Interviews

Interview familie Palsterman

De lange schaduw van de Bende van Nijvel

Even leek het erop dat Justitie in België zou stoppen met het onderzoek naar de Bende van Nijvel, de terreurgroep die in de jaren tachtig een hele reeks bloedige aanslagen pleegde. Nathalie en Nele Palsterman, kinderen van een van de slachtoffers, waren erbij toen de minister op het nippertje besloot toch verder te gaan speuren. “Als er geen politiek mee gemoeid was, hadden we de waarheid allang geweten”.

Kort voor sluitingstijd zette Jan Palsterman twee van zijn kinderen af bij de Delhaize-supermarkt in Aalst. Het was zaterdag 9 november 1985. “Ga maar vast naar binnen, ik moet aan de overkant eerst nog tanken”, had hij gezegd tegen Irena en Diederik. Het was het laatste contact met zijn kinderen. Drie kogels troffen Jan Palsterman achter het stuur van zijn grijze Talbot Samba. De volgende dag overleed hij in het ziekenhuis. Hij was een van de acht doden bij deze overval door de Bende van Nijvel.

Drie weken lang hadden politie en rijkswacht de Delhaize-vestiging in Aalst in de gaten gehouden. Een halfuur voordat de winkel sloot waren de twee rijkswachters in hun beige Renault 4 ineens verdwenen. Niemand heeft ooit begrepen waarom. Alsof de troepen zich terugtrokken, omdat ze wisten wat ging komen. Het grootste deel van de inkomsten van die dag was toch al in veiligheid gebracht, verklaarde een rijkswachtofficier achteraf.

Geruchten en roddels

Het is inmiddels al bijna zestien jaar geleden dat dit drama zich afspeelde, een verschrikkelijke aanslag in een hele reeks van overvallen – voor de kinderen Palsterman is het als de dag van gisteren. Eind mei 2001 zag het er naar uit dat de Belgische justitie zou stoppen met het onderzoek naar de de Bende van Nijvel. Nooit is een dader veroordeeld, de laatste verdachte – Philippe De Staerke – gaat vrijuit. En hoewel het dossier van de bende inmiddels 2,5 miljoen pagina’s dik is, heeft het onderzoek niet meer opgeleverd dan een heleboel, vaak tegenstrijdige, getuigenverklaringen, een paar sigarettenpeuken en enkele lege kogelhulzen. Op het nippertje besloot Justitie uiteindelijk toch door te gaan met het onderzoekswerk.

Nathalie (35) en Nele Palsterman (27) zijn getekend door de feiten. Beiden verschijnen met enige regelmaat in de publiciteit om de aandacht voor de zaak levend te houden. Niemand kan zich nog voorstellen hoe bedreigend de situatie in die dagen in België was. En hoe de fantasie op hol sloeg. Jan Palsterman werd na de laatste bloedige aanslag van de Bende van Nijvel in verband gebracht met diamant- en drugssmokkele. Hij had lange tijd in Zaïre gezeten en was misschien wel een doelwit voor de bende. Volgens de dochters zijn deze geruchten en roddels vooral het werk van hun moeder Marie-Jeanne Callebaut, van wie Jan Palsterman gescheiden leefde. De formele scheiding van het echtpaar werd drie weken na de aanslag in Aalst uitgesproken.

9 November 1985 was een normale zaterdag. Jan had met zijn kinderen een kaartje gelegd en gescrabbeld. Irena, de oudste dochter, was op bezoek met haar baby. Waarom vader, die vrijwel nooit in de Delhaize ging winkelen, die avond kort voor sluitingstijd nog even naar de supermarkt reed om luiers en babyvoeding te kopen, blijft een raadsel. De Delhaize ligt op een steenworp afstand van de snelweg die Brussel met de kust verbindt. Ideaal voor overvallers die zich, zoals de Bende van Nijvel, verplaatsen in snelle Volkswagens Golf GTI. “Irena en onze jongste broer Diederik waren meegereden naar de Delhaize”, vertelt Nathalie. “Het meest logische is dat hij is gaan tanken, dat het pompstation gesloten bleek en hij de parking van de Delhaize weer opreed, dat er toen is geschoten en hij zo tegen een andere auto is gebotst. Niemand weet precies wat er is gebeurd.”

