Feiten

De zelfmoord van Jean-Claude Ilegems

9 Juni 1983

Met de aanhouding van Richard Brouette in de lente van 1984, zou in het onderzoeksdossier nog een ander dossier worden geopend. Het dossier van de wel zeer vreemde zelfmoord van een zekere Jean-Claude Ilegems die men de bijnaam ‘Tonton Zébule’ had gegeven. Richard Brouette is een begrafenisondermener uit Boussu en werd meerdere maanden vastgehouden omdat zijn verklaringen strijdig waren met het dossier. Twee verdachten in het dossier van de ‘filière boraine’, namelijk Michel Cocu en Michel Baudet, hadden in een vorig leven nog voor Brouette gewerkt. De begrafenisondernemer bleek een fanaat van vuurwapens te zijn en eigenaar van een 9mm vuistwapen, een automatische Star met registratienummer 413.424.

Brouette had zich van dit wapen willen ontdoen door ze in de Haine te gooien, maar later luidde het besluit van alle expertises dat dit wapen niet gebruikt werd bij de geweldplegingen toegeschreven aan de Brabantse moordenaars. Richard Brouette maakte soms tegen betaling gebruik van de diensten van Jean Claude Ilegems. Hij bood hem dan onderdak in een caravan op een braakliggend terrein in Boussu, hetzelfde terrein waarop de Saab 900 turbo zou verborgen geweest zijn. De Saab die gebruikt werd bij de overvallen in Temse en op de Colruyt in Nijvel. Op 9 juni 1983 vond men de opgehangen Jean Claude Ilegems. Hij hing aan een betonnen paal, vlakbij de caravan op het terrein van Brouette.

Tonton Zébule werd nogal overhaast begraven, zonder voorafgaand gerechtelijk onderzoek of raadpleging van een gerechtsdokter. Het lichaam werd nochtans in zittende houding teruggevonden, wat toch betekent dat Ilegems bezwaarlijk de diepte kan zijn ingesprongen. Aangezien de beruchte Saab 900 turbo uit de garage Jadot in Eigenbrakel gestolen werd in de nacht van 8 op 9 juni 1983, vroegen de rechercheurs zich natuurlijk af of Jean-Claude Ilegems soms lucht had gekregen van de activiteiten van zijn werkmakkers, Richard Brouette, Michel Cocu en Michel Baudet. Dat bepaalde personen daardoor schrik hadden gekregen opdat hij hen zou verraden en hem daarom uit de weg hebben geruimd.

Op 13 juni 1984 nam de onderzoeksrechter van instructie de beslissing het lijk te laten opgraven. Uit de autopsie bleek dat Jean-Claude Ilegems, die geen familie meer had en die net als anderen, de reputatie had een drinkenbroer te zijn, vooraleer te sterven, in zijn linkerzij slagen had gekregen of zichzelf had toegediend. Bij het onderzoek van de restanten van het skelet kreeg men de indruk dat een of meerdere personen op het lichaam waren gaan zitten tot de dood erop volgde.

Commissaris Tilmant van de gerechtelijke politie van Brussel heeft kunnen vaststellen dat de gehangene bij de ontdekking van zijn lijk geen erectie had, wat het geval zou moeten zijn indien Tonton Zébule zich werkelijk had gezelfmoord. Dit luik van het onderzoek werd echter niet verder uitgediept en Richard Brouette werd na enkele weken opsluiting, vrijgelaten bij gebrek aan bewijzen. Diegenen in Boussu die Ilegems gekend hebben, die wisten dat hij een bon-vivant, een lollige vent was, blijven ervan overtuigd dat Tonton gewoonweg gezelfmoord werd.