Italië

De strategie van de spanning in Italië

Het extreem-rechts slagveld

Tijdens een bijeenkomst in Madrid in augustus ’69 van de intenationale neo-nazi-organisatie Nouvel Ordre Européen, stond de strategie van de spanning als belangrijkste punt op de agenda. Dat is het enigste wat er is geweten van het begin van deze strategie. Waar en wanneer Guérin-Sérac en della Chiaie hun politieke strategie op punt stelde, is niet geweten. In enigzins aangepaste versie werd de strategie in Madrid als volgt omschreven: ‘Infiltreren bij extreem-links, aanslagen provoceren en extreem-links doen veroordelen voor acties die het niet gedaan heeft. Het uiteindelijke doel is de nationale opstanding in Italië op gang te brengen en een sterke macht zoals die van de Griekse kolonels te instaleren.’

Aan de bijeenkomst in Madrid werd deelgenomen door alle organisaties die in 1975 ook te gast zullen zijn in het kasteel van baron de Bonvoisin in Maizeret. Op 12 december 1969, begon in Italië een bommencampagne waarbij in Rome en Milaan binnen het uur vijf bommen ontploffen. De strategie van de spanning was begonnen. Zes mensen kwamen daarbij om het leven en er vielen 110 gewonden.

Nauwelijks een week na dit bloedbad liet een informant van de Italiaanse inlichtingendienst weten dat een van de daders Mario Merlino was, een terrorist die werkte in opdracht van della Chiaie en Guérin-Sérac. Die informatie klopte, maar het zou nog twintig jaar duren vooraleer de Italiaanse justitie daar na onnoemelijk veel moeite achter kwam. De aanslagen in Milaan en Rome vormden de aanzet van een terreurgolf van een nooit geziene omvang.

Een wagon na de bomaanslag op de trein Napels-Milaan in de tunnel van San Benedetto Val di Sambro.

Een wagon na de bomaanslag op de trein Napels-Milaan in de tunnel van San Benedetto Val di Sambro.

De aanslagen

Op basis van een aantal cijfergegevens van professor Marco Revelli komt men tot volgend overzicht:

  • 12 December 1969: Een bomaanslag op de Banco dell’ Agricoltura op de Piazza Fontana in Milaan. Balans: 17 doden en 88 gewonden.
  • 28 Mei 1974: Een bomaanslag in Brescia op de Piazza della Logia tegen een vakbondsmanifestatie. Balans: 8 doden en 94 gewonden.
  • 2 Augustus 1974: Een bomaanslag op de Italicus-trein tussen Bologna en Firenze. Balans: 12 doden en 105 gewonden.
  • 2 Augustus 1980: Een bomaanslag op het station van Bologna. Balans: 85 doden en 200 gewonden.
  • 23 December 1984: Een bomaanslag op de trein Napels-Milaan in de tunnel van San Benedetto Val di Sambro. Balans: 15 doden en meer dan honderd gewonden.

De balans van deze vijf aanslagen bedraagt 146 doden en meer dan 600 gewonden. Gedurende bijna twintig jaar slaagde de justitie er niet in ook maar een schuldige definitief te veroordelen. Daarnaast hebben ongeveer 170 rechtse terroristische organisaties tussen 1969 en 1980 meer dan drieduizend aanslagen gepleegd op personen en instellingen zoals politiekantoren, zetels van politieke partijen, vakbondsorganisaties en overheidsgebouwen.

Van slecht vijfhonderd aanslagen werd de verantwoordelijkheid opgeëist. In dezelfde periode kwamen meer dan vijftig mensen om in hinderlagen of andere vormen van neo-fascistisch geweld. Meestal waren de slachtoffers arbeiders, studenten, linkse militanten en soms ook magistraten. Het overgrote deel van de opgeëiste terroristische acties staat op naam van een beperkt aantal organisaties. Tijdens de gerechtelijke onderzoeken kwamen in die periode ten minste drie pogingen tot staatsgreep aan het licht, waarbij telkens rechtse extremisten en ook figuren uit de militaire en financiële wereld waren betrokken. Steeds weer botsten de speurders op dezelfde politieke formaties en op dezelfde sleutelfiguren.