Zwarte Pieten

De twee kinderen die het drama meemaakten, werden pas ’s nachts weer thuis afgezet. Ze dachten dat hun vader had willen vluchten. Nathalie: “Ik was toen 18 en deed weekendwerk. Mijn oom belde over die overval op de Delhaize. Het schoot door mijn hoofd. Ik had ergens een bang voorgevoel.” De jongste Palsterman, Diederik, was destijds 11 jaar. Hij liep nietsvermoedend naar de gemaskerde gangsters.

Het was bijna Sint-Maarten, het feest dat op 11 november in delen van Oost-Vlaanderen wordt gevierd. ‘Zwarte pieten!’, dacht hij. De overvallers schoten hun wapens leeg op de rij colaflessen in de rekken boven hem. “Diederik heeft nog gezien hoe ze bendeleden met de filiaalhouder naar de kluis zijn gelopen”, vertelt Nathalie. “Ze hebben hem ondervraagd, maar sinds de dag van de overval nooit meer. Terwijl er tegenwoordig technieken bestaan om mensen onder hypnose te verhoren. Diederik was jong, maar hij heeft veel van het verloop van de overval gezien.”

Er zijn volgens Nathalie Palsterman ontzettend veel fouten gemaakt. “Het ziekenhuis gaf de met bloed doordrenkte kleren van mijn vader de volgende dag mee. Een week later kwam de politie ze ophalen voor nader onderzoek. Toen waren ze al gewassen. In de auto van mijn vader reed twee weken later al iemand anders rond. Auto’s van de bende zijn als schroot verkocht. Door al die blunders en procedurefouten kunnen ze nooit meer iemand voor de rechter brengen, zelfs al hebben ze nieuwe verdachten.”

De roddels over hun vader hebben de kinderen Palsterman gehard in het leven. Nathalie: “Mijn vader was er voor de kinderen. Al die verhalen over zijn betrokkenheid bij drugs en wapens slaan nergens op. Wij woonden bij hem en hebben nooit iets gemerkt van criminele activiteiten. Ik kan niet geloven dat er bij die overvallen op de Delhaize bepaalde slachtoffers doelbewust zijn uitgepikt. Vader is daar toevallig gaan winkelen. Hij kwam daar nooit. Er zijn te veel toevalligheden om verbanden te leggen.”

Drie kinderen Palsterman werden na de dood van hun vader verdeeld over pleeggezinnen, twee gingen naar een weeshuis. “Je werd daar zo gedropt van de ene op de andere dag”, vertelt Nathalie. “We hebben elkaar jaren niet gezien. Pas nadat we weg waren uit de pleeggezinnen ging het beter.” Sinds een jaar of vijf gaan Nathalie en haar jongere zus Nele af en toe naar Charleroi om het dossier in te kijken. Wat treffen ze daarin aan? “Het is één kluwen. Getuigenverklaringen, de bekentenis van De Staerke, die hij later weer introk. Over personen die wel degelijk herkend zijn. Maar er ontbreken ook tal van pagina’s en het invoeren van de gegevens is niet altijd zorgvuldig gebeurd. Als ik gewoon zoek naar het kenteken van mijn vaders auto, dan kom ik wel 30 keer een andere nummerplaat tegen.”

Nog zeventien verdachten

Eind mei 2001 zag het er even naar uit dat het onderzoek naar de bende zou worden gestaakt. Nu De Staerke niet meer als verdachte in aanmerking kwam, leken alle sporen verder dood te lopen. Op een bijeenkomst met nabestaanden bleek minister van justitie Marc Verwilghen echter toch nog mogelijkheden te zien. De aanwezigen hadden de indruk dat die draai tijdens de vergadering werd gemaakt.

Nathalie vertelt dat zij in mineurstemming naar de bijeenkomst gingen: “We dachten: dit is het einde. Met die instelling zijn we naar Charleroi gegaan. Misschien hadden ze het lef niet, nadat ze de slachtoffers hadden gezien, om te zeggen, we sluiten af. Er zouden nog zeventien mogelijke verdachten zijn. Wie dat zijn mogen we niet weten.” Zij meent overigens dat de onderzoeksrechters in Charleroi, waar het gerechtelijk onderzoek is gecentraliseerd, wel blijk geven van goede wil.

Slachtofferhulp was er niet bij, zestien jaar geleden, vertellen de zussen Palsterman: “We moesten het doen met een maatschappelijk werkster die door de rechtbank was gestuurd. Een sociaal accident, zeiden we altijd. Diederik mocht voor hulp naar de politie. Stel je voor, een kind van elf in zo’n kil politiebureau. Ga dan met hem naar een plaats waar het gezellig is. Dat soort slachtofferhulp hebben we gehad.”

Haar jongste broer is veranderd, vindt Nathalie. “Diederik was heel open van karakter, een lolbroek eigenlijk. Hij is nu erg gesloten. Drie jaar geleden heeft hij ons nog eens verteld hoe hij die overval beleefde. Je ziet die gangsters schieten, zei hij. Mensen liggen op de grond, gewond of dood. Daarna een stil moment, waarin er geen besef meer is van plaats en tijd. Toen de overvallers al lang weg waren, kwam de politie met getrokken pistool. Je ligt daar als kind, je weet niet wie je kunt vertrouwen. Waren het wel agenten? Van de schrik heeft Diederik in zijn broek gedaan.”

Nathalie is later nog één keer in de Delhaize geweest. “Ik kom er nooit meer, ik ga overal winkelen, maar niet daar.” De film Le Bal Masqué die over het Bende-mysterie is gemaakt, hebben ze nooit willen zien. Geweld op televisie wordt in huis geschuwd. “Wij hebben een trauma te verwerken. Wij waren ons vader kwijt en daarna elkaar. Er is een verschil met Diederik en Irena die ter plaatse waren, die het allemaal hebben gezien en aan hun lot zijn overgelaten. Diederik had de pech dat hij bij familie werd ondergebracht bij wie hij over zijn vader niet mocht praten.” Nele: “Ik weet nog dat diezelfde avond een familielid het lef had mij wijs te maken dat die gangsters ons gingen pakken. Ze hebben ons die avond van alles verteld.”

Extreem-rechts

Minister van justitie Verwilghen heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend om zogeheten spijtoptanten te beschermen. Mogelijk zouden dan met name criminelen gemakkelijker informatie doorspelen aan de politie. Hoewel nog allerminst duidelijk is of dit wetsvoorstel er door komt – tegenstanders zijn bang dat straks de ene helft van de Belgen de andere helft zal gaan aangeven – bestaat er hoop dat er hierdoor ook in de Nijvelzaak nieuwe aanknopingspunten zullen komen. Nele: “Maar veel mensen die iets hadden kunnen weten of vertellen zijn gestorven en hebben het geheim mee in hun graf genomen, zoals de omstreden politicus Paul Vanden Boeynants.”

De minister laat nu opnieuw het extreem-rechtse spoor onderzoeken. Was de bende een poging om het land te destabiliseren en een staatsgreep voor te bereiden? Eerder onderzoek door twee criminologen leverde niets op. Twee parlementaire commissies beten hun tanden stuk op de zaak. Sceptici zeggen dat de vraag of de Bende van Nijvel al dan niet een terreurorganisatie was, alleen op tafel is gelegd om verjaring te voorkomen. “Ik denk dat het extreem-rechts is”, zegt Nathalie.

“Zoiets blijft nooit zo lang in de doofpot zitten als het om gewone misdadigers gaat. Als er geen politiek mee was gemoeid, dan hadden we de waarheid al lang geweten.” Ze denkt er nog steeds iedere dag aan. “Je kunt het voor je eigen gemoedsrust allemaal vergeten, maar wij vinden dat je erover moet blijven praten. Als de media er geen aandacht meer aan schenken is het afgelopen. Het gaat om 28 slachtoffers. Dat is toch niet iets dat elke dag gebeurt.”


Bron » Trouw | Bert Schamper | Juli 2001