11

Re: Dag Hammarskjöld

Nieuwe bewijzen voor opdrachtgevers van de moord op Dag Hammarskjöld
Klokkenluider en documenten leiden naar schimmige organisatie

Deze week zei voor het eerst een getuige dat de Belgische piloot en huurling Jan Van Risseghem de moord op VN-secretaris-generaal Hammarskjöld heeft bekend. Maar wie gaf dan de opdracht? Een samenzwering met in de hoofdrol een gekke commandant, inlichtingendiensten en mysterieuze codenamen als Congo Red.

“Agenten van de Britse inlichtingendiensten gaan niet zomaar mensen uit de weg ruimen. In die tijd... was desinformatie door de Sovjets schering en inslag.” Een communistische samenzwering, dat was het antwoord van het Verenigd Koninkrijk op de aantijgingen van de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu in 1998.

Tutu leidde toen de waarheids- en verzoeningscommissie die onderzoek deed naar misdaden onder het apartheidsregime. In de archieven van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst ontdekte hij ook twaalf documenten, waarvan hij er acht publiek maakte. Het ging om brieven die de CIA, MI5 en Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst linkten aan de crash van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld in de nacht van 17 op 18 september 1961.

De brieven van de zogenaamde South African Institute for Maritime Research hebben het over een top secret-missie met codenaam Operation Celeste om Hammarskjöld uit de weg te ruimen. Een ontmoeting met een CIA-agent in Congo moet gebeuren met als paswoord ‘Hoe gaat het met Celeste dezer dagen?’ en het antwoord ‘Ze herstelt goed behalve een hoest’. De brieven zijn ondertekend door ‘commodore’ R. Wagner.

Maar de brieven beschrijven ook de opdracht voor de dood van Hammarskjöld. “Ik wil dat die eliminatie efficiënter gebeurt dan die van Patrice”, een verwijzing naar de moord op Patrice Lumumba in januari van het zelfde jaar 1961. Dezelfde brief stelt dat het toenmalige hoofd van de CIA, Allen Dulles, akkoord ging en informatie gaf over de reis van Leopoldville naar Ndola, die Hammarskjöld uiteindelijk fataal zou worden. Dat alles met de hulp van het Belgisch-Britse mijnbedrijf Union Minière, het huidige Umicore.

Paramilitaire organisatie
De South African Institute for Maritime Research (SAIMR) is lang afgedaan als een fabeltje, tot historica Susan Williams (Institute of Commonwealth Studies) in 2011 kon bewijzen dat de organisatie echt heeft bestaan. Op zijn minst in de jaren 80 vormde het een geheime paramilitaire organisatie die vanuit Johannesburg opereerde in het Afrikaanse continent.

In de nieuwe documentaire Cold Case Dag Hammarskjöld spreekt een ex-lid voor het eerst uitgebreid over de activiteiten van SAIMR.

Alexander Jones werkte van eind jaren 80 tot begin jaren 90 voor SAIMR en was als inlichtingenofficier betrokken bij elf operaties in verschillende Afrikaanse landen. Hij toonde de documentairemakers een verlaten legerbasis waar SAIMR bijeenkwam. Volgens Jones was de leiding op dat moment in handen van ‘commodore’ Keith Maxwell. Die naam staat ook vermeld in de annonces van SAIMR in de krant. 

“Jones vertelde dat hij drie foto’s van de crashsite in Ndola heeft gezien, waar het vliegtuig met Hammarskjöld is neergestort, en dat ook Keith Maxwell daarop te zien was”, zegt Göran Björkdahl, een van de documentairemakers, die al meer dan tien jaar onderzoek doet naar de Hammarskjöld-crash. “De top van SAIMR pochte over die operatie.”

Keith Maxwell is overleden in 2006. Voor hij opklom in de organisatie, zou hij in de jaren 60 op het terrein actief zijn geweest in Congo. Hij was een excentriek man, altijd volledig in het wit gekleed. En hij liet een vreemde, literaire autobiografie achter. De documentairemakers konden de hand leggen op zeven pagina’s daarvan, die nooit eerder zijn gepubliceerd. Ze beschrijven enkele SAIMR-meetings in de aanloop naar de dood van Hammarskjöld. 

Volgens die biografie heeft SAIMR de plot beraamd vlak na Operation Rum Punch, een militaire aanval van de Verenigde Naties op de Katangese troepen op 28 augustus 1961. De leiding van SAIMR is op dat moment in handen van ‘commodore Wagman’, vermoedelijk een codenaam voor de ‘commodore Wagner’ in de brieven die Desmond Tutu onderschept. In een meeting geeft de commodore een zekere ‘Congo Red’ de opdracht om binnen de week drie alternatieven te bedenken om Hammarskjöld uit de weg te ruimen.

