Topic: Cercle Pinay
De Cercle Pinay werd opgericht in de jaren 1950 door Antoine Pinay en zijn sinds 1955 trouwe rechterhand Jean Violet. Over de exacte datum van de oprichting is niets geweten. Ook over de werkelijke oprichters spreken de bronnen elkaar vaak tegen. Helemaal verwarrend is het wanneer men zelfs over de naam van de Cercle de meest uiteenlopende beweringen aantreft. Langemann sprak over de Cercle Violet, en het is inderdaad zo dat de stokoude Pinay de fakkel wel moest doorgeven aan Violet, maar de Cercle was wel degelijk die van Pinay.
Eén van de meest opmerkelijke naamsverwarringen vinden we terug in de memoires van David Rockefeller. Hij heeft het er zelfs over de Cercle Pesenti. Helemaal verwonderlijk was dat niet, want Carlo Pesenti was lange tijd één van de belangrijkste financiers van de Cercle Pinay, totdat hij ten tijde van het fraudeschandaal rond de bank van het Vaticaan verplicht werd twee van zijn banken te verkopen. Wanneer we alle touwtjes aan elkaar knopen, komen we echter steeds uit bij de enige en echte Cercle Pinay. Niets sluit natuurlijk uit dat er onderling zelf wel eens met de namen gejongleerd werd.
Wat was nu die fameuze Cercle Pinay? We moeten die organisatie situeren in dezelfde kringen als CEDI en de AESP, of anders gesteld, in het netwerk van aristocratische instituties die deel uitmaakten van een breder Vaticaans-Paneuropees netwerk. Toch was de Cercle Pinay ruimer toegankelijk dan de Paneuropese Unie bijvoorbeeld, omdat zij niet exclusief katholieken in haar rangen opnam en de meetings vaak werden bijgewoond door rechtse Amerikanen zoals William Colby (CIA), de bankier David Rockefeller en de pionier in public relations Crosby Kelly. Maar de Cercle Pinay was in essentie een Europese lobby, opgericht om het marxisme te bekampen.
Het motto van de Cercle sprak alvast boekdelen:
"Le Cercle s'occupe de tout ce qui, de près ou de loin, peut renforcer le caractère conservateur de l'Europe en gestation: défense de l'Afrique Australe, anti-soviétisme permanente, ouverture à l'Espagne franquiste, etc ..."
De Cercle Pinay was geen loutere praatclub. Rond Pinay en Violet was mettertijd een leidende kern ontstaan die de politieke evolutie in sommige West-Europese landen daadwerkelijk trachtte te beïnvloeden. Zo kwam op 5 en 6 januari 1980 de Cercle in het Zwitserse Zürich bij elkaar, onder leiding van Violet. Uit het rapport van Langemann verneemt men dat de vergadering zich actief wenste in te laten met de kiescampagne die in West-Duitsland Franz Josef Strauss naar het kanselierschap moest brengen. In Zürich waren naast Violet verscheidene topfiguren van de Zwitserse, Britse en Amerikaanse inlichtingsdiensten van de partij (CIA, SIS, DIA), als ook naaste medewerkers van Strauss zoals het CSU-parlementslid graaf Huyn. Thema van het gesprek in Zürich was de organisatie van een perscampagne ten gunste van Strauss.
Intrigerend waren ook de twee andere agendapunten van die vergadering:
influence de la situation en Rhodésie et en Afrique du Sud dans un sens conservateur européen
construction en Arabie Saoudite d'une puissante station de radio par faisceaux hertziens avec pour objectifs l'Islam et des couches de populations frontalières en Union Soviétique
Die twee punten deden dr. Langemann op het einde van zijn rapport opmerken dat onmiddellijk maatregelen moesten worden genomen om die acties te beperken. Ze vormden aldus Langemann een bedreiging voor de werkzaamheden van de Westerse inlichtingendiensten.
Pittig detail is dat de steun aan Franz Josef Strauss al van veel langer dateerde dan uit dit Langemann rapport bleek. En dat die steun niet alleen uit de hoek van de Cercle Pinay kwam. Ook Florimond Damman en zijn AESP droegen hun steentje bij aan de lancering van Strauss, nog lang voor de hoger vermelde meeting in 1980 te Zürich plaatsvond. Zo schreef Damman op 18 augustus 1972 een brief aan de persverantwoordelijke van de CDU, baron Gisbert von Wersebe (toevallig ook lid van de AESP) waarin het volgende werd besproken:
"Otto de Habsbourg, qui est actuellement en vacances en Espagne, vient de m'écrire au sujet des prochaines élections en Allemagne Fédérale et se demande lui aussi comment aider la CDU/CSU dans sa campagne cruciale et sans qu'on puisse faire le reproche à nos organisations spécifiquement européennes de nous occuper des Affaires intérieurs d’un pays. Je crois que les prochaines élections allemandes seront d’une importance telle pour l'avenir européen que nous devons trouver facilement une formule européenne pour faire comprendre que le maintien de Willy Brandt au pouvoir pourrait rapidement amener l'échec de toute tentative de renforcement vers l'intégration européenne et livrerait très vite le contrôle économique du Marché Commun et la défense de notre Occident à l'hégémonie soviétique."
Dit gezegd zijnde stelde Damman vervolgens een aantal strategieën voor om de CDU/CSU van Strauss in de komende verkiezingen te helpen:
"J'aimerai beaucoup, si c'était possible, que le ministre F.J. Strauss puisse venir à Antibes et y prendre la parole. Voulez-vous en parler à l'ambassadeur Böx, j’écris de mon côté à l'Archiduc Otto et à Me Violet qui sont des amis du Ministre Strauss, dans le même sens. Je pense aussi qu'il faudrait examiner la possibilité d'un réunion européenne de la CSU/CSU en Allemagne et d'y faire parler quelques invités de nos pays d'ouest qui viendraient à titre privé soutenir la politique européenne de la CDU/CSU une semaine ou deux avant les élections. Cela pourrait faire du bruit dans la presse et les organes d'information. Je demande l'avis de l'Archiduc et de Me Violet.”
Alweer dook ook in die context Damman op, en met in het kielzog van zijn AESP Jean Violet, Otto von Habsburg en Antoine Pinay. Maar laten we terugkeren naar de Cercle Pinay. Die zou zich met nog diverse andere zaken inlaten in haar strijd tegen het "rode gevaar": het verstevigen van de banden tussen Europa en de Verenigde Staten, het verbeteren van het imago van Zuid-Afrika, het steunen van Giscard d'Estaing voor het presidentschap, evenals dat van Ronald Reagan. De Cercle had nauwe contacten met WACL, de Heritage Foundation (Ronald Reagan), Western Goals, ISC, Freedom Association, Interdoc, de Bilderberg-groep, de Italiaanse loge P2, Opus Dei, de Moonsekte en het Jonathan Institute. Vele van die organisaties waren met steun van de CIA opgericht.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat in de Cercle opvallend uiterst rechtse personages de revue passeerden. Zo vinden we er naast gewezen of actieve inlichtingenagenten ook aanhangers van Franco en Salazar, het Vaticaan en gewezen of actieve politici uit dictatoriale landen. Leden waren onder meer Nicholas Elliot (Britse SIS beter bekend als MI6), William Colby (CIA en ISC), kolonel Botta (Zwitserse militaire inlichtingendienst), Franz Josef Strauss (minister van defensie, hoofd van de CSU en eerste minister van Beieren), Alfredo Sanchez-Bella (hoofd van de Europese Operatie voor de Spaanse geheime dienst), Giulio Andreotti (voormalig eerste minister van Spanje, lid van P2), generaal Antonio de Spinola (hoofd van de Portugese putschisten), Silva Munoz (voormalig minister onder Franco en oud Opus Dei lid), Monseigneur Brunello (Vaticaan prelaat en inlichtingenagent) en Stefano Delle Chiaie (leidend lid van P2 en de Italiaanse geheime dienst, SID). Tot slot vermelden we nog de ex-eerste minister van Zuid-Afrika John Vorster en de ex-eerste minister van Rhodesië, Ian Smith.
Zoals velen begrepen Antoine Pinay en Jean Violet dat de basis voor een stabiel verenigd Europa in een Frans-Duitse as moest liggen. Daarom rekruteerden zij van meet af aan in beide landen bij de hoogste politieke autoriteiten. In Duitsland werd minister Konrad Adenauer lid van de Cercle, samen met twee van zijn medewerkers Franz Josef Bach en Franz Josef Strauss. In Frankrijk toonden Robert Schuman en Jean Monnet zich bereid om aan te sluiten.
