Marcel De Roover werd geboren in 1890 te Saint-Marc nabij Namen. Hij was de zoon van Emile De Roover die niet alleen directeur-generaal was van de ASLK, maar ook kapitein van de genie. Het lag dan ook in de lijn van de familiale tradities dat Marcel De Roover eveneens een militaire carrière zou doorlopen. Hij studeerde aan de Koninklijke Militaire School voor ingenieur van de genie AIA, en studeerde met vrucht af in 1913 als onderluitenant van de genie. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was Marcel De Roover dus een hoog opgeleide militair en als ingenieur gespecialiseerd in bruggen en spoorwegen. Die kennis zou hem in de oorlog zeer goed van pas komen.
Vier jaren lang speelde hij dan ook een glansrol en maakte veel indruk op zijn oversten. Hij zat in de Compagnie des pionnier-pontonnier-cyclistes van de eerste cavaleriedivisie. Hij vervoegde de Vuurkruisers en de IJzerkruisers. Vanuit Frankrijk sloot hij aan bij de Force Publique in Belgisch Kongo onder bevel van luitenant kolonel Olsen. Als kapitein speelde Marcel De Roover een belangrijke rol in het herstel van bruggen en spoorwegen in veroverd Duits gebied. In 1917 werd hij benoemd tot kapitein-commandant en vertrok hij naar Kaapstad.
In 1918 was hij terug in België, maar vroeg bij het ministerie van landsverdediging de toelating om naar Rusland te vertrekken. Hij werd kapiteincommandant van het Bataillon des troupes du chemin de fer.
Aangeduid als Belgisch vertegenwoordiger van het Wit-Russische leger in Zuid-Rusland, had De Roover als opdracht om in het gebied dat onder controle stond van generaal Denekine de relaties van de Belgische industriëlen met de lokale autoriteiten te vergemakkelijken. Hij maakte zich zo verdienstelijk voor de Britse legers dat generaal Keyes persoonlijk hierover koning Albert I informeerde, die op zijn beurt vader De Roover feliciteerde met zijn zoon. Dit is een cruciaal element in het leven van De Roover.
We stelden het hoger al, de Koude Oorlog begon reeds in 1918, maar blijkbaar niet alleen voor de Amerikanen en de Britten die een tiental militaire interventies tijdens de Russische burgeroorlog financierden. Ook voor Marcel De Roover werd in 1918 het startsein gegeven voor een levenslange strijd tegen het communisme. Temeer omdat op 13 april 1920 het Wit-Russische leger werd verslagen.
Marcel De Roover keerde terug naar België en werd voorzitter van de gemengde Grieks/Bulgaarse commissie in het kader van de Volkerenbond. Van 1920 tot 1926 hield hij zich bezig met de eigendomsproblematiek van de noodgedwongen emigratie als gevolg van de grenswijzigingen in Griekenland en Bulgarije. Vanaf 1927 begon ook een opmerkelijke industriële carrière. Hij werd directeur van de Société générale industrielle et chimique du Katanga (Sogechim). Dit bedrijf werd in datzelfde jaar opgericht door Edgar Sengier voor de Union Minière en was gelieerd aan de Société Générale. Marcel De Roover verbleef dan ook geregeld in Katanga, en in 1929 werden door Sogechim nog diverse andere bedrijven gebouwd. Hij bleef directeur van Sogechim tot 1940.
Intussen was Marcel De Roover niet de enige in België met een afkeer van het communisme. Verschillende organisaties ontstonden in de naoorlogse periode met als doel anticommunistische propaganda te verspreiden, te infiltreren in communistische groepen en het verlenen van inlichtingenwerk voor de staatsveiligheid. In 1921 werd de l'Union Economique Belge opgericht, in 1929 het Centre International du Lutte Active contre le Communisme (CILLAC) waarvan de Belgische sectie de technische strijd tegen het communisme uitvoerde en de propaganda toevertrouwde aan de Ligue Nationale Belge contre le Communisme.
In 1925 werd de Société d'Etudes Politiques, Economiques et Sociales (SEPES) opgericht. Een vierde organisatie werd Concentration de la Propagande anti-communiste (COPAC) gedoopt. Een exacte oprichtingsdatum is niet geweten. Vast staat dat op 2 juni 1937 ten huize van Charles Terlinden een reünie plaatsvond waarop diverse grote industriëlen en rabiate antimarxisten waren uitgenodigd. Heel wat leden van SEPES waren aanwezig en in 1938 was officieel sprake van COPAC. Genodigden waren ondermeer baron Paul de Launoit van Ougrée-Marihaye, Greiner van Cockerill, voormalig eerste minister Georges Theunis, burggraaf Simonis, advocaat Duvieusart, Max-Léo Gérard, baron Léon Greindl en ook Marcel De Roover. COPAC fungeerde vermoedelijk als fondsenwerver voor de SEPES en werd voorgezeten door bruggraaf Charles Terlinden, Jean Spiltoir, en pater Morlion.
Het is interessant erop te wijzen dat in mei 1938 een Belgische delegatie bestaande uit De Roover, Greindl, Spiltoir, Terlinden, Stappaerts, pater Morlion en kardinaal Van Roey deelnam aan een congres van de Entente Internationale Anti-Communiste te Genève. (...)
Bron: De netwerking van een neo-aristocratische elite | Klaartje Schrijvers
Ter info: Marcel De Roover stierf in 1971.
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube