Onderzoek

Getuigenis

Een nieuw spoor naar wapens

De speurderscel Waals-Brabant in Charleroi, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel voert, beschikt al zes maanden over een belangrijke getuigenis die opnieuw de naam van Philippe ‘Johnny’ De Staerke opgooit. De getuigenis gaat onder meer over een koffer met wapens die mogelijk gebruikt zijn bij de laatste overval van de Bende, op de Delhaize in Aalst. De getuigenis is afkomstig van een familielid van de De Staerkes. Die zegt dat de speurders tot nu toe nog maar weinig of niets met zijn aanwijzingen hebben aangevangen. Johnny De Staerke, inmiddels 53, was ooit de hoofdverdachte van de overval op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht doden vielen. Hij maakte in de jaren tachtig deel uit van de bende van Baasrode, een keiharde groep gangsters die tientallen hold-ups, inbraken en autodiefstallen pleegde.

Onderzoeksrechter Freddy Troch stelde hem in 1987 in staat van beschuldiging op basis van twee erg belastende elementen. Eén: De Staerke was de middag voor de overval met zijn vriendin Yvette en haar dochtertje op verkenning gegaan in de Delhaize van Aalst, waar ze anders nooit kwamen. En twee: goed anderhalf uur na de moordpartij ging hij bij een vriend in Brussel een Samsonite-koffer afleveren waarin wapens zaten. Daags nadien haalde hij de koffer opnieuw op om het ding te gaan begraven in een bos in Pepingen, met Yvette als chauffeur. Enkele weken later ging hij nog eens terug om de koffer weer op te graven.

De Staerke bleef zijn betrokkenheid bij de moordpartij in Aalst ontkennen, maar hij kon geen aannemelijke uitleg geven voor die twee in het onderzoek bewezen feiten. De speurders zouden de Samsonitekoffer ook terugvinden, maar die was leeg. Er zaten kruitsporen in van pas afgevuurde wapens, maar de wapens zelf werden nooit teruggevonden. Johnny De Staerke werd eind 2001 buiten vervolging gesteld als verdachte in het Bende-onderzoek. De vraag bleef dus: wat is er gebeurd met de wapens die uit de Samsonite-kotfer verdwenen? Die heeft De Staerke enkele weken na de overval opnieuw begraven in een andere koffer, op een andere plek, zo klinkt het in de nieuwe getuigenis die de speurders in de zomer van vorig jaar bereikte.

De getuige geeft ook aanwijzingen waar de koffer verborgen zou zijn. In de koffer zat, aldus de getuige, niet alleen een arsenaal wapens, maar ook een kogelvrij vest, een carnavalsmasker en een lange overjas. Een opsomming die onmiddellijk doet denken aan de Bende van Nijvel. Bij enkele Bendeovervallen (maar niet die in Aalst) droegen de daders carnavalsmaskers en lange jassen. Het kogelvrije vest laat een verband vermoeden met de roof van zeven prototypes van kogelvrije vesten in zeilmakerij Wittock-Van landeghem op 10 september 1983 (één dode, één zwaargewonde). En de wapens zijn, volgens de getuige, wellicht de nooit teruggevonden schietijzers die bij de overval in Aalst werden gebruikt.

De getuigenis verschaft ook een reeks details over de criminele carrière van Johnny De Staerke. Die werkte in de jaren 80 met verschillende bendes in steeds wisselende samenstellingen. Ze opereerden in de streek ten zuiden van Brussel. Eén van de vluchtwegen op hun nachtelijke rooftochten liep door het bos van la Houssière bij ’s Gravenbrakel, een doolhof van bospaden. Volgens de getuige kende De Staerke er blindelings de weg. Het bos van la Houssière speelt volgens het onderzoek een belangrijke rol bij de overval in Aalst. Een paar uur voor de raid op de Delhaize werden de daders er opgemerkt terwijl ze zich ‘klaarmaakten’. Twee dagen erna kwamen ze er hun auto, een Golf GTI, in brand steken.

Diezelfde nacht dumpten ze twee zakken met wapens en munitie in het kanaal aan de rand van het bos, in Ronquières. Eén van de vroegere medeplichtigen van Johnny De Staerke woonde daar vlakbij. De zakken werden een jaar later door de speurders opgevist: er bleken wapens in te zitten die waren gebruikt bij Bende-overvallen in 1982,1983 en 1985. Van de overval in Aalst werden enkel een buitgemaakte geldkoffer, een afgezaagde tweeloop en de jas van één van de daders teruggevonden.

Johnny De Staerke werkte, nog steeds volgens de getuige, altijd volgens een vast stramien. Twee verschillende ploegen vertrokken elk in een andere richting, werkten elk een reeks inbraken af en kwamen dan weer samen op een adres in Brussel om de buit te verdelen. Beide ploegen zorgden ervoor dat ze zich min of meer hetzelfde aankleedden of vermomden, om verwarring te zaaien bij eventuele getuigen. Mogelijk is dat ook bij de Bende-overvallen in Eigenbrakel en in Overijse gebeurd, aldus de getuige. Op vrijdagavond 27 september 1985, een maand voor de raid in Aalst, pleegde de Bende eerst een overval in de Delhaize van Eigenbrakel, waar ze drie klanten doodden; nog geen halfuur later sloegen ze toe in de Delhaize van Overijse, waar ze vijf mensen vermoordden.

Na die dubbele moordpartij zou er ruzie zijn ontstaan binnen de bende en zou De Staerke nieuwe medeplichtigen hebben gezocht om zijn overvallen voort te kunnen zetten. ln dat verband wees de getuige vijf mogelijke mededaders aan die nog niet eerder in het Bendedossier zijn opgedoken. Het gaat om twee Franse criminelen en drie gangsters uit Charleroi die zouden hebben samengewerkt met de clan De Staerke. Eén van de vijf, een beroepsmilitair en eliteschutter, is inmiddels overleden.

Twee anderen werden door de getuige herkend op robotfoto’s die in 1997 werden verspreid op gele affiches (gemaakt op basis van getuigen van de overvallen). Het gaat om nummer 16 (overval in 1982 op wapenhandelaar Dekaise) en nummer 19 (de ‘reus’ van de overvallen op de Delhaizes in Overijse en Eigenbrakel). De getuige stapte met zijn verhaal naar de politie in de zomer van vorig jaar, kort na de reconstructie van de overval in Aalst die in juni te zien was op vtm en RTl-TV1. Hoofdonderzoeker Eddy Vos lanceerde toen een ultieme oproep naar getuigen. Er kwamen bijna zeshonderd tips binnen. Om die te onderzoeken kreeg de zeskoppige speurderscel Waals-Brabant er vanaf september 2010 nog eens zes onderzoekers bij. “Maar ondanks die versterking,” klaagt de getuige, “is er met mijn aanwijzingen nog weinig of niets gebeurd.”

De getuige: “Ik begrijp niet waarom niet. Over vier jaar is het dossier verjaard. De enige manier om deze zaak nog op te lossen, is door het vinden van materiële elementen. Ik bied de speurders een kans om materiële elementen te vinden, maar ze komen niet van hun stoel af. Ik dacht dat ze deze zaak wilden oplossen.” Waarom komt de getuige nu plots op de proppen met deze toch wel explosieve informatie? Naar eigen zeggen heeft de tv-uitzending over de reconstructie diepe indruk op hem gemaakt, en dan vooral de getuigenis van David Van De Steen, die als negenjarige jongen zijn ouders en zijn zus verloor.

En, geeft de getuige ook toe: “Ik heb een paar persoonlijke dingen te onderhandelen met het gerecht.” Bij de speurderscel Waals-Brabant wenste voorlopig niemand commentaar te geven. Zij zijn nu aan zet. De vraag is ook of de getuige inderdaad weet waar de wapens begraven zijn. En of ze daar 25 jaar later nog altijd liggen.


Bron » Humo | Annemie Bulté | Februari 2011