Daarna beschrijft Maxwell gedetailleerd hoe “een man in stofjas” een bom plaatst in het wielcompartiment van het vliegtuig van de VN in Léopoldville, het huidige Kinshasa. Tegen een betaling van 200.000 Belgische frank. Als de DC-6 met Hammarskjöld opstijgt, loopt hij naar een telefoontoestel. “Oh mijn God... Dat kl*te ding heeft niet gewerkt!” Vervolgens is er een nachtelijke meeting waarin Wagman zijn teleurstelling uit, tot er op de deur wordt geklopt. Iemand overhandigt Wagman een briefje. “Er waren enkel lachende gezichten – Congo Red had zijn werk gedaan.”

Mad Mike
Verschillende passages in de autobiografie van Maxwell kunnen enkel verzonnen zijn. Zo kon hij onmogelijk tegelijkertijd op het tarmac in Léopoldville staan én de nachtelijke meeting erna bijwonen. Het leest als slechte fictie, maar is het dat ook? 

Er zijn parallellen te trekken tussen SAIMR en de gekende activiteiten van bepaalde huurlingen in die tijd. De ‘Congo Red’ in de SAIMR-documenten zou een codenaam kunnen zijn voor de Fransman Bob Denard. Hij leidde in 1961 een mobiele eenheid van het Katangese leger met de bijnaam ‘Congo Red Group’, wegens de rode baretten.

Er is ook een operatie in de jaren 80 waarbij SAIMR betrokken was, waarvan we weten dat ze werd geleid door de beruchte Britse huurling Michael ‘Mad Mike’ Hoare en de Zuid-Afrikaan Jeremy Puren. Begin jaren 60, de tijd van de dood van Hammarskjöld, ronselden beide heren huurlingen voor de strijd in Congo. Ze deden dat onder andere vanuit een rekruteringskantoor in Johannesburg, toevallig of niet, de thuishaven van SAIMR.

Ook de Belg Charles Huyghe behoorde tot hetzelfde rekruteringskantoor. Van Huyghe is ondertussen aangetoond dat hij rechtstreeks betrokken was bij de moord op Patrice Lumumba. Samen met Jeremy Puren was Huyghe op de luchthaven van Ndola, in de nacht dat het vliegtuig van Hammarskjöld vlakbij neerstortte.

Jan Van Risseghem

Dat alles doet de vraag rijzen of deze hypothese te verzoenen valt met de getuigenis van Pierre Coppens, die aan deze krant vertelde dat piloot Jan Van Risseghem aan hem de raid op het vliegtuig van Hammarskjöld had opgebiecht. Was de bom niet afgegaan en was er daarom overgeschakeld op een B-plan?

Dat is alleszins wat de laatste brief suggereert die Desmond Tutu publiek heeft gemaakt. ‘Apparaat heeft gefaald’ en vervolgens heeft SAIMR een ‘adelaar’ uitgezonden. In de documenten die zijn opgemaakt bij de arrestatie van Van Risseghem door de Verenigde Naties staat Johannesburg vermeld als rekruteringscentrum. Gebeurde dat via Mike Hoare? Of langs SAIMR? Of waren beide organisaties een en dezelfde?

Alexander Jones woont in afwachting van de documentaire alvast ondergedoken in Europa en heeft een advocaat in de arm genomen.

Dit artikel kwam onder meer tot stand in samenwerking met het Scandinavisch-Belgische team achter de film Cold Case Hammarskjöld, die op 26 januari in première gaat op het Amerikaanse Sundance-filmfestival. De Belgische première volgt op het Docville-festival in Leuven in maart.

Bron: De Morgen | 20 Januari 2019

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

12

Re: Dag Hammarskjöld

Belgische inlichtingendiensten geven Hammarskjöld-documenten vrij
Bood de Staatsveiligheid piloot Jan van Risseghem een alibi?

De Morgen verkreeg van de Belgische inlichtingendiensten de documenten over de crash van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld in 1961. Ze geven ongekende informatie over Jan van Risseghem, de man die misschien het vliegtuig met Hammarskjöld neerhaalde, maar ze roepen ook vragen op over het alibi van de Belgische piloot.

Op 19 september 1961, een dag na de vliegtuigcrash waarbij Dag Hammarskjöld om het leven kwam, ging België koortsachtig op zoek naar informatie over piloot Jan van Risseghem. Uit documenten die nu voor het eerst publiek worden, blijkt dat Ludovic Caeymaex, de algemeen directeur van de Staatsveiligheid, een “zeer dringende” oproep lanceerde in opdracht van Buitenlandse Zaken.

Een dag later gaf een medewerker enkele actuele inlichtingen. “Hij heeft Lint (thuisadres) verlaten op 16 september, naar eigen zeggen om zich te begeven naar Katanga ‘om de strijd te hervatten’.” Een volgend rapport bevestigt die informatie en stelt dat hij in de vooravond naar Parijs is gevlogen en vervolgens naar Katanga. Voor de crash dus.

Maar in een nota uit oktober 1961 aan de minister van Buitenlandse Zaken vat Caeymaex het anders samen. Hij stelt dat Van Risseghem zich op 17 september, de dag voor de crash, in Brussel heeft aangediend bij de “Délégation Katangaise om zijn administratieve en financiële situatie te regelen”. Volgens Caeymaex is Van Risseghem pas op 18 september op eigen initiatief naar Elisabethstad vertrokken, via Parijs, en is hij op 21 september in de Katangese hoofdstad aangekomen. “Hij was niet in de mogelijkheid om te vliegen”, stelt het document.

De data die Caeymaex opgeeft, zijn in tegenspraak met de info in het rapport dat hij zelf had besteld. Het klopt bovendien niet dat Van Risseghem zich op 17 september aanmeldde bij de Katangese delegatie in Brussel. De Morgen kreeg via de makers van de nieuwe documentaire Cold Case Hammarskjöld een afschrift van de uitgaven in handen, waaruit blijkt dat Van Risseghem een dag eerder al 1.500 frank ontving van de Katangese missie.

In het verleden diende de ontvangst van een betaling bij het solidariteitsfonds van Sabena op 17 september ook als alibi voor Van Risseghem, maar het blijkt om een volmacht te gaan voor iemand anders om die betaling op te halen. De documenten van de inlichtingendiensten spreken elkaar dus tegen over de whereabouts van Van Risseghem, die volgens Pierre Coppens in 1965 de raid op het vliegtuig van Hammarskjöld aan hem bekende.

“Als burgerlijke inlichtingendienst zijn we hoofdzakelijk bevoegd voor inlichtingen in eigen land, waardoor onze activiteiten zich in die tijd toespitsten op de rekrutering van huurlingen voor Katanga vanuit België”, zegt Ingrid Van Daele van de Staatsveiligheid. “Met de bedoeling die informatie over te maken aan het parket, want dat was strafbaar.”

“Zeer avontuurlijk aangelegd”

De verschillende rapporten waarvan sprake in dit artikel en andere bronnen bieden een ongeziene kijk op de Belgische piloot. “Van Risseghem alsook zijn familie staan te Lint gekend als zeer deftige lui van onbesproken gedrag en zedelijkheid dewelke zich met geen politieke activiteit inlaten”, stond in een uitgebreid verslag van de Staatsveiligheid. “Hij zelf wordt wel bestempeld als zijnde zeer avontuurlijk aangelegd.”

Avontuurlijk is een understatement. Volgens de heemkundige kring van Lint stond Van Risseghem er bekend als ‘Jan van den Engelsman’, omdat hij getrouwd was met een Britse, die er nog altijd woont. Nochtans werd hij op 3 september 1923 geboren in Plotsky-Bergfeld in het oosten van Duitsland als graaf Jan Henri van Risseghem de Santieron de Saint Clément. Zijn vader had als vrijwilliger in het Belgische leger gevochten tijdens de Eerste Wereldoorlog en kwam na de oorlog weer op krachten in een sanatorium in Pruisen, met zijn Britse vrouw, die adellijke roots had, en hun eerste zoon. Daar werd Jan van Risseghem geboren. Zijn vader raakte er bevriend met een man die hen een adellijke titel schonk.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, volgden de twee zonen het voorbeeld van hun vader. Ze sloten zich aan bij het verzet in Frankrijk, en konden in het Verenigd Koninkrijk geraken om zich als oorlogsvrijwilliger aan te melden. Op zijn 19de werd Jan van Risseghem piloot bij de Britse Royal Air Force. Bij dageraad vloog hij over Duitse opstellingen om luchtfoto’s te maken.

‘Onfaire behandeling’ bij Sabena

“Hij vertelde dat hij ook drie Duitse gevechtsvliegtuigen uit de lucht had gehaald”, zegt Pierre Coppens, die Van Risseghem goed gekend heeft. Na de oorlog trouwde Van Risseghem met een Engelse. Van 1946 tot 1960 was hij piloot voor Sabena, tot hij ontslagen werd voor ‘onbekwaamheid’.

Onbekwaam na veertien jaar dienst? De man die de Zuid-Afrikaanse huurling Puren in zijn boek “de geniale Belgische luchtmachtofficier” noemt? Sinds het faillissement van Sabena zitten de archieven bij curator Christian Van Buggenhout. Die heeft de personeelsdossiers nagekeken. “Daaruit is gebleken dat de heer Jan van Risseghem geen Sabena-stamnummer had en dus nimmer een werknemer van Sabena schijnt te zijn geweest.” Gewist uit de archieven? Of zoek geraakt?

Na zijn ontslag was Van Risseghem blijkbaar enkele weken werkloos. Hij bood zich aan bij de luchtmacht, maar werd geweigerd, bij gebrek aan plaatsen. Vervolgens werkte hij als handelsreiziger voor een Nederlands bedrijf. “Evenwel moet deze betrekking hem weinig voldoening hebben geschonken, want hij bleef er slechts enkele weken in dienst.” Was de held uit de Tweede Wereldoorlog gekrenkt in zijn eer?

In ieder geval vertrok van Risseghem begin mei 1961 naar Afrika om zich als vrijwilliger aan te bieden bij het Katangese leger. Katanga was op dat moment in oorlog met de VN, omdat het zich na de onafhankelijkheid had afgesplitst van de rest van Congo, met de steun van honderden Europese huurlingen en het Belgische mijnbedrijf Union Minière. Toen de VN Van Risseghem op 28 augustus 1961 arresteerde, gaf hij als motivatie op: “Onfaire behandeling in België Sabena Airways.” 

Verdachte nummer 1

Van Risseghem had in Katanga de operationele leiding over de luchtmacht. Hij ontwierp het logo en de vlag ervan, met daarin een kat die een muis heeft gevangen, een verwijzing naar het wapenschild van zijn moeder. En Van Risseghem werd berucht door rebellerende dorpen en opstellingen van de VN onder vuur te nemen, meestal vanuit zijn Fouga Magister KAT-93, een opleidingstoestel omgebouwd tot gevechtsvliegtuig.

VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld was onderweg voor vredesbesprekingen met de Katangese leiding toen zijn vliegtuig in de nacht van 17 op 18 september 1961 neerstortte in de buurt van de luchthaven van Ndola in Noord-Rhodesië, het huidige Zambia. De eerste onderzoeken na de crash wezen op een ongeluk of een stuurfout van de piloot. Onderzoek van historica Susan Williams (Institute of Commonwealth Studies) plaatste in 2011 belangrijke vraagtekens bij die onderzoeken, uitgevoerd door blanke autoriteiten die de getuigenissen van de plaatselijke bevolking ‘onbetrouwbaar’ vonden.

Sindsdien voert de VN een nieuw onderzoek. Dat bracht een telegram aan de oppervlakte van de Amerikaanse ambassadeur in Congo, Edmond Gullion, aan Buitenlandse Zaken in Washington. Uren voor het wrak gelokaliseerd was, verdacht hij “de voornaamste piloot die de VN-operaties heeft lastiggevallen”, namelijk de Belg Jan van Risseghem.

Een rapport van de Staatsveiligheid stelt dat Van Risseghem na zijn arrestatie door de Verenigde Naties op 7 september werd gerepatrieerd naar België. De opsteller van het verslag verwijst daarvoor naar een dossier bij de militaire inlichtingendienst, maar bij ADIV is nog niets over Van Risseghem opgedoken. Vermoedelijk zijn documenten uit die tijd verloren gegaan.

Ridder in de Leopoldsorde

We weten exact wanneer Van Risseghem in België aankwam: op 8 september 1961 om 11.50 uur. Maar het is onduidelijk wanneer hij weer vertrok. De Belgische documentatie is onverzoenbaar met verschillende telegrams van de Amerikaanse ambassadeur destijds. Al kan de crash ook door een ander incident zijn veroorzaakt, of een dom ongeluk zijn geweest. Zeker is dat Van Risseghem erna uitgebreid aan de vijandelijkheden tegen de VN heeft deelgenomen. Pas in 1963 keerde hij terug naar België om piloot te worden voor de parachutisten in Moorsele, waar Coppens hem leerde kennen.   

