Eerste “Cold Case Bureau” van het land opent in Aarschot: “Moordenaars die hun geheim meedragen, kunnen bij ons terecht”

Onderzoekscollectief Bureau Van Meerbeeck opent in Aarschot een Cold Case Bureau. In het kantoor kunnen mensen terecht die meer weten of te weten willen komen over onopgeloste misdaden.

In de Leuvensestraat in Aarschot kan je binnenkort naar het eerste “Cold Case Bureau” van het land. Het wordt een ontmoetingsplaats voor mensen die geïnteresseerd zijn in onopgehelderde misdaden of een bepaalde cold case graag opgelost zien. “Al jaren staan we nabestaanden en achterblijvers bij met het samenstellen van een dossier in de hoop dat het gerecht daar opnieuw mee aan de slag kan gaan. Onze medewerkers deden dat altijd van op verschillende locaties en er was een noodzaak ontstaan om dat onder te brengen in één bureau”, vertelt oprichter Kurt Wertelaers.

Moordenaars met wroeging

Niet alleen nabestaanden die met vragen zitten, maar ook daders die willen praten, kunnen in het kantoor terecht. “Naast moordenaars die heel lang met hun geheim zitten, zijn er vaak mensen die dat geheim delen en daar al jaren over zwijgen”, legt Wertelaers uit. “We zijn ervan overtuigd dat, hoe oud een zaak ook is, er ergens wel iemand moet rondlopen die meer weet. Die mensen kunnen bij ons terecht, in de grootst mogelijke discretie.”

In het kantoor zal niet alleen onderzoekswerk gebeuren, maar er zullen ook opleidingen en evenementen worden georganiseerd. “We willen binnenkort ook een bibliotheek openen waar je alle mogelijke boeken en andere publicaties over cold cases kunt lenen of lezen. Iedereen is vrij om daar naartoe te komen.”

Bron » VRT Nieuws

Meer dan derde van gevangenen wacht nog op straf: ‘Komt doordat korte straffen al veertig jaar niet worden uitgevoerd’

Propvol zitten de gevangenissen. Het hoge aantal mensen in voorarrest drijft mee de druk op. ‘Korte straffen uitvoeren is de enige oplossing om de situatie duurzaam onder controle te krijgen.’

Elke dag verblijven in gevangenissen zoals die van Antwerpen, Brugge of Lantin tientallen tot zelfs honderden mensen meer dan er plaats is. Over alle gevangenissen heen heerst er een overbevolking van minstens 10 procent. Gedetineerden zitten soms met acht in een cel voor vier, meer dan honderdvijftig onder hen slapen op matrassen op de grond. Dagelijkse activiteiten zoals sporten, bezoek ontvangen, de ‘wandeling’ of douchen vinden minder of zelfs niet plaats.

Die overbevolking legt al jaren een hoge druk op de gevangenissen en wie er werkt en leeft. Een belangrijke factor daarin zijn de gedetineerden in voorhechtenis, die zijn opgesloten in afwachting van een uitspraak in hun zaak. Meer dan een op de drie gevangenen zit in die situatie.

‘Met bijna 36 procent gedetineerden in voorlopige hechtenis scoort ons land hoger dan het Europese gemiddelde’, zegt N-VA-Kamerlid Sophie De Wit, die de cijfers opvroeg bij minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Dat Europese gemiddelde ligt op 29 procent. Ook Nederland zit daar ruim boven, Frankrijk en Duitsland zitten er (net) onder.

Succes tegen drugsmaffia

Het kabinet-Justitie is zich zeer goed bewust van de kwestie. ‘Dat hoge aantal mensen in voorhechtenis heeft in sterke mate te maken met de successen in de strijd tegen de drugsmaffia in Antwerpen’, reageert Jan Van der Cruysse, de woordvoerder van Van Quickenborne. ‘Verdachten van georganiseerde misdaad worden meer dan sommige andere profielen in voorhechtenis geplaatst. Door het succes van Sky ECC (waarbij een communicatieysteem van gangsters werd gekraakt, red.) en de volgehouden inspanningen van politie en justitie om de ­cocaïnehandel te beteugelen werden de jongste jaren en maanden veel verdachten in die dossiers opgepakt.’

Maar de successen rond Sky zijn niet de enige verklaring. De voorlopige hechtenissen worden ook steeds langer. De kiem daarvoor ligt ver in het verleden. ‘Dat komt onder andere doordat te weinig korte straffen werden en worden uitgevoerd’, is de analyse van het kabinet-Justitie. ‘In België wordt er sneller dan in de meeste andere landen overgegaan tot voorhechtenis, en dat kun je niet los zien van het feit dat sinds de jaren zeventig korte straffen in ons land niet meer worden uitgevoerd. Magistraten zijn dan sneller geneigd om daders in voorhechtenis te plaatsen, zodat mensen op die manier toch de gevolgen van hun daden ondervinden en de binnenkant van een cel hebben gezien.’

Sinds september vorig jaar worden straffen tussen twee en drie jaar uitgevoerd. Op 1 september van dit jaar komen daar de straffen tussen zes maanden en twee jaar bij. Van Quickenborne hoopt daarmee op een ‘mentaliteitswijziging’ bij Justitie. ‘De situatie zal niet van vandaag op morgen omslaan. Op korte termijn zal de uitvoering van kortere straffen nog meer druk zetten op de gevangeniscapaciteit, maar op lange termijn is het de enige oplossing om de situatie duurzaam onder controle te krijgen.’

Terugkeercoaches

Uit de cijfers die de N-VA opvroeg, blijkt ook dat ruim de helft van de personen in voorarrest niet de Belgische nationaliteit hebben. Van die groep heeft de meerderheid geen verblijfsrecht in ons land. ‘Wie illegaal in het land verblijft en op de koop toe in aanraking komt met het gerecht, hoort nochtans meteen teruggestuurd te worden naar het land van herkomst. Vandaag wordt op die repatriëring amper ingezet. Zo blijft het dweilen met de kraan open’, vindt De Wit.

Dat verwijt spreekt het kabinet-Justitie ferm tegen. ‘De organisatie van de terugkeer van ex-gedetineerden is de bevoegdheid van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Vorig jaar zijn er 1.522 gedetineerden zonder recht op verblijf van het Belgische grondgebied verwijderd. Dat is vergelijkbaar met de aantallen onder de vorige regering en de vorige staatssecretaris. Het aantal terugkeercoaches van de Dienst Vreemdelingenzaken in de gevangenissen werd verdubbeld.’

Nederlandse gevangenis huren?

‘Minister Van Quickenborne pleit steeds opnieuw voor een straffere Justitie, maar dat zal nooit het geval zijn zolang onze gevangenissen uit hun voegen barsten’, zegt De Wit nog. ‘De N-VA vindt dat we een gevangenis in Nederland moeten huren, zoals de federale overheid deed in het verleden.’

Het kabinet-Justitie zegt die mogelijkheid al te hebben bekeken, maar kwam tot de vaststelling dat ze geen oplossing is. ‘Nederland kampt ook met overbevolking van de inrichtingen en heeft geen personeel meer op overschot.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Opvallend veel topbenoemingen bij politie en justitie blijven uit

Er is een opvallend aantal topfuncties bij politie en justitie ad interim ingevuld. En binnenkort komen er nog tal van plaatsen vrij. Een overzicht van de stoelen die tijdelijk bezet zijn en de te verwachten benoemingen.

Aan de top van minstens vijf belangrijke organisaties bij politie en justitie, staan mensen die tijdelijk benoemd zijn. Dat is erg veel. De leidinggevenden bij het parket van Brussel, het federaal parket voor de verkeersveiligheid, het OCAD, de Staatsveiligheid en de federale politie zijn tijdelijk benoemd. Bovendien moeten nog tal van andere topfuncties tijdelijk ingevuld worden.

De redenen hiervoor verschillen van dienst tot dienst. Soms is er een erg valabele reden, ziekte bv., zoals bij de Staatsveiligheid het geval is.

Veel scherper (en ook pijnlijker) is de toestand bij het parket van Brussel, het grootste en wellicht ook het belangrijkste parket van het land. Op 1 april 2021 vertrok de toenmalige procureur en al die tijd is er een procureur ad interim benoemd. Om tot een volwaardige benoeming te kunnen overgaan is er een wetswijziging nodig. Maar de wetgever laat dat dus al ruim twee jaar na.

In het geval van de federale politie had de ex-commissaris-generaal al in december vorig jaar aangegeven zijn mandaat niet te verlengen. Men had dus in principe voldoende tijd om een nieuwe selectieprocedure op te starten.

Dat een dienst ad interim geleid wordt hoeft op zich niet problematisch te zijn. Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de capaciteiten van de mensen die de job tijdelijk invullen.

Maar hoe dan ook geniet iemand die functioneert ad interim niet dezelfde bescherming als iemand die vast benoemd is. Bovendien zit hij of zij op een stoel die misschien iemand anders ook ambieert, maar zich geen kandidaat kan stellen. Politie en justitie zijn ook belangrijk genoeg om te werken met leidinggevenden die volwaardig benoemd zijn. En, niet in het minst: zeker voor magistraten is het wenselijk dat benoemingen gebeuren door de Hoge Raad voor Justitie, met alle waarborgen voor objectivering. Daarvoor werd dat orgaan ook opgericht.

Er zijn uiteenlopende verklaringen voor de huidige situatie, maar sommige waarnemers zien in de aanslepende kwestie van deze topbenoemingen ook een politieke factor. Door de benoemingstaart groter te maken is het ook makkelijker ieder zijn deel te geven.

Hieronder vindt u per korps of organisatie een gedetailleerde beschrijving van de toestand.

Federale politie

Marc De Mesmaeker werkte woensdag 14 juni zijn laatste dag als commissaris-generaal van de federale politie. Hij gaat vanaf september aan de slag bij het Nationaal Drugscommissariaat. Eric Snoeck neemt zijn functie ad interim over.

Eric Snoeck begon zijn carrière in 1997 bij de toenmalige rijkswacht. In mei 2019 startte hij als directeur-generaal van de gerechtelijke zuil van de federale politie zij het dat hij die functie een kleine drie jaar ad interim uitoefende. Pas in januari 2022 werd hij officieel benoemd.

Het is onduidelijk wanneer de selectieprocedure voor de functie van commissaris-generaal officieel start. In afwachting daarvan blijft Eric Snoeck de leiding van het korps nemen. Volgens onze informatie zal Eric Snoeck kandidaat zijn en is hij zelfs een groot kanshebber. Snoeck deed ook al mee bij de vorige selectieprocedure en eindigde toen als tweede kandidaat (na De Mesmaeker dus).

Eric Snoeck wordt als directeur-generaal van de gerechtelijke politie opgevolgd door Laurent Blondiau (die als directeur werkte in Bergen). Maar ook deze benoeming is, u raadt het, ad interim.

Tijdelijk benoemd is ook Wald Thielemans aan het hoofd van de Algemene Directie Bestuurlijke Politie. Hij volgde in de zomer van 2020, toch al drie jaar geleden, ad interim André Desenfants op (die als gevolg van de zaak-Chovanec een stap opzij moest zetten).

Het directiecomité van de federale politie bestaat uit vier mensen. Enkel Dominique Van Rijckeghem, als baas van de Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie, is officieel. Zij is officieel benoemd op 21 augustus 2022 (overigens nadat ze de functie al ruim drie jaar, vanaf april 2019, ad interim had gedaan).

Conclusie: het directiecomité van de federale politie is voor drie vierde tijdelijk benoemd.

Parket Brussel

Wellicht het pijnlijkst is de situatie bij het parket van Brussel. Op 1 april 2021 stapte de Brusselse procureur des Konings Jean-Marc Meilleur over naar de privésector. Sinds die periode, dat is dus al ruim twee jaar geleden, is er geen nieuwe benoeming aan het hoofd van het grootste parket van dit land waar al bij al zo’n 500 mensen aan verbonden zijn.

Tim De Wolf nam de functie ad interim over. De Wolf werkte op dat moment als eerste substituut-procureur des Konings en was adjunct van Jean-Marc Meilleur. Hij is nu nog steeds procureur des Konings ad interim.

Deze benoemingskwestie wordt bemoeilijkt door wettelijke beperkingen die betrekking hebben op taalevenwichten. Dat probleem kan opgelost worden door een wetswijziging. Maar die blijft uit.

De aanslepende kwestie werd al herhaaldelijk publiekelijk aangeklaagd, o.a. door de Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle. Hij hekelde in zijn mercuriale, dat is de openingsrede die wordt uitgesproken bij het begin van het gerechtelijk jaar, in september 2021 in scherpe bewoordingen het uitblijven van een definitieve regeling. In september 2022 deed hij dat opnieuw. Het ziet ernaar uit dat hij zijn tekst nog eens kan herhalen in september 2023.

Federaal parket voor de verkeersveiligheid

In de zomer van 2021 keurde de ministerraad de oprichting van het nationaal parket voor verkeersveiligheid goed. Dat idee was bedoeld om de verkeersveiligheid te bevorderen. Het nieuwe parket zal ook instaan voor een uniforme afhandeling van de verkeersboetes.

Men vond lange tijd geen enkele kandidaat voor deze functie, ondanks herhaalde oproepen. Er werkten ondertussen al wel een veertigtal mensen.

Eind februari 2023 werd Michèle Coninsx aangesteld als tijdelijk procureur. Michèle Coninsx heeft er al een lange en bepaald indrukwekkende carrière opzitten. Ze werkte o.a. op het parket in Brussel, bij Eurojust en stond aan het hoofd van de directie contraterrorisme bij de Verenigde Naties.

De reden waarom haar benoeming tijdelijk is, heeft te maken met haar leeftijd. In principe geldt zo’n benoeming voor een periode van vijf jaar, maar die periode kan Michèle Coninsx niet meer volledig invullen. Hoe lang ze dan wel aan de slag kan blijven, is onduidelijk. In het Belgisch Staatsblad (van 14 februari) staat dat “zolang er geen procureur voor de verkeersveiligheid is aangewezen, neemt zij de opdrachten van de procureur voor de verkeersveiligheid waar.”

Overigens gebeurde de benoeming van Michele Coninsx door het college van het openbaar ministerie en niet, zoals gebruikelijk zou zijn, door de Hoge Raad voor Justitie (precies omdat er geen kandidaten waren en er dus ook niet geselecteerd moest worden).

Voor de functie van substituut procureur bij het federaal verkeersparket loopt er momenteel wel een officiële selectieprocedure.

Staatsveiligheid

In mei 2022 liet Jaak Raes weten om medische redenen niet langer nog aan het hoofd te kunnen staan van de Veiligheid van de Staat. Om die reden nam hij ziekteverlof. Officieel loopt het mandaat van Jaak Raes nog tot 1 april 2024.

Francisca Bostyn nam tijdelijk zijn functie over. Bostyn werkte al bij Staatsveiligheid als directeur van de dienst internationale relaties. Ruim een jaar vervult ze dus al ‘tijdelijk’ de functie van administrateur-generaal.

