“Een gangster? Ja. Maar noem mij geen moordenaar”

Hij dacht in de gevangenis te zullen sterven, maar komt nu toch nog vervroegd vrij. ‘Le Grand Marcel’, zoals Marcel Habran (82) het zelf graag hoorde, mag thuis zijn zieke vrouw verzorgen. Hij geldt als de laatste peetvader van de Belgische misdaad. Er was een tijd dat in de Luikse onderwereld niets gebeurde zonder dat Habran daarvoor zijn toestemming gaf.

Overvallen op geldtransporten, afrekeningen, gewapende diefstallen, hij was altijd op de hoogte en gaf vaak persoonlijk de bevelen. En dat voor iemand die begon als garagist en ober in de rosse buurt.

Het leverde ‘Le Grand Marcel’ in criminele kringen een haast mythische status op. En ook een leven, alles opgeteld, van bijna drie decennia in Belgische gevangenissen. Met tussendoor twee assisenprocessen en enkele voor hem gunstige uitspraken door het Hof van Cassatie.

Bloedige overvallen

Habran is een overvaller zoals ze in een ver verleden bestonden. Vriendelijk als de agenten voor zijn deur stonden, nooit op de vlucht, piekfijn uitgedost, maar meedogenloos in de onderwereld.

“Je mag mij een gangster noemen. Maar een moordenaar? Dat gaat te ver. Er kleeft geen bloed aan mijn handen”, zei hij ooit in een interview met deze krant. De bende van Habran wordt nochtans verantwoordelijk geacht voor een reeks bloedige overvallen en acht huurmoorden in het milieu.

De bloedigste overval pleegde de bende op 12 januari 1998 op de E40 in Borgworm. Bij die overval kwamen twee geldkoeriers om het leven.

Sterven in de cel

Bij zijn laatste veroordeling tot 15 jaar cel, zes jaar geleden, was Habrans vrouw en toeverlaat Viviane Gilson somber over zijn toekomstkansen: “Het is voorbij voor Marcel. We moeten realistisch zijn: hij zal sterven in de cel.”

Een drama voor de vrouw, ze is al jaren ziek. Na een dubbele beenbreuk is ze in hun appartement in Stokkel al meer dan een jaar aan het bed gekluisterd. Habran bezoeken was een jaarlijks uitstapje.

Zelf hield ‘papy-braqueur’ (‘stroper’), zijn andere oude bijnaam, zich bezig met sporten in de gevangenis. Het voorbije jaar, op zijn 81ste, klaagde Habran evenwel over darmklachten.

“Het was zijn enige en diepste wens om nog voor zijn vrouw te kunnen zorgen”, zegt zijn advocaat Marc Uyttendaele.

Vrij met enkelband

De strafuitvoeringsrechtbank heeft gisteren een gunstig advies gegeven voor de vervroegde vrijlating van Habran. De man mag zijn oude dag buiten de gevangenis slijten, maar moet wel een enkelband dragen. Wellicht komt hij vandaag of ten laatste donderdag vrij.

Zijn vrouw reageerde gisteravond verheugd op het nieuws. “Ik ben zeer blij. Ik heb enkel spijt dat ik hem niet zelf kan opwachten aan de gevangenis.” Een kasteel bezit Habran niet meer, en zijn Ferrari is al lang in beslag genomen. Maar spijt over zijn leven in de misdaad heeft hij niet.

In hetzelfde interview verklaarde hij: “Moet ik me mijn leven beklagen? Ik weet het niet. Ik heb wel spijt dat ik mijn kinderen niet zelf heb kunnen opvoeden. Maar aan de andere kant: ik ken eerlijke mensen die heel hun leven hard hebben gewerkt in de mijnen en de fabrieken. Nu zijn ze jonger dan ik en ziek. Is dat dan beter?”

Bron » De Standaard