeld zijn haarkleur en leeftijd te achterhalen. Het parlement keurde een baanbrekende DNA-wet goed, in de aanwezigheid van familieleden van slachtoffers.

“De tijd van Witse en Inspector Morse, die met de juiste ondervragingstechnieken mensen tot bekentenissen dwongen, ligt achter ons”, zei minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) donderdag in het parlement. “Vandaag zijn ­criminaliteitsbestrijding en het ophelderen van misdrijven meer dan ooit het werk van forensische rechercheurs.” De oorspronkelijke DNA-wet dateert van 1999. Nochtans heeft de wetenschap sindsdien stevige stappen vooruitgezet. De ‘DNA-Evaluatiecommissie’ vroeg al in 2019 om speurders meer mogelijkheden te geven.

“Concreet veranderen nu vier ­zaken. Er komt vooreerst een wettelijk kader voor familiale zoekingen. Tot nu konden de speurders DNA alleen vergelijken met het erfelijk materiaal van verdachten of van veroordeelden die al in de databank zitten. Speurders mogen nu ook kijken of er een familielid van de dader in die databanken zit. Het gaat dan om mensen in de eerste graad, die voor minstens 50 procent het DNA van de dader delen: een vader, moeder, zoon, dochter, broer of zus.”

Zoeken op Y-chromosoom

In het buitenland zijn tal van voorbeelden bekend van moordenaars die zo ontmaskerd werden. In Frankrijk werd de moordenaar van Élodie Kulik (24) zo ontmaskerd. De jonge vrouw werd op 10 januari 2002 verkracht en vermoord toen ze naar haar auto wandelde. De ­dader liet DNA achter, maar werd niet geklist. Grégory Wiart werd pas ontmaskerd toen zijn vader tien jaar later DNA moest afstaan, en daarmee onbewust aantoonde dat zijn zoon de moord pleegde.

“Ook onderzoek op basis van het Y-chromosoom wordt mogelijk”, zegt Van Tigchelt. “Alle mannen die veroordeeld worden in een zedenzaak, zullen niet alleen hun DNA maar ook een staal van het Y-chromosoom afgeven. Die worden in een nieuwe Y-STR databank opgeslagen.” Het Y-chromosoom is een stuk van het DNA dat bij mannen overgaat van vader op zoon. Door het Y-chromosoom te vergelijken, kun je verder kijken dan een vader of een broer. Ook een verre achterneef is dan herkenbaar als een ­familielid. Sofie Claerhout, doctor in de forensische genetica aan de KU Leuven, zei in 2019 al dat het Y-chromosoom de ontbrekende schakel kon zijn om cold cases op te helderen.

Haarkleur en ogen

Daarnaast moet de nieuwe wet ook de zoektocht naar vermiste personen ondersteunen. “Onze databank met het DNA van vermisten en hun familieleden wordt gekoppeld aan de I-Familia databank van Interpol”, zegt Van Tigchelt. Daarin zit het DNA van alle overleden personen die nooit geïdentificeerd zijn en het DNA van vermiste per­sonen uit andere landen. Mensen die al jaren als vermist staan opgegeven in ons land, zouden vlak over de grens dood teruggevonden kunnen zijn zonder dat iemand een verband heeft gelegd.

“Ten slotte zullen speurders veel meer informatie uit het DNA van een onbekende verdachte mogen halen, de zogenoemde genotypering”, zegt Van Tigchelt. Nu mogen ze alleen kijken of het om een man of een vrouw gaat. “Ze zullen zo een inschatting kunnen maken over de haarkleur, de oogkleur, de biogeografische afkomst en zelfs de leeftijd.” Huidskleur wordt niet opgenomen.

Van Tighelt omschrijft de nieuwe DNA-wet als “het juiste evenwicht tussen veiligheid en privacy”. “We hopen dat deze wet ertoe zal leiden dat we cold cases kunnen oplossen.”

Al 33 jaar op zoek

Zo is er moord op de 26-jarige ­Ingrid Caeckaert. De vrouw werd op 16 maart 1991 met 62 messteken gedood in haar flat in Heist. Hoewel er DNA van de dader gevonden werd, wachten haar ouders Georges Caeckaert (88) en Marie-Josephe Vereecke (83) al 33 jaar op antwoorden. Ze waren donderdag bij de stemming in het parlement.

“Zelfs als we hiermee maar één cold case oplossen, was het de lang weg waard”, vindt Van Tigchelt. “Dan kunnen we nabestaanden ­zekerheid geven. In landen waar ­familiale zoekingen al langer ­bestaan, zijn ze een groot succes.

En de Bende van Nijvel? Ook in dat dossier zit DNA dat gevonden is op een sigarettenpeuk en op een kogelwerend vest. “Een zwarte bladzijde uit de Belgische geschiedenis”, zegt Van Tigchelt. “Het is uiteraard mogelijk dat de techniek gebruikt wordt. Of dat zal gebeuren, hangt van de onderzoekers af.”

De wet verschijnt volgende week in het Staatsblad. Dan is het aan de onderzoeksrechters om dossiers vanonder het stof te halen en te ­bekijken of ze met de nieuwe wet opgehelderd kunnen worden.

Bron » De Standaard | Cedric Lagast

Dé oplossing voor cold cases? Kamer keurt nieuwe DNA-wet goed die verwantschapsonderzoek mogelijk maakt

De Kamer heeft een nieuwe DNA-wet goedgekeurd. Die maakt het onder meer mogelijk om daders van misdrijven op te sporen via het DNA van familieleden. Dat kan leiden tot doorbraken in vastgelopen zaken of cold cases. Waarover gaat de DNA-wet? En waarom is die belangrijk?

Ruim een jaar nadat de ministerraad het wetsvoorstel van de nieuwe DNA-wet heeft goedgekeurd, heeft de Kamer er vanavond over gestemd. De nieuwe wet is goed bevonden en dat betekent een redmiddel voor onopgeloste misdaadzaken, of cold cases.

Voor onderzoeker aan de KU Leuven, Sofie Claerhout, is dit een belangrijk moment. Zij doet onderzoek naar DNA en pleitte al jaren voor een wetswijziging. “We zaten nog altijd vast aan een wet uit 1999 die voorschrijft dat we in DNA-onderzoek enkel mogen kijken of er een directe match is.”

“Dat wil zeggen dat we het DNA dat gevonden wordt op de plek van een misdaad enkel een-op-een mochten vergelijken met DNA uit de DNA-databank. Als de persoon die we zoeken daar niet in zit, kunnen we niet verder.”

Wat is de DNA-databank?

In een DNA-databank worden DNA-profielen verzameld en opgeslagen. Ze zijn bedoeld om mensen die betrokken zijn bij een misdrijf te identificeren aan de hand van overeenkomsten tussen DNA. Die DNA-profielen kunnen stalen zijn van personen die veroordeeld zijn of verdacht worden van een misdaad, of zijn stalen die genomen worden op een plaats delict.

Ons land telt meerdere databanken. Zo is er de databank criminalistiek met DNA-profielen opgesteld vanaf aangetroffen sporen en DNA van verdachten. In de DNA-databank veroordeelden zitten DNA-profielen van veroordeelde personen. En tot slot de DNA-databank vermiste personen met daarin DNA-profielen opgesteld vanaf stoffelijke resten, vanaf sporen van vermiste personen en verwanten van vermiste personen.

Daar komt met de nieuwe wet verandering in. “De nieuwe DNA-wet laat toe dat er tijdens een onderzoek ook naar het DNA van naaste verwanten mag gekeken worden”, legt Claerhout uit.

In je DNA zit namelijk ook DNA van je ouders, grootouders, broers of zussen, (achter)neven (-)en nichten, en ga zo maar door. “Stel dat een familielid in de DNA-databank of tussen de verdachten zit, dan kunnen we een mogelijke match vinden met de onbekende dader. Dat kan leiden tot een doorbraak in het onderzoek”, aldus de onderzoekster.

Y-chromosoom, de sleutel tot succes

De voorwaarde is wel dat het familielid al in de databank zit (en dus criminele feiten heeft gepleegd). Dat is niet altijd het geval, waardoor het onderzoek alsnog kan vastlopen.

Daarom staat in de nieuwe wet ook dat het Y-chromosoom van een mannelijke misdadiger geleidelijk aan opgenomen gaat worden in de DNA-databank. Y-chromosomen zullen dus bijgehouden worden waardoor de databank groeit, en het vinden van een match steeds makkelijker wordt. Dat noemt Claerhout “de sleutel tot succes”.

“Het Y-chromosoom van de man wordt bijna onveranderd doorgegeven van vader op zoon. Daardoor kan je generaties lang de vaderlijke lijn in een stamboom traceren en kunnen we mogelijk ook verre familie vinden van de dader: dus niet alleen de broer of de achterneef, maar ook een achterneef die heel ver teruggaat.”

Ook wanneer die methode op niets uitdraait, is er nog een laatste optie. “In dat geval kunnen we een grootschalig verwantschapsonderzoek opstarten met vrijwilligers”, legt Claerhout uit. “Daarbij kunnen mannen die in de omgeving wonen van de plek van de misdaad DNA doneren, om zo sneller een mogelijke match te vinden met de dader.”

Op die manier werd in Nederland – waar de techniek sinds 2012 wordt toegepast – de moordenaar gevonden van de 11-jarige Nicky Verstappen. De jongen werd in 1998 dood teruggevonden, maar de dader kon nooit geïdentificeerd worden.

Na een groot DNA-verwantschapsonderzoek werd een-op-een match gevonden tussen de sporen en het DNA van een 55-jarige man, genaamd Jos Brech. Hij werd in beroep veroordeeld tot 16 jaar cel voor doodslag.

Privacy

In de nieuwe wet staan nog andere zaken. Zo zullen bijvoorbeeld DNA-stalen langer bewaard worden. Daarnaast gaat genetisch materiaal van verwanten van vermiste personen ook met internationale databanken mogen worden vergeleken om zaken sneller op te lossen.

Maar wat met privacy? Daarin stelt Claerhout gerust. “Op het Y-chromosoom zijn heel weinig genen te vinden. Het zegt bijvoorbeeld niets over de medische achtergrond en ook niet over uiterlijke kenmerken als haarkleur of de kleur van de ogen.” Kortom: je geeft informatie die cruciaal is voor het onderzoek, maar tegelijk niet privacygevoelig is.

De zaak-Caeckaert

De nieuwe wet is niet alleen een zegen voor onderzoekers als Sofie Claerhout. In de eerste plaats betekent dit hoop voor de mensen die al jaren op antwoorden wachten over wat er precies met hun geliefde is gebeurd.

Denk maar aan de cold case van Ingrid Caeckaert. Zij werd in de zomer van 1991 om het leven gebracht in Knokke-Heist. De dader liet destijds een bloedspoor – en dus DNA – achter op de plaats delict. Daardoor kwam aan het licht dat de dader een biologische man is, maar verder zijn de speurders nog niet gekomen.

Toch is er hoop: intussen doneerden al meer dan 700 mannen uit de buurt van de plek van de moord op Ingrid Caeckaert een DNA-staal. Nu de nieuwe wet is goedgekeurd, kunnen die stalen onderzocht worden en wordt na meer dan 30 jaar mogelijk toch een dader gevonden. Omdat de zaak na 30 jaar is verjaard, zal de dader nooit meer berecht kunnen worden.

Bron » VRT Nieuws

Rechter Luc Hennart stapt in de politiek: ‘Ik ben er niet van overtuigd dat jongens uit Molenbeek dezelfde straf zouden krijgen als de Reuzegommers’

Als voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel spuwde Luc Hennart regelmatig zijn gal over de politiek. Deze week kondigde de magistraat zijn politieke entree aan, op de vierde plaats van de Europese lijst van de PS. ‘Een rechter zonder persoonlijke mening, dat zou pas gevaarlijk zijn.’

Op zijn zeventigste is Luc Hennart nog even tegendraads als tijdens zijn carrière als magistraat. ‘De gesel van Koen Geens’ werd Hennart in de media genoemd nadat hij als voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel maanden aan een stuk uithaalde naar de toenmalige justitieminister.

In zijn eerste Nederlandstalige interview als politicus tackelt hij al de huidige justitieminister Paul Van Tigchelt (Open Vld) die na de recente schietpartijen in Brussel versterking aankondigde voor politie en parket. “Repressie werkt niet”, zegt Hennart, die op zijn beurt pleit voor de legalisering van cannabis en van cocaïne.

De magistraat met het eeuwige strikje staat op de vierde plaats van de Europese lijst van de PS. Vandaag levert de partij twee parlementsleden. De kans dat hij ook effectief een zetel bemachtigt is dus klein. “Maar als ze me bellen om justitieminister te worden, zeg ik volmondig ja.”

Qatargate toonde de lelijkste kant van de politiek. Heeft u dat als gewezen magistraat niet afgeschrikt?