De verwachting is dat pas na het mandaat van Jaak Raes er officieel een selectieprocedure start. Tot dan is hij officieel nog altijd de baas van de inlichtingendienst. Hoe dan ook is er in brede kringen een consensus dat Bostyn haar tijdelijke rol invult op een wijze die haar tot de meest geschikte kandidaat maakt.

OCAD

Paul Van Tighelt vertrok in oktober 2020 als directeur bij Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Hij werd adjunct kabinetschef bij Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Van Tighelt nam hiervoor ontslag bij het OCAD. Hij kan dus, bv. bij het einde van de regering, niet zondermeer terugkeren naar het OCAD. Hij behoudt wel zijn statuut van magistraat.

De leiding van het OCAD werd ad interim overgenomen door Gert Vercauteren, destijds de adjunct van Van Tighelt. Gert Vercauteren is tot op de dag van vandaag tijdelijk directeur. Zijn tijdelijke benoeming is geregeld bij Koninklijk Besluit, een KB dat op zijn beurt al eens verlengd werd.

Parket Halle Vilvoorde

Ine Van Wymersch was procureur des konings van het parket Halle Vilvoorde. Maar in februari van dit jaar werd ze benoemd als nationaal drugscommissaris. Vanaf dan wordt het parket Halle Vilvoorde ad interim geleid door Carol Vercarre.

In Halle Vilvoorde gaat het wel sneller. Op 5 mei verscheen in het Belgisch Staatsblad al een nieuwe vacature. De selectieprocedure loopt nog steeds. Volgens onze informatie heeft Carol Vercarre zich kandidaat gesteld. De kans is dus reëel dat in dit geval tijdelijk ook definitief wordt al is ze niet de enige kandidaat.

Een grote benoemingsgolf op komst

Tien jaar geleden werd de organisatie van hoven en rechtbanken grondig gereorganiseerd. Veel van de mandaten die toen werden ingevuld hadden een periode van 5 jaar die één keer kon verlengd worden. Vandaar de grote benoemingsgolf die ons te wachten staat voor begin 2024.

Het zijn niet de minste functies die opnieuw moeten ingevuld worden. Zo is er een vacature uitgeschreven voor o.a. de functie van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en Oost-Vlaanderen, voorzitter van de arbeidsrechtbank Antwerpen, voorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen en Brussel, federaal procureur en procureur des Konings bij het parket Limburg.

Ook het mandaat van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie, Jean-Paul Janssens, loopt eind dit jaar af.

Die vacatures werden recent allemaal gepubliceerd. Het valt af te wachten wie de nieuwe topfuncties zal invullen.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

Geef haar een team en wat tijd, en ze lost cold case na cold case op: “Het zal zijn vruchten afwerpen”

Een team vol specialisten dat zich voltijds op de vele honderden onopgeloste misdaadverhalen stort. Dat is de wensdroom van Karolien Van Dijck, forensisch adviseur bij het NICC en verbindingsadviseur bij het Antwerpse parket. “Hoog tijd om cold cases echt gestructureerd te gaan uitpluizen.”

486 dossiers van zware zedenfeiten werden in Engeland door zo’n gespecialiseerd cold case-team opnieuw onder de loep genomen. ‘Oude’ verhalen van verkrachtingen en misbruik gepleegd door een dader op vrije voeten, door iemand die hoopte voorgoed buiten schot te blijven en daar ook wonderwel in leek te slagen. Zo’n ‘review’ van dossiers leverde over het Kanaal spectaculaire resultaten op: 340 doorbraken kwamen er al uit voort. Met dank aan een team van speurders, magistraten en DNA-specialisten, dat zich uitsluitend bezighoudt met het opnieuw onder de loep nemen van dossiers die om tal van redenen stof lagen te vergaren.

