1

Topic: Eric Labar

In de commissie-Dutroux kwamen verschillende magistraten van Charleroi in opspraak: rechter Dallons, onderzoeksrechter Sohet, substituten Somville en Labar, voormalig procureur-generaal Demanet en voormalig procureur Defourny. Tegen verschillende van hen werd een tuchtonderzoek opgestart. Het rapport Dutroux:

"Dit corruptieonderzoek zou er moeten toe strekken dat alle verdachtmakingen die nu reeds jaren rusten op politiemensen uit de drie algemene politiediensten van Charleroi en ook op magistraten, grondig worden onderzocht à charge maar ook à decharge. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek is het wenselijk dat bewarende maatregelen worden getroffen en dat de betrokken magistraten en (politie-) ambtenaren tijdelijk worden verwijder uit de diensten die in contact staan met het milieu van de autozwendel. (...)"

"Dit is ook een logisch gevolg van de langdurige machtspositie die dit milieu heeft kunnen uitbouwen. Diverse bronnen, waaronder de huidige procureur des konings van Charleroi, situeren de eerste zichtbare effecten van de machtspositie van het autozwendelmilieu, eind de jaren '80 (1987-'88). De parlementaire onderzoekscommissie heeft vastgesteld dat de namen die toen circuleerden, zowel aan de kant van de leidinggevende autozwendelaars als aan de kant van in opspraak gebrachte politieambtenaren en magistraten, nog steeds dezelfde zijn."

Zo had Labar als bevoegde parketmagistraat voor de sectie autozwendel een proces-verbaal weggenomen uit het dossier van de dubieuze garagist Romano, die goede relaties met de magistraten onderhield. De commissie-Dutroux beschreef deze relaties met de garagist:

"Het kan in elk geval niet worden ontkend dat de betrokken garagehouder tot op heden vanwege het parket van Charleroi steeds het voordeel van de twijfel heeft gekregen. Dit laatste liet zich concreet merken door het feit dat de garagehouder jarenlang de zeer lucratieve bewaargeving van inbeslaggenomen en achtergelaten voertuigen heeft toegekend gekregen. Niet alleen inde hij een behoorlijke vergoeding, maar bovendien werden de voertuigen niet altijd gerecupereerd door een eigenaar, waardoor ze na verloop van tijd aan de garagehouder toekwamen."

"Bovendien waren er ook aanwijzingen dat er geknoeid werd met onderdelen. Deze praktijken hebben een aantal jaren geduurd. Toen op een gegeven moment een derde garage zich als standplaats aanbood, werden onmiddellijk een aantal voertuigen gestolen, duidelijk met de bedoeling de betrokken garage te discrediteren bij de Justitie. Wat blijkbaar nog lukte ook."

Substituut Labar was in de jaren negentig voor het parket van Charleroi ook betrokken in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Niet dat Labar hierin een corrumperende rol gespeeld heeft, maar hij heeft alleszins enkel bediscussieerbare posities ingekomen.

In de periode dat onderzoeksrechter Hennuy het Dendermondse luik van de Bendedossier van onderzoeksrechter Troch overnam, was hij betrokken bij de nefaste ondervraging van [Philippe] De Staerke. Labar geloofde net zo min als toenmalig procureur Defourny en onderzoeksrechter Hennuy in een band met het dossier Mendez. Defourny schreef hierover een brief aan procureur-generaal Demanet:

"De onderzoeksrechter is niet van mening dat de Cel Waals Brabant kennis zou moeten nemen van de dossiers-Bouhouche-Beijer. Substituut Labar en ik delen die mening omdat niets in het dossier waarmee de onderzoeksrechter belast is, erop wijst dat Bouhouche en Beijer iets met de Bende van Nijvel te maken zouden hebben. Alleen de magistraten zijn die mening toegedaan en de speurders willen niets liever dan het dossier-Mendez-Bouhouche uitspitten, alsof dat dossier nuttige gegevens verbergt die niet door de onderzoeksrechter en de speurders van Nijvel werden opgemerkt."

Onderzoeksrechter Hennart die het dossier Mendez onderzocht, heeft dit tot na de afloop van het proces Bouhouche-Beijer als argument gebruikt om zijn dossier niet volledig te laten inzien door de Bendespeurders. Dit tot groot ongenoegen van onderzoeksrechter Lacroix, die ondertussen het volledige Bendedossier van Hennuy terug overgenomen heeft en in de Bendecommissie bis het tijdverlies bij het opnieuw bestuderen van het dossier-Mendez sterk aangeklaagd heeft.

Bron: De namen uit de doofpot | Stef Janssens

Ter info, in 1998 kreeg Labar een promotie:

(...) is de heer Labar, E., substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, aangewezen tot eerste substituut-procureur des Konings bij deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar met ingang van 1 december 1998.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

2

Re: Eric Labar

Substituut Labar gaf voor de Tweede Bendecommissie zijn mening over de ondervraging van Philippe De Staerke:

Substituut Labar van zijn kant erkende dat een betere kennis van het dossier van belang zou zijn geweest in het geval dat De Staerke werkelijk iets zou hebben bekend, maar zo was het nu eenmaal niet:

"In dat precieze geval, denk ik niet dat dat een probleem vormde. Waarom? Eerst en vooral legt De Staerke bekentenissen af. Veronderstel dat wij op dat ogenblik niets van het dossier wisten - ik zeg niet dat het zo was. Indien de heer De Staerke ons zegt dat hij aan de moordpartijen deelnam, vragen wij hem om een verklaring. En stellen wij hem de bijbehorende vragen, zoals: was u ter plaatse? wat heeft u precies gedaan?, enz. Iedereen had toch een summiere kennis van de feiten. Alleen al op basis daarvan kon men hem verhoren."

"De Staerke had zich spontaan aangeboden om bekentenissen af te leggen. Wat heeft hij verteld? Niets. Geen enkel element. Mijnheer de voorzitter, ik zou het met u eens zijn indien de heer De Staerke inderdaad bekentenissen was beginnen afleggen, indien hij ons details had kunnen verschaffen over de feiten: ik was daar, om zo laat, ik had dat wapen, ik heb die auto gebruikt."

"Men moet details kunnen bekomen en nagaan of de verklaringen kloppen met de werkelijkheid, ze vergelijken met de dossiers. Maar wij zijn nooit in dat stadium geraakt. Waarom? Ik weet best dat men ongelovig reageert op de werkelijkheid en toch is het waar: De Staerke heeft nooit iets bekend. Waarom heeft hij eerst zogenaamde bekentenissen in de pers laten verschijnen? Omdat hij besefte dat hij een zware veroordeling - 20 jaar - had opgelopen, dat hij bestempeld werd als 'moordenaar van de Bende van Nijvel' en dat dat zijn vooruitzicht op vrijlating of enige gunstmaatregelen sterk zou beknotten. Dus heeft hij die uitweg geprobeerd."

"U moet ook weten dat de heer De Staerke zeer wisselvallige houding hii aanneemt. Hij heeft bekentenissen afgelegd terwijl men eigenlijk geen aanspraak kan maken op dergelijke bekentenissen. Zijn beweringen bevatten niets ernstigs, zelfs geen kiem van een verklaring over de Bende."

En hij wees er bovendien op dat de CBW in de persoon van Van Den Berghe over een soort van veiligheidsgordel beschikte:

"Aangezien hij zich spontaan had aangemeld, was het eerst voldoende hem te aanhoren. Wij hadden ook een vangnet in de gedaante van de heer Van Den Berghe, lid van de cel-Delta. Als documentalist had deze laatste alle informatie gecentraliseerd. Dus indien er een kiem van bekentenissen was geweest, had hij ons kunnen gidsen."

"Er waren trouwens van te voren enkele processen-verbaal vertaald, aangezien er al eerder processen-verbaal waren uitgewisseld tussen de cellen. Alhoewel wij niet het hele dossier beheersten, is dat geen handicap geweest ten opzichte van de heer De Staerke. Ik herhaal dat zijn bekentenissen er uiteindelijk geen waren en dat niets hem verhinderde er een verklaring op te baseren, wat hij niet heeft gedaan. U moet weten dat De Staerke ook in Dendermonde al meer dan vijftig keer was verhoord. Nooit heeft hij iets bekend, zelfs niet zijn aanwezigheid op de parking van de Delhaize van Aalst."

Aan de andere kant lieten de magistraten uit Charleroi, achter gesloten deuren en in publieke zitting, duidelijk verstaan dat zij niet alleen grote twijfels hadden over de eerbaarheid van de aanpak die Troch voorstelde - derden laten geloven dat De Staerke had bekend terwijl het niet zo  was maar ook over de doeltreffendheid ervan. Dit laatste werd door Labar als volgt verwoord:

"De methode die u mij voorstelt, was al door Dendermonde uitgeprobeerd. Zij had nergens toegeleid, omdat De Staerke als een muur was. Wij hebben zeer snel begrepen dat wat wij als een mogelijkheid hadden beschouwd, er eigenlijk geen was. De Staerke heeft al snel gezegd dat hij niets te zeggen had en dat hetgeen voor hem telde, was dat hij zo snel mogelijk naar het assisenhof kon. De heer De Staerke kende zeer goed zijn kansen op vrijspraak en dat liet hem toe die reputatie van moordenaar die hem bezwaarde, te weerleggen."

Bron: Verslag Tweede Bendecommissie (bijlage 5)

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

3

Re: Eric Labar

En uit bijlage 1 en 2 van het verslag van de Tweede Bendecommissie:

Op verzoek van substituut Labar van Charleroi dd. 6 oktober 1992, stelde rijkswachter Lachlan-Jenicot op 29 april 1994 een synthese-proces-verbaal op over de onderzoekspiste-WNP/Calmette/Libert/Latinus en consorten; dat PV blijkt niet in het onderzoeksdossier voor te komen (*38/1).

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube