Na zijn pensioen wou Danny Collewaert zich herbronnen en maakte hij een pelgrimstocht naar Rome. Hij vertelt het volgende hierover:
"Mijn werk, als ex-commissaris van de federale gerechtelijke politie bezorgde me – tot op het allerlaatste - veel stress. Als idealist zette ik mij totaal in, soms ten koste van vrouw en kinderen. Gelukkig had ik een begripvolle vrouw die me ook in moeilijke tijden bleef steunen. Zelfs toen mijn pensioengrens naderde (56 jaar) bleef het werk (onterecht) op de eerste plaats staan. Ik was immers een "workaholic" en een "zenuwpees". Iets in mij zegde me dat dat de stap van werk naar pensioen geen makkelijke zou zijn."
"Langzaam realiseerde ik me dat "leven om te werken" en niet "werken om te leven", een veel betere levensvisie zou zijn geweest. Gedane zaken maken geen keer en dus wilde ik die overgangsfaze in mijn leven echt benutten om mij serieus te bedenken voor mijn verdere levensjaren. Ik wou me serieus bezinnen – een andere mens worden – rustiger worden, kortom mij herbronnen en andere waarden gaan hanteren voor mijzelf en zeker ook t.o.v. mijn familie."
"Een solo-pelgrimstocht te voet naar Rome (o.a. dwars over de Alpen, de Apenijnen, de Toscaanse heuvels), een huzarenstukje waar ik niet alleen de grenzen van mijn eigen kunnen zou verruimen, maar ook en vooral mijzelf serieus zou tegenkomen en diep zou kunnen nadenken over de zin van mijn verdere leven – bleek dan voor mij de enige mogelijkheid. Een “uitdaging” die meteen de klik naar "anders leven" zou betekenen. Omwille van mijn job had ik ook een verkeerde kijk op de maatschappij gekregen."
"Deze beroepsmisvorming deed me soms twijfelen aan de oprechtheid – goedhartigheid van de mens in het algemeen. Mijn vriendenkring, waaronder een ex-priester overtuigde me nog voor mijn vertrek, dat de wereld helemaal niet zo verdorven was als ik meende. Men voorspelde mij dat wanneer ik mij er zelf voor openstelde ik terecht zou kunnen voor een slaapplaatsje bij velen en ik de “goede” mens aan den lijve zou ervaren."