Genekt door twee haartjes

“Slachtoffers na al die jaren van wanhoop alsnog gerechtigheid kunnen bieden, is zo belangrijk”, zegt Karolien Van Dijck. Ze werkt als forensisch adviseur voor het NICC, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, en biedt al tien jaar ondersteuning aan magistraten van het Antwerps parket bij het wetenschappelijk luik van hun dossiers. Zo vaak zo cruciaal als bewijslast.

Weinigen in Vlaanderen die meer afweten van forensische wetenschap in gerechtelijke dossiers. Zonder Van Dijck en haar collega’s geen doorbraak in het dossier van seriedoder Stephaan Du Lion, de glazenwasser uit Deurne die onlangs levenslang kreeg voor de moord op vier vrouwen. Du Lion werd na al die jaren van vruchteloos speuren finaal genekt door de DNA-sporen die hij achterliet bij één van zijn slachtoffers. Door doorgedreven forensisch onderzoek, dus.

Labo en speurders, één strijd

Van Dijck is iemand die in de luwte opereert, als een soort verbindingsofficier tussen wetenschap en Justitie. Ze spreekt de taal van het labo én van de magistraten. Haar grote troef: dossiers vanonder het stof halen en met de fijne kam doorploegen.

Momenteel brengt ze alle oude dossiers in kaart in het Antwerpse, veelal dossiers van moord en doodslag, die nog niet rond zijn. Ze maakte al een eerste selectie van 236 dossiers die ze op termijn minstens wil proberen op te lossen. In de meeste gevallen is er dus geen naam van de dader. Maak die oefening voor heel Vlaanderen en de noodzaak voor een aanpak op z’n Engels lijkt nogal wiedes.

Maar tot verbazing van velen blijkt het in ons land voorlopig allemaal nattevingerwerk, zo’n cold case alsnog proberen op te lossen. Vaak terug te brengen tot die ene overijverige magistraat, het buikgevoel van een ervaren speurder of een toevallige DNA-match.

“Dat moet structureel anders”, stelt Van Dijck. “Het is hoog tijd dat we ook hier een professioneel cold case-team oprichten. Maak een lijst van alle dossiers, zet speurders, forensische wetenschappers én magistraten samen in een bureau en laat ze dag in, dag uit samenwerken. Simpel. Het zal vruchten afwerpen.”

In elke hooiberg zit een speld

Van Dijck verwijst naast Engeland ook naar Nederland, dat elf zulke teams kent. Of naar Frankrijk, waar drie nationale onderzoeksrechters speciaal opgeleid zijn in de materie. Wat kan je wettelijk doen qua DNA-onderzoek met oude en (later) nieuwe verdachten? Dat soort zaken. Ze verwijst naar de revolutie de voorbije jaren in DNA-land.

“Met de huidige technieken kan je als wetenschapper veel gerichter zoeken. Koppel dat aan een gerichte strategie en mijn aanvoelen is dat je veel onopgeloste zaken alsnog kan oplossen. Is er DNA? Hoe is dat bewaard? Zijn er bewijsstukken? Waar kunnen we misschien nog iets vinden? Waar liepen we destijds op vast? Zijn er wettelijk intussen nieuwe opties?”

Haar filosofie is helder als pompwater: op zijn minst professioneel te werk gaan, alles in kaart brengen, de nodige expertise rond de tafel verzamelen en speuren naar dat ene naaldje in de hooiberg. Zoals onder meer de achtergebleven haartjes van seriedoder Du Lion.

Capaciteit en centen

Zoals zo vaak in het land van Vrouwe Justitia wordt het ook een verhaal van capaciteit en centen. Er is al structureel te weinig geld om extra personeel aan te werven, om de kwaliteit in de gevangenissen te verbeteren, om renovatiewerken uit te voeren, om de slabakkende digitalisering van Justitie aan te pakken. De lijst is lang, de ambitie in het Vlinderpaleis desondanks groot.

Haar ultieme wensdroom, naast een eigen team: een cold case-databank waar je, zoals in Amerikaanse films, met enkele magische drukken op de knop alles uit labo’s digitaal aan openstaande dossiers kan linken. Het blijft, klinkt het, voorlopig een verhaal uit fictiereeksen als CSI: Miami.

Van Dijck hoopt binnenkort de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) alvast te overtuigen om (een klein beetje) budget vrij te maken. Ze diept een quote van hem op, uit 2022: “Elke onopgehelderde zaak is er één te veel.” Van Dijck: “Ik vraag niet veel: geef me een team van drie specialisten – een bevoegde magistraat, een ervaren speurder die in alle archieven kan en een allround forensisch adviseur –, een lokaal, archiefkasten en wat tijd.”

Bron » Gazet van Antwerpen | Pieter Huyberechts

Spionagesoftware ontdekt op gsm’s van magistraten en politieagenten

Bij verschillende magistraten en politieagenten in ons land is er spyware ontdekt op hun telefoon. Dat is de Franstalige omroep RTBF te weten gekomen en het nieuws wordt bevestigd door minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). “We moeten niet naïef zijn, er worden op dit moment gevoelige onderzoeken gevoerd in ons land.”

Meerdere magistraten en politieagenten in ons land hebben een verontrustende boodschap gekregen: op hun gsm’s werden er sporen van spyware teruggevonden. Verschillende gsm’s werden intussen al onderzocht door de Computer Crime Unit van de federale politie.

Onder meer de gsm van onderzoeksrechter Michel Claise – gespecialiseerd in financiële fraude – kwam “positief” uit die test, er werden dus sporen van spyware teruggevonden. En ook enkele andere magistraten en politieagenten kregen dezelfde boodschap.

De precieze omvang van de spionage waarvan de Belgische justitie nu het slachtoffer lijkt te zijn, is niet geweten. Om hoeveel gevallen het precies gaat, is dus nog niet duidelijk. Het federaal parket geeft voorlopig geen commentaar.

“Brussel spionnenhoofdstad”

Justitieminister Van Quickenborne bevestigt dat er sporen van spyware gevonden zijn. “Het parket onderzoekt nu of het om een poging of een geslaagde poging gaat en wie er achter kan zitten. We moeten niet naïef zijn, er worden gevoelige onderzoeken uitgevoerd in ons land, door excellente magistraten die actie dúrven ondernemen.”

“Bovendien is Brussel de spionnenhoofdstad van de wereld.” Van Quickenborne veroordeelt deze praktijken ten stelligste. Hij benadrukt wel dat het “vrij uitzonderlijk” is dat het bij magistraten en politieagenten gebeurt.

Om welk soort spyware het gaat, wie erachter zit en waarom, is nog niet duidelijk. Een van de hypotheses die RTBF naar voren schuift, is dat het mogelijk iets te maken heeft met Qatargate, het grootschalige corruptieschandaal in het Europese Parlement. Qatar en Marokko zouden geprobeerd hebben om de economische en politieke besluiten van het Europees Parlement te beïnvloeden.

Met geavanceerde spyware-technologie kan de getroffen gsm overgenomen worden, kunnen berichten, foto’s of contacten bemachtigd worden en kunnen de microfoon en camera ongemerkt ingeschakeld worden. Het bekendste voorbeeld van zo’n software is “Pegasus”, dat verkocht wordt door een Israëlisch technologiebedrijf.

Twee jaar geleden lekte uit dat verschillende journalisten, (internationale) politici en bedrijfsleiders werden bespioneerd via “Pegasus”. Het is niet duidelijk of ook hier die software gebruikt werd.

Om dit soort praktijken tegen te gaan, is ons land bezig met de uitbouw van een nieuw beveiligd communicatienetwerk. “Dit jaar moet daar nog resultaat van zijn”, klinkt het bij Van Quickenborne. “We zullen werken in drie niveaus, naargelang de gevoeligheid.” Kostprijs? 30 miljoen euro.

Bron » VRT Nieuws