Een half jaar eerder had de VN zijn persoonlijk vliegtuig, een Dragon Rapide, vernietigd bij een luchtbombardement. Van Risseghem heeft jarenlang tevergeefs geprobeerd die kosten vergoed te krijgen door de Belgische staat. Na Moorsele zou Van Risseghem blijven vliegen vanop de luchthaven van Deurne, tot op hoge leeftijd. Uit het Belgisch Staatsblad blijkt dat hij voor zijn daden in de Tweede Wereldoorlog in 2000 het kruis van Ridder in de Leopoldsorde ontving.

Zeven jaar later overleed Jan van Risseghem. In 2017 eerde de Lintse Oudstrijdersvereniging hem met een optocht door de gemeente.

Bron » De Morgen | 27 Januari 2019

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

13

Re: Dag Hammarskjöld

Is dit de stem van de moordenaar die VN-topman Dag Hammarskjöld deed neerstorten in Congo?

Werd Dag Hammarskjöld, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties van 1953 tot 1961, vermoord door een Belgische piloot, tijdens een vredesmissie in Congo? VRT NWS kreeg een uniek interview in handen met die Belgische piloot, Jan van Risseghem. Dit is zijn verhaal.

"Dag Hammarskjöld is dead, but the United Nations lives", zo sprak de Amerikaanse president John F. Kennedy in september 1961. Dag Hammarskjöld, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, was net omgekomen in een vliegtuigcrash in Zambia, tijdens een Congolese vredesmissie. Een spijtig ongeval, maar aan die officiële uitleg werd al snel luidop getwijfeld. Het blijft een van de meest beruchte cold cases (onopgeloste zaken, red.) uit de 20e eeuw.

De documentaire "Cold case Hammarskjöld" opent vanavond het filmfestival "Docville" in Leuven, en heeft het onderzoek nieuw leven ingeblazen. Wat we al enkele jaren vermoeden: het vliegtuig met Dag Hammarskjöld aan boord zou niet zijn neergestort, maar wel neergeschoten door een tweede vliegtuig, in opdracht van geheime organisaties. En de piloot van dat tweede vliegtuig zou een Belg zijn: Jan van Risseghem.

Hoe belandt Hammarskjöld in Congo?

We schrijven 1960. Amper enkele weken na de onafhankelijkheid van Congo scheurt de rijkste provincie Katanga zich af, met hulp vanuit België. Het mijnbouwbedrijf Union Minière (nu Umicore) heeft grote belangen in de regio en probeert die veilig te stellen. Wanneer Katanga huurlingen aantrekt om een eigen leger uit te bouwen komen de Verenigde Naties tussenbeide, op vraag van Congo. Dag Hammarskjöld pendelt zelf verschillende keren naar België en Afrika voor overleg over deze Congocrisis.

Hammarskjöld wil een wapenstilstand afdwingen en de onafhankelijkheid van de provincie Katanga ongedaan maken, maar maakt daarmee machtige vijanden. Amerika en de Sovjet-Unie staan tegenover elkaar, met de bodemschatten van Katanga als inzet. Op 18 september 1961 vliegt Hammarskjöld naar Moïse Tshombé, de president van Katanga, maar zijn vliegtuig stort neer boven Zambia. 16 mensen, waaronder de secretaris-generaal, komen om. Het officiële rapport spreekt van een ongeval.

Dag Hammarskjöld krijgt dat jaar postuum de Nobelprijs voor de Vrede. Een vol jaar later vallen de Verenigde Naties het afgescheurde Katanga aan, begin 1963 wordt de provincie weer herenigd met Congo. Kolonel Joseph-Désiré Mobutu is de verpersoonlijking van die nationale eenheid. Drie jaar later, in 1966, grijpt Mobutu definitief de macht via een staatsgreep.

Wat heeft van Risseghem hierover te zeggen?

Piloot Jan van Risseghem stierf nog vóór zijn naam werd vernoemd in de zaak Hammarskjöld, hij kan dus niet meer ondervraagd worden. Toch kreeg VRT NWS onlangs 11 cassettes in handen, met uitgebreide interviewsessies waarin Jan van Risseghem vertelt over zijn periode als flight commander in Katanga in 1961. Deze podcast vertelt zijn verhaal.

Bron: VRT Nieuws | Joris Vergeyle | 27 Maart 2019

Beluister hieronder de podcast "Dag", met daarin het unieke interview met piloot Jan van Risseghem » www.vrt.be/vrtnws/

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube