“De volksjury, da’s emotie”

Assisenwatchers zijn niet te spreken over het voorstel van justitieminister Koen Geens (CD&V). Die wil de meeste misdaden voor de correctionele rechtbank brengen en het hof van assisen nog maar uitzonderlijk inzetten. “Ik zou liever veroordeeld worden door een volksjury dan door een enkele rechter die met het verkeerde been uit bed is gestapt.”

Met een honderdtal zijn ze, schat Gust Verwerft, de vaste toeschouwers van de Belgische assisenprocessen. Zelf volgt hij tussen de dertig en veertig assisenzaken per jaar, vroeger als journalist voor Het Nieuwsblad, Blik en Zondagsnieuws, vandaag voor zijn eigen website. Verwerft is 72 en klinkt als een woeste twintiger wanneer hem gevraagd wordt naar het voorstel van Geens. “Het enige echt democratische in ons land is de volksjury van het assisenproces, de rest hangt vast aan de tentakels van de macht”, briest Verwerft. “Ik heb 1.100 assisenzaken gevolgd, ik weet stilaan waar ik over praat. Bij Geens en zijn adviseurs staat de teller op nul. Iemand moet een rem op die kerel zetten.”

Sinds eind de jaren 70 volgt Verwerft assisenzaken over het hele land, als journalist. “Een van mijn eerste processen was dat van Guy Jespers (de intussen overleden magistraat die in 1978 veroordeeld werd voor miljoenendiefstal en een moordpoging op zijn echtgenote, red.). Dat was het proces van de eeuw.” Tot op vandaag blijft Verwerft in de onschuld van Jespers geloven. Hij schreef er zelfs een boek over. Samen met het proces over de moord op veearts Karel Van Noppen zijn het volgens hem de enige twee vergissingen die een volksjury heeft gemaakt.

Net als Verwerft trekt Antwerpenaar Carl Van de Kerckhove (75) van het ene proces naar het andere. Altijd heeft hij zijn vaste stek in de zaal. “Ik heb steeds een kussentje bij, de banken zijn zo hard”, lacht hij. In 1959 zat hij als negentienjarige op zijn eerste proces. “Een jongeman uit Beveren had een prostituee vermoord aan de Stadswaag in Antwerpen. Hij is schuldig bevonden en kreeg de doodstraf. Dat heeft een diepe indruk op mij gelaten.”

In 1976 kon hij twee keer in de volksjury zetelen. Een groot geluk, zegt hij zelf. “Dat was een intense ervaring. Je begint er best wel zenuwachtig aan, maar na alle pleidooien en getuigenissen krijg je een goed beeld. En je neemt je taak bloedernstig.” Van de Kerckhove is vooral aangetrokken door de strijd tussen aanklager en verdediging, en de hevige reacties na het proces. “Ik heb vaders en moeders gezien die in elkaar zakken, maar evengoed beginnen te applaudisseren omdat hun kind veroordeeld is. Of advocaten die na een overwinning tot ’s nachts op tafel staan te dansen in het café aan de overkant, en procureurs die zitten te huilen op de trappen van het justitiepaleis omdat ze verloren hebben.”

Een assisenzaak met volksjury is emotie, hoor je bij toeschouwers. Ook Verwerft praat vol gevoel over zijn hof van assisen. “Op zo’n proces zijn het hele romans die zich voltrekken. Het begint met een zwart-wittekening die op het einde helemaal is ingekleurd.” Dezelfde klank bij nog een ervaren rot.

“In het begin lijkt alles zo duidelijk, tot je het hele verhaal hoort dat aan de jury verteld wordt”, zegt de 71-jarige vrouw, die liever niet met haar naam in de krant wil. “Ik herinner met een jonge vrouw die haar ouders had laten vermoorden. Grote schande natuurlijk, tot haar broer kwam getuigen. Hij vermoedde dat zijn zus misbruikt werd door de vader. De vrouw weigerde om de getuigenis van haar eigen broer te gebruiken, en uiteindelijk is ze veroordeeld. Die zaak is me altijd bijgebleven.”

De vrouw is een van de vaste klanten op assisenzaken in Antwerpen. Niet om sensatie op te zoeken, zegt ze, maar om te begrijpen wat sommige mensen zo ver drijft dat ze iemand vermoorden. “Je ziet ze wel, de assisentoeristen. Ze komen vooral opdagen bij ophefmakende zaken die de media halen. Ik zie mijzelf meer als een meubelstuk van assisen.”

De drie assisenwatchers hebben veel zien veranderen op hun parcours van ruwweg dertig jaar. “De wet verandert misschien niet veel, maar assisen wel”, zegt Verwerft. “Het is levende materie die meegolft op wat er bij de mensen leeft. Als er vroeger sprake was van overspel, dan had dat meteen een impact op de juryleden, vandaag is dat een ander verhaal.” Van de Kerckhove ziet dat de jury veel mondiger is geworden. “Ze stellen veel meer vragen dan wij vroeger deden, zelfs technische vragen. Maar vandaag gaat de deur om zes uur dicht, terwijl we vroeger tot na middernacht bleven gaan.”

Alle drie praten ze met spijt, de ene al wat geanimeerder dan de andere. Maar er is ook begrip voor wat Geens voorstelt. “Ellenlange getuigenissen, speurders die met PowerPoint-presentaties exact hetzelfde zeggen als sommige getuigen, alles duurt veel langer”, zegt de anonieme vrouw. “Het is veel meer een show geworden, geen wonder dat het zo duur is. Maar toch,” besluit Van de Kerckhove, “ik zou liever veroordeeld worden door een volksjury dan door een enkele rechter die met het verkeerde been uit bed is gestapt.”

Bron » De Morgen