Onderzoek

De robotfoto en Bouhouche

Is nummer 17 gewezen rijkswachter Madani Bouhouche?

In 1997 pakte de Bende-cel in Jumet onder leiding van onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix uit met tien robotfoto’s van leden van de Bende van Nijvel, zoals die werden gedistilleerd uit de verklaringen van getuigen en slachtoffers van de aanslagen. De publicatie van die robottekeningen in de pers heeft een aantal reacties losgemaakt. Sommige daarvan doen je toch even opschrikken. Op zaterdag 9 november 1985 leverde de Bende van Nijvel haar bloedige orgelpunt af. Om half acht ’s avonds werden acht mensen afgemaakt in de Delhaize van Aalst.

Ongeveer anderhalf uur eender was het bepaald druk geweest aan de Overijsesteenweg nummer 70 in Hoeilaart. Een getuige die daar voorbij de indrukwekkende, in een tuin met parkallures verscholen villa wandelde, zag op de oprit voor het huis drie mannen rond een Ford Granada coupé staan, klaar om te vertrekken. De eigenaar van de villa was er niet bij. Twee van hen waren stevige, grote Europees uitziende jongens, maar vooral de derde man viel de getuige op. Hij was een stuk kleiner, vinnig en pezig, en hij had halflang zwart haar en een snor.

De kleine man, die duidelijk de leiding over het groepje had, was bijzonder zenuwachtig. Geagiteerd riep hij iets naar zijn twee maats en maakte zich klaar om achter het stuur van de Ford te kruipen. De wagen stond met zijn neus naar Overijse, in de richting van de oprit van de autoweg die naar de ring rond Brussel leidt. De getuige wandelde voort en keek niet om. Anderhalf uur later begon de moordpartij in Aalst.

Het was niet de eerste keer dat er opvallende dingen gebeurden rond het huis aan de Overijsesteenweg, waar in die periode overdag en ’s avonds erg weinig leven viel op te merken. Een tijd voor de Granada op de oprit stond, had men ’s avonds gezien hoe het symbool van de Bende van Nijvel, een zwarte Golf GTI, met grote snelheid door de straten van Hoeilaart raasde en ook de oprit van de Overijsesteenweg 70 opvloog. In de auto zat een kleine, pezige man met kort zwart haar en een snor.

Robotfoto nr. 17. Is dit Bouhouche?

Robotfoto nr. 17. Is dit Bouhouche?

Als twee druppels water

Twaalf jaar later herkennen getuigen de bestuurders van de Ford Granada en van de Golf GTI. Volgens hen werd de Golf GTI bestuurd door iemand die als twee druppels water lijkt op nummer 17 uit de in 1997 gepubliceerde reeks robotfoto’s. En in de bestuurder van de Ford Granada herkennen ze Madani Bouhouche, zoals hij op een foto staat, die genomen is tijdens een rijkswachtfeestje aan het eind van de jaren zeventig. Maar er is meer: er zijn ook duidelijke gelijkenissen tussen robotfoto nummer 17 en de Madani Bouhouche uit de jaren 80: dezelfde Ray Ban-achtige brilmontuur, dezelfde vorm van gezicht; alleen de snor van nummer 17 is beter getrimd dan de snor die Bouhouche op de bewuste foto tentoonspreidt.

Carnaval en vermommingen

Zou het kunnen dat nummer zeventien, die door de getuigen werd herkend als de man achter het stuur van de Golf GTI die naar de villa reed, en Bouhouche, die werd herkend als de bestuurder van de Ford Granada die aan de villa stond, één en dezelfde zijn? De gelijkenis tussen nummer 17 en Madani Bouhouche is de getuigen ook opgevallen, maar ze zijn niet zeker van hun stuk. De man in de Golf had kort haar, de man van de Granada lang. Maar dat is niet echt een bezwaar.

De leden van de Bende van Nijvel stonden er bekend om dat ze naast carnavalsmaskers en bivakmutsen ook uitgebreid gebruik maakten van valse snorren, brillen met vensterglas en pruiken. Ook Madani Bouhouche had verstand van vermommingen. Tussen zijn visitekaartjes zat er eentje van Michel Saletski, meester-pruiken-masker op afspraak in Brussel. Bouhouche heeft die man zonder twijfel nooit om esthetische redenen aangesproken, de ex-rijkswachter heeft geen kaal hoofd.

Ukkel, waar de actie is

Identificaties door getuigen zijn waard wat ze waard zijn, zeker als het om herkenningen twaalf jaar na datum gaat. En robotfoto’s zijn ook niet meteen het meest waterdichte middel om een misdadiger te identificeren. Maar de onderzoekers hebben er hun hoop op gevestigd. En rond de figuur van Madani Bouhouche en meer bepaald deze herkenning spelen toch allerlei toevalligheden die in het Bende-onderzoek best een keer van naderbij mogen worden bekeken.

Ten eerst: Danny Bouhouche wordt al tien jaar verdacht van betrokkenheid bij de Bende van Nijvel. De – vaak zachte en dus niet meteen als keihard bewijsmateriaal bruikbare – aanwijzingen die hem en de Bende met elkaar in verband brengen hebben zich de laatste jaren opgestapeld.

Enkele voorbeelden: Bij de eerste overvallen van de Bende van Nijvel – de hold-up op de wapenhandel van Daniël Dekaise in Waver op 30 september 1982, en het bloedbad dat de Bende op 17 september 1983 aanrichtte op de parking van het Colruyt-filiaal in Nijvel – valt op hoe de voorbereiding en de afwikkeling van de raids zich voornamelijk afspelen in de chique Brusselse deelgemeente Ukkel, meer bepaald rond het Terkamerenbos en de buurt van de Hippodroom. De eerste auto van de Bende – een Austin Allegro – werd gestolen in de Huysmanslaan. De valse nummerplaat voor de VW Santana waarmee de Bende de overval op de wapenhandel van Daniël Dekaise in Waver pleegde, werd gekopieerd van een wagen van hetzelfde merk, van een inwoner van de Italiëlei.

Na de overval in Waver werd de Santana brandend achtergelaten in de Tumulidreef. En de nummerplaat voor de Saab 900 Turbo die werd gebruikt voor het bloedbad op de parking van de Colruyt in Nijvel, werd gekopieerd van die van een Saab-eigenaar die in de Lieveheersbeestjesstraat woonde. Al die straten bevinden zich op loopafstand van elkaar in de buurt van het Terkamerenbos en van de Hippodroom. En wie werkte van midden 1982 tot midden 1983 als straatgendarm in Ukkel? Madani Bouhouche. En dan heb je nog de beschuldigingen van zijn criminele vrienden en vroegere rijkswachtcollega’s Robert Beijer en Christian Amory. Zij hebben allebei verklaard dat Bouhouche vermoedelijk meer weet over de Bende van Nijvel.

Slagveld Hoeilaart-Overijse

Ten tweede, Hoeilaart en Overijse spelen net als de zuidkant van Brussel – Ukkel, de onderkant van Elsene en Watermaal-Bosvoorde – een belangrijke rol in de criminele geschiedenis van de Bende van Nijvel én van Madani Bouhouche. Op 27 september 1985 bestormde de Bende de Delhaize aan de Brusselsesteenweg in Overijse. En twee jaar eerder waren Hoeilaart en Overijse het actieterrein van de Bende na de overval op de wapenhandel van Daniël Dekaise in Waver op 30 september 2983. Daar ging de Bende er met een pak wapens vandoor en liet ze één politieman dood achter. De drie overvallers – die valse pruiken en snorren hadden – vluchtten in een gestolen Santana richting Brussel, maar ze vermeden de autoweg Namen-Brussel.