“Mooie vraag, maar mijn antwoord is nee. We moeten afwachten wat het onderzoek zal opleveren. De Europese Unie is nu eenmaal een plek waar veel gelobbyd wordt en er bestaat ook zoiets als het vermoeden van onschuld.”

Er zijn toch heel wat bezwarende elementen …

“Ik heb geen inzage in het dossier dus inhoudelijk weet ik niet wat er aan de hand is. Maar over de procedure heb ik wel een aantal vragen. Een maand nadat hij in verdenking gesteld werd, kreeg Pier Antonio Panzeri het statuut van spijtoptant. Volgens de wet kan iemand zo’n statuut pas verkrijgen aan het einde van de rit, als er echt geen andere middelen zijn gevonden om de waarheid te achterhalen.”

Marie Arena en Marc Tarabella zetelen vandaag nog in het Europees Parlement. Hadden ze geen stap opzij moeten zetten?

“Moet iemand die beschuldigd wordt van diefstal ook meteen zijn job opzeggen? Ik denk persoonlijk van niet. Ze houden vol dat ze onschuldig zijn. In het algemeen hoop ik dat we vlug zullen weten hoe de vork aan de steel zit.”

Conner Rousseau gaf wel zijn zitje in het Vlaams Parlement op nadat hij in opspraak kwam.

“Dat is een totaal andere zaak. Hij heeft toegegeven racistische uitspraken te hebben gedaan. Ik vind dat hij daarvoor trouwens ook had moeten doorverwezen worden naar de rechtbank. Elke andere burger had in zo’n geval voor een rechter moeten verschijnen.”

Is dat zo?

“Ik heb als rechter verschillende vergelijkbare zaken gehad. In dit soort dossiers gaat het niet zozeer om het bestraffen, wel om recht te spreken over een situatie na een debat in openbare zitting. Vandaag heeft iedereen een mening over de uitspraken van Rousseau. Er is geen definitief antwoord. Ik vind trouwens net hetzelfde over Vincent Van Quickenborne en pipigate. Door niet te vervolgen, schep je het beeld van klassenjustitie.”

Bestaat er klassenjustitie in ons land?

“Ik heb het nooit zo ervaren. Maar de Franse dichter Jean de La Fontaine zei al: “Selon que vous serez puissant ou misérable, les jugements de cour vous rendront blanc ou noir”, de machtige man heeft het gelijk aan zijn kant.”

“Zoiets zei ook Acid die veroordeeld werd omdat hij in een YouTube-video de namen had genoemd van een aantal Reuzegommers. De uitspraak zorgde voor veel verontwaardiging.
“Ik ken de details over de zaak niet, maar ik kan begrijpen dat de uitspraak vragen oproept. Ik ben er ook niet van overtuigd dat achttien jongens uit Molenbeek dezelfde straf zouden hebben gekregen als de Reuzegommers. Maar als zo’n mening bij mensen groeit – en dat is wat er nu gebeurt – is dat heel gevaarlijk.”

Waarom hebt u voor de politiek gekozen?

“In mijn twaalf jaar als voorzitter deed ik ook al aan politiek. U herinnert zich het voorval van de onderzoeksrechter die vergeten was om het aanhoudingsbevel te tekenen voor Christian Van Eyken. (Het gewezen Vlaams Parlementslid werd daardoor vrijgelaten in afwachting van het proces waar hij en zijn echtgenote Sylvia Boigelot later veroordeeld werden voor de moord op de ex-man van Boigelot, EB). Een deel van de politieke wereld heeft toen zeer zwaar uitgehaald naar ons, waardoor ik me genoodzaakt voelde om achter mijn collega te blijven staan. Ik was al maanden bezig om aan te kaarten dat we een gebrek hadden aan gekwalificeerd personeel.”

U belandde toen in een oorlogje met Koen Geens.

“Ik kreeg het verwijt dat ik aan politiek deed, maar het zijn klinkklare nonsens dat rechters geen politieke meningen mogen hebben. Een rechter zonder persoonlijke mening, dat zou pas gevaarlijk zijn. Bovendien: als voorzitter van een rechtbank heb je een politieke verantwoordelijkheid.”

Waarom koos u voor de PS?

“Mijn hart is links. Daar heb ik nooit een geheim van gemaakt. Ik heb het zelfs eens letterlijk gezegd op Jeudi en Prime op de RTBF. Et alors? Ik ben in mijn carrière nooit gewraakt. Ik heb beslist om na mijn pensioen in de politiek te gaan omdat ik bezorgd ben over wat er vandaag gebeurt in de wereld, meer bepaald de verzwakking van de rechtsstaat. Het gaat vandaag steeds maar over veiligheid, veiligheid en nog meer veiligheid.”

Dat lijkt me logisch als er acht schietpartijen plaatsvinden in iets meer dan een week tijd.

“Ik vraag mij af of iemand de oefening gemaakt heeft om te tellen hoeveel schietpartijen er vorig jaar zijn geweest in Brussel en hoeveel dit jaar. Er wordt zoveel gezegd, maar we mogen ons niet laten leiden door de waan van de dag.”

Justitieminister Paul Van Tigchelt kondigde extra mankracht aan voor politie en parket. Is dat dan niet nodig?

“Er zijn al zoveel extra politiemensen en magistraten aangeworven de afgelopen jaren. En wat is het resultaat? Het wordt alleen maar erger. Onze justitieminister was zelf parketmagistraat, dus hij zou moeten weten dat repressie niet werkt. Het drugsgeweld in Antwerpen neemt alleen toe, en nu zegt men dat hetzelfde in Brussel gebeurt. Ik blijf erbij dat het probleem al jaren bestaat. Brussel is Chicago niet. U moet weten, al de plekken waarover men het vandaag heeft, het Betlehemplein, Peterbos: daar wordt al jaren gedeald.”

Dat is toch geen argument. Hoe lossen we het op?

“Ik ben een groot voorstander van snelrecht. Toen ik rechtbankvoorzitter werd in Brussel, zaten we met een gigantische achterstand. De zware financiële zaken bleven hangen. Door snelrecht hebben we daar een verschil kunnen maken. Het genereert een grote betrokkenheid: beklaagden komen zelf naar de zitting en de uitspraak volgt meteen. Dan heb je veel meer impact dan drie jaar na datum.”

Snelheid is wel het laatste dat ik met het Brusselse gerecht associeer. In december werd een advocaat uitgenodigd om in 2040 te komen pleiten over een fiscale betwisting.

“Dat is een regelrechte schande.”

Het dossier Lassoued bleef op het Brusselse parket in de kast liggen. Vorig jaar schoot hij twee Zweedse voetbalsupporters dood.

“Er is absoluut een probleem binnen het Brusselse parket, dat kreunt onder een personeelstekort. Maar er is ook een organisatieprobleem. Wie doet wat, wat zijn de prioriteiten? Men zou moeten starten met een objectieve audit om na te gaan hoe de organisatie kan verbeteren.”

In Niveau 4, de docureeks waarin Eric Goens het politiekorps in Brussel-Zuid volgt, was te zien hoe vaak meermaals dezelfde mensen worden opgepakt, omdat ze toch niet bestraft worden.

“Dat is frustrerend, maar het kan ook niet betekenen dat al die mensen naar de gevangenis moeten. Er heerst geen straffeloosheid in Brussel. De gevangenissen zitten overvol, voor een groot stuk met druggebruikers. Daarom pleit ik ervoor om cannabis en cocaïne uit het strafrecht te halen.”

“Ik heb het niet over de bazen in Dubai. Ik heb het over de kleine sukkelaars die niet weten waar naartoe, die geen woning hebben, uit een ander land komen. De tristesse van die groep… Dat wil je niet weten. Verslaafden hebben hulp nodig. In plaats van gevangenissen bij te bouwen moeten we daarin investeren. Drugs zijn in de eerste plaats een probleem voor de volksgezondheid. Als we drugs uit het strafrecht halen, zou dat ook betekenen dat een groot deel van de winsten van de drugsmaffia vernietigd worden.”

Cannabis is een ding, maar bij cocaïne speelt ook het risico op een overdosis.

“Dat risico is er vandaag ook. Ik zeg niet dat cocaïne snuiven een goede zaak is – integendeel – maar moeten die mensen naar de gevangenis? Dat is nog een slechter idee. Men moet die mensen uit hun schuilplaats halen. Legalisering zal mensen niet aanzetten om meer te gebruiken: het omgekeerde is waar. Met de drooglegging in de Verenigde Staten werd er massaal stiekem gedronken.”

Vindt u dat u een strenge rechter geweest bent?

