België

De onthulling van Gladio België

7 Oktober 1990

Als van de hand Gods geslagen , kijkt minister van Landsverdediging Guy Coëme naar de televisiecamera. “Ik heb aan de stafchef van het leger, luitenant-generaal José Charlier, gevraagd of er ook in België zoiets bestaat als Gladio. Ik wil bovendien weten of er mogelijk een verband bestaat tussen de activiteiten van dat geheim netwerk en het banditisme en het terrorisme dat ons land in de voorbije jaren heeft overspoeld. Maar voor zover mij bekend, gaat de vergelijking met Italië, waar men wel degelijk een verband vermoedt tussen Gladio en het terrorisme, niet op.”

Gewezen minister van Landsverdiding Guy Coëme.

Gewezen minister van Landsverdiding Guy Coëme.

9 Oktober 1990

Twee dagen na Coëme’s televisieoptreden. Het perszaaltje in de Wetstraat 16, waar de regering elke week de journalisten ontmoet, zit afgeladen vol. Flitslampen en micro’s belagen de premier en zijn Defensieminister. Wilfried Martens is een beetje nerveus. Hij duwt zijn bril hoger op zijn neus. “Ik ben al elf jaar premier, maar ik wist hoegenaamd niets van het bestaan in ons land van zo’n geheim netwerk”, zegt hij beduusd. De in andere omstandigheden zo alerte premier staat voor joker.

Ook Coëme voelt zich niet in zijn sas, maar hij klinkt alvast vastberaden. “Natuurlijk is het abnormaal dat ik bij mijn ambtsaanvaarding niet ben ingelicht over dit netwerk. De Koude Oorlog is al lang voorbij en de recente gebeurtenissen in de landen van het Oostblok tonen overduidelijk aan dat zo’n geheim netwerk volkomen achterhaald is. Het is een anachronisme dat best kan worden opgedoekt. Ik heb in elk geval een administratief onderzoek gevraagd, want ik wil volledige opheldering.”

Nog diezelfde dag kondigt de jonge socialistische volksvertegenwoordiger Dirk van der Maelen aan dat hij een wetsvoorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie zal indienen. Ook raakt bekend dat er enkele weken voordien in Brussel nog een vergadering heeft plaatsgevonden, waaraan is deelgenomen door de verantwoordelijke van de geheime netwerken in verschillende West-Europese landen. Die vergadering werd geleid door de Belgische generaal-majoor Raymond van Calster, die sinds 1 april 1986 aan het hoofd staat van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, de militaire veiligheidsdienst.