Ze reden via kleine binnenwegen door Overijse en Hoeilaart. Daarbij lieten de Bendeleden zien dat ze de streek écht op hun duimpje kenden. In Hoeilaart liet de Santana zich tenslotte – met opzet, denken veel onderzoekers nog altijd – de weg afsnijden door een trage Renault R4 met twee rijkswachters aan boord. De twee agenten werden professioneel uitgeschakeld. Daarna verdween de Santana spoorloos. Dat gebeurde aan de verkeerslichten van het kruispunt Biesmanslaan-Koldamstraat in Hoeilaart. Op enkele honderden meters van het huis aan de Overijsesteenweg nummer 70!

De Brusselaar Madani Bouhouche kende Hoeilaart en Overijse als zijn broekzak. Zijn goeie vriend Juan Mendez Blaya, de in januari 1986 vermoorde directeur van de Belgische wapenfabriek FN (Fabriques Nationales) en – net als Bouhouche – een notoir wapentrafikant, woonde in de Overijse wijk Rosieren. Bouhouche en Mendez bezochten samen jarenlang een schietstand in datzelfde dorp, evenals een club voor liefhebbers van kruisbogen, samen met hun extreem-rechtse vriend Alain Weykamp, gewezen lid van het Front de la Jeunesse, de vroegere extreem-rechtse horde van hopman Francis Dossogne, privé-detective en politie-informant.

Wie we daar weer hebben

Maar helemaal vreemd werd dit verhaal toen we te weten kwamen wie de eigenaar was van de villa aan de Overijsesteenweg nummer 70 in Hoeilaart, waar onze getuige de Ford Granada Coupé in hadden zien staan. De getuigen hadden er geen flauw idee van, dus zochten we het uit. De toenmalige eigenaar bleek een advocaat te zijn die tot het begin van de jaren ’90 heel wat renommée had in kringen van Brusselse zakenadvocaten. De man heeft nu geen kabinet meer. Toen journalisten van het weekblad Humo hem belden bevestigde hij dat hij de vroegere eigenaar was van de villa in Hoeilaart.

In de jaren tachtig werkte hij samen met een collega, zei hij, de zakenadvocaat en specialist in het opzetten van ontduikings- en ontwijkingsconstructies in fiscale paradijzen Michel Vander Elst. Vander Elst, die in de jaren ’80 in de Brusselse Franklin Rooseveltlaan de buurman van Paul Vanden Boeynants was, regelde toen de illegale financiële zaakjes van Patrick Haemers, Thierry Smars en Philippe Lacroix, gangsters van wie nu duidelijk is geworden dat ze verwikkeld waren in het financiële geknoei van het Brusselse milieu rond Paul Vanden Boeynants. Vander Elst deed hetzelfde voor een andere kennis van VdB: de politieke lobbyist en de spin in het Brusselse pedofilienet Michel Nihoul.

Vander Elst werd op het proces tegen de Bende-Haemers veroordeeld voor zijn betrokkenheid in de ontvoering van Vanden Boeynants door de Bende-Haemers. Die ontvoering is overigens nooit serieus in kaart gebracht door het Brusselse gerecht. Het is nog altijd niet duidelijk waarom en op bevel van wie Haemers en co VdB hebben ontvoerd. De Brusselse financiële advocaat Etienne Delhuvenne suggereerde in 1993 in Humo dat dat misschien wel was gebeurd op verzoek van Vander Elst en diens grote baas, de louche Luikse zakenman Léon-Francois Deferm.

De advocaat die vroeger in de Overijsesteenweg nummer 70 had gewoond, was niet alleen dik bevriend met Michel Vander Elst. “Ik was één van de advocaten van Paul Vanden Boeynants”, zei hij aan Humo. “Ik was een financieel advocaat en ik regelde de fiscale problemen van Vanden Boeynants.” In zijn verklaring voor de tweede Bendecommissie zei de Brusselse substituut Jean-Francois Godbille dat de Bende van Nijvel het zichtbare deel was van een misdadige financieel-economische structuur, van een maffieus zakenmilieu dat in de jaren zeventig en tachtig in Brussel was gegroeid. “Een milieu dat gedreven wordt door de macht van het geld”, noemde Godbille het. Rond Vanden Boeynants is in de jaren zeventig en tachtig zo’n milieu gegroeid. Allemaal toeval?