“Ik heb altijd geprobeerd om een menselijk rechter te zijn. Daarnaast ben ik ook altijd zeer aandachtig geweest voor de wettelijkheid.”

Wordt u op straat nog aangesproken over bepaalde vonnissen?

“Dat gebeurt dagelijks. Deze week kwam er iemand naar mij: Monsieur le juge, herkent u mij? Nee? Ik ben voor u verschenen. Vandaag heb ik werk, ik ben getrouwd. Ik heb nooit meer iets mispeuterd.”

Spreken ze u nooit in minder vriendelijke bewoordingen aan?

“Ik hoor collega’s wel eens vertellen over bedreigingen. Maar zelf heb ik nog nooit zoiets meegemaakt.”

U startte uw carrière als onderzoeksrechter in Nijvel, waar u in 1988 de moord op wapenhandelaar Juan Mendez onderzocht. Welk dossier blijft voor altijd aan uw ribben kleven?

“Er zijn er een aantal. Maar de zaak-Mendez was bijzonder. Ik was 34 jaar en amper een jaar onderzoeksrechter toen ik gelast werd met de zaak doordat een collega ziek uitviel. Het was heftig – op een bepaald moment heb ik een huiszoekingsbevel gegeven op de staatsveiligheid nadat Robert Beijer (de oud-rijkswachter die samen met Madani Bouhouche al jaren in één adem genoemd werd in het dossier van de Bende van Nijvel, EB) bleef zeggen dat hij daar werkte. Er bleek niets van aan.”

U heeft al verschillende keren gezegd dat Bouhouche en Beijer niets met de bende van Nijvel de maken hebben.

“Daar blijf ik bij. Ik ben voor de parlementaire commissie moeten verschijnen waar men me verweet dat ik mijn dossier niet wilde overmaken aan de Bende-onderzoekers. Toen heb ik ook gezegd: waar zijn de elementen tegen hen? Ik wilde alle vragen beantwoorden, maar zomaar een dossier doorspelen, wilde ik niet. Zo werkt het niet. Uiteindelijk heb ik mijn onderzoek afgerond en hebben ze het dossier gekregen. En wat is er gebeurd? Nul komma nul. Recentelijk is er een rogatoire commissie naar Thailand geweest. Dat kostte een fortuin, maar het leverde opnieuw niets op. Heel het dossier zit vol hypotheses. Ik ben een man van feiten.”

In het parlement ligt het wetsvoorstel van Van Quickenborne op tafel om het dossier van de Bende van Nijvel nooit te laten verjaren. Geen goed idee, zei exspeurder Eddy Vos vorige week in Humo. ‘Als het niet verjaart, zullen we nooit weten wie het heeft gedaan.’

“Hij heeft gelijk.”

Is het mogelijk om de Bende van Nijvel nog voor de rechter te brengen?

“Dat is uitgesloten. U zou de wet eens moeten lezen. Het is te gek voor woorden. Men wil de verjaringstermijn voor moord of roofmoord schrappen ‘als die het land ernstig schaden, de bevolking ernstige vrees aandoen of als doel hebben de staatsstructuren te ontwrichten’. Het zou aan de rechter zijn om te beslissen of de zaak aan zo’n criterium voldoet. Veertig jaar is veertig jaar, maar de justitieminister wil zijn verantwoordelijkheid niet nemen.”

U hebt een steunende plaats op de Europese lijst. Droomt u van een zitje in het Europees Parlement?

“La place des combat. Mooie plek toch?”

Wat zegt u als premier Magnette straks een minister van Justitie zoekt?

“Uiteraard zal ik ja zeggen als hij mij vraagt. Ik ben zeventig jaar en ik zou in mijn tuin tomaten kunnen kweken, maar dat is niets voor mij.”

Volgens de peilingen zou een kwart van de kiezers straks voor Vlaams Belang stemmen.

“Niet alleen Vlaanderen maakt die ruk naar rechts. Het is de weg die we opgaan in Hongarije, Polen, Nederland, Italië en Frankrijk. Hoe er wordt gekeken naar migranten en mensen die strafbare feiten plegen, ik ben daar zeer bezorgd over en ik wil er alles aan doen om mensen te overtuigen dat het de verkeerde keuze is.”

In Vlaanderen bestaat de kans dat N-VA en Vlaams Belang samen een meerderheid halen. Wat denkt u van premier Bart De Wever?

“Als Vlaams Belang in de regering stapt, zal het zonder mij zijn. Dat staat vast. Er zijn zaken waar ik mij nooit bij zou kunnen neerleggen.”

Maar met premier De Wever kunt u wel leven?

“Het hangt er vanaf op welke manier. Ik ben niet voor een verdere splitsing van het land, maar we moeten wel op zoek naar de beste manier om onze staat te laten functioneren. Als justitie beter zou werken als het naar de deelstaten ging, is dat voor mij geen taboe. We moeten vooruit. En avant!”

Bron » De Morgen | Eline Bergmans

Vingerafdrukken misschien niet zo uniek als gedacht, beweert nieuwe AI-tool

Men gelooft dat elke vingerafdruk op iemands hand volledig uniek is, maar dat wordt nu in twijfel getrokken door onderzoek van Columbia University. Een team van de Amerikaanse universiteit trainde een AI-tool om 60.000 vingerafdrukken te onderzoeken om te zien of het kon achterhalen welke van dezelfde persoon waren.

De onderzoekers beweren dat de technologie met 75 tot 90 procent nauwkeurigheid kan vaststellen of afdrukken van verschillende vingers van één persoon afkomstig zijn. “We weten niet zeker hoe de AI het doet,” gaf prof. Hod Lipson toe, een robotica-onderzoeker aan Columbia University die het onderzoek begeleidde.

Forensisch onderzoek

De onderzoekers denken dat de AI-tool de vingerafdrukken op een andere manier analyseerde dan traditionele methoden, door zich te richten op de oriëntatie van de ribbels in het midden van een vinger in plaats van op de manier waarop de individuele ribbels eindigen en splitsen.

“Het is duidelijk dat er geen gebruik wordt gemaakt van de traditionele markers die forensisch onderzoek al tientallen jaren gebruikt”, aldus prof. “Het lijkt erop dat het iets gebruikt zoals de kromming en de hoek van de wervelingen in het midden.” Prof. Lipson zei dat zowel hij als Gabe Guo, een student, verrast waren door het resultaat. “We waren erg sceptisch. We moesten controleren en dubbel controleren,” zei hij.

Graham Williams, hoogleraar forensische wetenschap aan de universiteit van Hull, zei dat het idee van unieke vingerafdrukken nooit vaststaat. “We weten eigenlijk niet of vingerafdrukken uniek zijn,” zei hij. “Het enige wat we kunnen zeggen is dat, voor zover wij weten, nog geen twee mensen dezelfde vingerafdrukken hebben laten zien.”

Plaats delict

De resultaten van het onderzoek van Columbia University kunnen invloed hebben op zowel biometrie – het gebruik van een bepaalde vinger om een apparaat te ontgrendelen of identificatie te verschaffen – als forensische wetenschap. Als er bijvoorbeeld een niet-geïdentificeerde duimafdruk wordt gevonden op plaats delict A en een niet-geïdentificeerde wijsvingerafdruk op plaats delict B, kunnen de twee op dit moment forensisch gezien niet met dezelfde persoon in verband worden gebracht – maar de AI-tool zou dit wel kunnen vaststellen.

Het team van Columbia University, dat geen van allen een forensische achtergrond heeft, gaf toe dat er meer onderzoek nodig was. AI-tools worden meestal getraind op enorme hoeveelheden gegevens en er zouden veel meer vingerafdrukken nodig zijn om deze technologie verder te ontwikkelen. Bovendien waren alle vingerafdrukken die gebruikt werden om het model te ontwikkelen complete afdrukken van goede kwaliteit, terwijl in de echte wereld vaak eerder gedeeltelijke of slechte afdrukken worden gevonden.

Geen bewijs in rechtszaken

“Ons hulpmiddel is niet goed genoeg voor het bepalen van bewijs in rechtszaken, maar het is goed voor het genereren van aanwijzingen in forensisch onderzoek,” beweerde de heer Guo. Maar Dr. Sarah Fieldhouse, universitair hoofddocent forensische wetenschap aan de Staffordshire University, zei dat ze in dit stadium niet dacht dat het onderzoek een “significante impact” zou hebben op het strafrechtelijk onderzoek.

Ze zei dat er vragen waren over de vraag of de markeringen waar de AI-tool zich op richtte hetzelfde bleven, afhankelijk van hoe de huid draaide toen het in contact kwam met het afdrukoppervlak, en ook of ze hetzelfde bleven in de loop van een mensenleven, zoals traditionele markeringen dat doen.

Maar dit kan lastig te beantwoorden zijn omdat de onderzoekers onzeker zijn over wat de AI precies doet, zoals het geval is met veel AI-gestuurde tools. Het onderzoek van Columbia University is getoetst door vakgenoten en wordt vrijdag gepubliceerd in het tijdschrift Science Advances.

Tweeling kan elkaars iPhone ontgrendelen

Maar een tweeling in Cheshire zou iedereen wel eens voor kunnen zijn. Hun oma Carol vertelde de ‘BBC’ dat haar twee kleinkinderen elkaars iPhone kunnen openen met hun eigen vingers. “Ze lieten het me zien op eerste kerstdag,” zei ze. “Ons werd verteld dat ze identiek waren toen ze geboren werden, maar ik kan het verschil tussen hen zien nu ze ouder zijn.” Ze beweerde dat haar kleinkinderen ook de gezichtsherkenning van de telefoons kunnen omzeilen.

Vingerafdrukken worden al voor de geboorte gevormd. Vorig jaar gepubliceerd onderzoek suggereerde dat het genetische proces erachter vergelijkbaar zou kunnen zijn met de manier waarop dieren zoals zebra’s en luipaarden hun markeringen krijgen: een theorie die voor het eerst werd voorgesteld door codebreker Alan Turing in de jaren 1950.

Bron » Het Laatste Nieuws

Benoeming Frédéric Van Leeuw trekt benoemingscarrousel Brusselse justitie op gang

Frédéric Van Leeuw kan benoemd worden tot procureur-generaal van Brussel. Daarmee komt er een oplossing voor de benoemingspuzzel aan de top van de Brusselse justitie.

Frédéric Van Leeuw is voorgedragen als opvolger van Johan Delmulle in de rol van Brusselse procureur-generaal, zo meldt de Hoge Raad voor de Justitie. Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) moet zijn benoeming nog bekrachtigen. Van Leeuw maakte bijna twee decennia geleden naam als jeugdmagistraat in het dossier-Joe Van Holsbeeck, de 17-jarige jongen die door twee minderjarigen werd doodgestoken in het station Brussel-Centraal.

Hij voerde ook onderzoeken naar Afrikaanse jeugdbendes in de hoofdstad. In 2007 stapte hij over naar het federaal parket, waar hij diezelfde Delmulle tien jaar geleden ook al opvolgde als federaal procureur. Onder hem ging het federaal parket de strijd aan tegen de terreurdreiging van IS, maar er waren onlangs ook nog Qatargate en de herlancering van het onderzoek naar de Bende van Nijvel.

In die functie van federaal procureur wordt hij opgevolgd door Ann Fransen, die nu de afdeling antiterrorisme van het federaal parket leidt. De voordracht van Fransen leidde eind vorig jaar tot een knoop in de nodige benoemingen aan de Brusselse justitie. Met name de aanstelling van Van Leeuw werd tegengehouden, in een discussie over de taalkwestie.

Delmulle behoort tot de Nederlandstalige taalrol en moest worden opgevolgd door iemand van de Franstalige. Van Leeuw – overigens vlot tweetalig – voldeed aan die eis, maar de Nederlandstalige leden van de Hoge Raad blokkeerden de aanstelling, omdat de eerste voorzitter van het hof van beroep ook al Franstalig is: Laurence Massart. Zij zat onlangs nog het assisenproces over de terreuraanslagen in Brussel voor.

Vacature: procureur des Konings

Het zijn niet de enige problemen met de taalrol. De aanstelling van een procureur des Konings van het Brusselse parket zit al drie jaar vast. Volgens de Vlamingen moet het een Nederlandstalige zijn, in opvolging van een Franstalige. De Franstaligen betwisten dat en verwijzen daarvoor naar de zesde staatshervorming – het Grondwettelijk Hof stak er evenwel een stokje voor.

De problemen van het Brusselse gerecht kwamen eind vorig jaar nog eens voor het voetlicht door onder meer de problemen aan Brussel-Zuid. Ook de gerechtelijke achterstand in de hoofdstad oogt impressionant. Na de aanslag op twee Zweden in Brussel – en de blunder binnen de administratie van Justitie – beloofde premier Alexander De Croo dat hij een oplossing had om eindelijk de procureur des Konings te benoemen.

Bron » De Standaard | Jeroen Struys