Het is vooral de aanwezigheid van Adenauer die later de diverse media op een dwaalspoor bracht met betrekking tot de oprichters. Velen achtten de Cercle Pinay het werk van de twee vrienden: Antoine Pinay en Konrad Adenauer. Dat beiden goede vrienden waren, getuigde Pinay zelf in een interview met Antoine Veil waarin hij duidelijk stelde dat hij meerdere malen op bezoek was bij Adenauer in zijn villa aan de oever van de Rijn. Op één van die ontmoetingen zou zich de volgende conversatie hebben afgespeeld.
Adenauer aan Pinay: "Alors, vous pensez que cette entrevue se déroulera d’égal à égal?". "Mais certainement", antwoordde Pinay. Waarop Adenauer: "Le général de Gaulle est le chef du gouvernement d'un pays vainqueur, et moi, je ne suis que le chef de gouvernement d’un pays vaincu ..."
Het werd het begin van de grote Frans-Duitse toenadering, één van de pijlers van de buitenlandse politiek van de 5de Republiek. Intermediaire persoon tussen Adenauer en de Gaulle was Jean Violet, hierin niet weinig gesteund door zijn werk als Frans-Duitse dubbelagent.
Hoe dan ook, de grootste vijand van de Cercle Pinay was de Sovjetunie, en in haar strijd tegen de subversieve oorlog overlapte zij opvallend de doelstellingen van de AESP. Laten we er ook op wijzen dat we heel wat leden van de Cercle Pinay tevens terugvinden in de AESP: Pinay zelf en Violet, Otto von Habsburg, Carlo Pesenti, graaf Hans Huyn, Alois Mertes (Duits minister), Alfredo Sanchez-Bella en Giulio Andreotti (voormalig eerste minister van Italië). De AESP zou trouwens volgens Robert Hutchison opgericht zijn met als doel fondsen te werven voor de Cercle Pinay.
Zo zouden de drie kopstukken Sanchez-Bella, von Habsburg en Jean Violet er van overtuigd geweest zijn dat een Verenigd Europa tegen het communistisch gevaar een sterk boegbeeld nodig had – met name koning Juan Carlos van Spanje – als fakkeldrager van de katholieke moraal waarrond het Westen zich vastberaden kon tonen. Maar een boegbeeld met hoeveel morele vastberadenheid ook kon zonder financiële en logistieke middelen niet op hetzelfde plan functioneren als de democratisch verkozen bewindvoerders. In 1969 werd te Brussel tezamen met Florimond Damman en Alain de Villegas het plan opgezet om dergelijke fondsen te vergaren in de schoot van de AESP.
Beide laatsten stonden bekend om hun visceraal anticommunisme, en sloten hiermee naadloos aan bij de diepste drijfveer van de Cercle Pinay. Dit anticommunisme werd trouwens op een dergelijke apocalyptische wijze beleden, dat zelfs David Rockefeller in zijn memoires hier enkele vraagtekens bij plaatste. In zijn beschrijving van één van de meetings van de Cercle lezen we het volgende:
"Using an overhead projector, Violet displayed transparency after transparency filled with data documenting Soviet infiltration of governments around the world and supporting his belief that the threat of global Communist victory was quite real. While all of us knew the Soviets were behind the “wars of national liberation” in Asia, Africa and Latin America, I was not personally convinced the Red Menace was quite as menacing as Maître Violet portrayed it to be, but my view was a minority one in that group. Even though I found the discussions fascinating, the ultraconservative politics of some participants were more than a bit unnerving."
Met Jean Violet en zeker met de Cercle Pinay betraden we al even het pad van het Atlantische verhaal, dat in een volgend deel uitvoerig wordt belicht. Core business was in beide gevallen evenwel een sterk en rechts conservatief Europa, waarin de Westerse en christelijke waarden moesten worden beschermd en verdedigd tegen het oprukkende communistische gevaar. Het opvallende was daarbij de steun aan niet-Westerse dictatoriale regimes zoals Rhodesië, Zuid-Afrika, Chili, Saoedi-Arabië, en ook Zuid- Aziatische staten. Dit internationale engagement en de expliciete of impliciete steun die aan niet-democratische regeringen werd verleend, leidt ons eigenaardig genoeg naar een Belgische private club waarin de ambassadeurs uit die landen meer dan welkom waren.
Bron: De netwerking van een neo-aristocratische elite in de korte 20ste eeuw | Klaartje Schrijvers