De Club van Bern … Weinig mensen wat dat is. Ook Alain Winants hoorde het in Keulen donderen toen hij in 2006 aan de slag ging bij de Staatsveiligheid. De doorgewinterde magistraat had tot dan toe nog nooit gehoord van de Club de Berne. Zelfs het Comité I, dat de Staatsveiligheid controleert, weet alleen dat de club bestaat, maar meer niet. De Club van Bern is geen officiële instelling. Hij heeft geen officieel statuur, geen secretariaat en neemt nooit officiële beslissingen. Toch is het de belangrijkste ontmoetingsplaats van inlichtingendiensten in de Europese Unie.
Op het internet vind ik enkele basisgegevens terug over de Club van Bern, genoemd naar de gelijknamige Zwitserse stad. In die 'club' ontmoet de Staatsveiligheid de andere 27 nationale inlichtingendiensten van de Europese Unie. Ook de diensten van Noorwegen en Zwitserland mogen mee om de clubtafel zitten, en sinds 2006 geldt dat bijvoorbeeld ook voor de Litouwse geheime dienst. De ledenlijst groeit dus nog.
Hoewel de Club van Bern al zeker sinds 1971 bestaat, is de manier waarop de besprekingen verlopen al decennialang een goed bewaard geheim. Omdat alles officieus gebeurt, kan ook geen enkel parlement of een andere democratische instelling de inlichtingendienstenclub controleren.
De enige vraag die ooit over de Club van Bern gesteld is in het Belgisch parlement, dateert al van 1995. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken was even kort als geheimzinnig in zijn antwoord:
"De Club van Bern is een informele bijeenkomst waaraan op geregelde tijdstippen leidende ambtenaren van de verschillende Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten deelnemen. Deze bijeenkomsten beogen een overleg en betere coördinatie van de uitwisseling van informatie in het kader van de contraspionage en subversief terrorisme. Om het hoofd te bieden aan elke bedreiging, uitgaande van individuen of groepen, tegen de veiligheid, de democratische orde of de grondwettelijke instellingen van de staten die aan deze vergadering deelnemen."
Alles is dus geheim. Zonder democratische controle.
Wat de inlichtingendiensten in de club bespreken, is nochtans cruciaal voor de veiligheid van alle Europese landen. Een belangrijke onderafdeling van de Club van Bern is immers de Counter Terrorist Group (CGT). Die is opgericht in de nasleep van de terreuraanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. In die subgroep van de Club wisselen de inlichtingendiensten hun analyses over alle mogelijke terreurdreigingen en terrorismenetwerken uit. De CTG fungeert zelfs als contactpunt tussen de officiële Europese instellingen en de Club van Bern.
Terrorisme is al sinds de beginjaren van de Club van Bern een hot topic. Zo werden de Duitse Rote Armee Fraktion (RAF) en de Italiaanse Rode Brigades eind de jaren 1970 druk besproken in de Club. Omdat de inlichtingendiensten na een aanslag snel moeten communiceren met elkaar binnen de Counter Terrorist Group, is er ook een hoog beveiligd communicatienetwerk opgezet voor alle leden van de groep.
Maar terrorisme is lang niet het enige gespreksonderwerp. In een document van de Nederlandse inlichtingendienst AIVD staat in bedekte termen te lezen dat de leden van de Club van Bern nog op andere domeinen 'best practices' en inlichtingen uitwisselen. Dat gebeurt voor contraspionage, onderzoeken op het internet en de strijd tegen proliferatie. Ondanks de hardnekkige mist van de geheimzinnigheid rond de Club van Bern wil een hooggeplaatste bron bij de Staatsveiligheid er toch over praten met mij.
"Binnen de Club van Bern en de CTG spreken we af op welke domeinen we gaan samenwerken", begint hij. "Dat gebeurt niet via officiële protocollen, maar is zo gegroeid. De Club van Bern is in de jaren 1970 letterlijk begonnen als een clubje van de bazen van de inlichtingendiensten. Die verzamelden toen rondom het haardvuur. Later is er wat meer structuur gekomen. Er zijn ook interne regels: 'the rules of the house'. Elke inlichtingendienst mag zijn eigen bekommernissen voorleggen aan de andere. En elke dienst, hoe groot zijn land ook is, spreekt slechts met één stem. Er kan ook gestemd worden over beslissingen, maar eenparigheid is vereist. Er is een totale freedom of speech, omdat alles strikt binnenskamers blijft. De club wordt tegenwoordig twee keer per jaar bijeengeroepen, om de zes maanden. Elke bijeenkomst wordt goed voorbereid. Het is telkens een van de inlichtingendiensten die voor de accommodatie zorgt. Ook de Staatsveiligheid doet dat dus. Dat kan gebeuren in onze vertrekken, maar evengoed in de vergaderzaal van een hotel."
De mysterieuze club is dus alleen bestemd voor de absolute toplui van de inlichtingendiensten. Die mogen zich hooguit laten vervangen door een adjunct-topman. Maar er bestaat ook een 'nevenclubje', Les Cours de Club. Daar mogen ook de lagere echelons binnen de inlichtingendiensten hun ding doen. De leden komen maar één keer per jaar samen. In Les Cours de Club komen geen belangrijke thema’s aan, maar kunnen de geheime agenten elkaar leren kennen en bijvoorbeeld over opleidingen spreken.
"Binnen de Club van Bern bestaan er ook werkgroepen. Die zitten samen over een bepaald thema", klapt de bron bij de Staatsveiligheid nog uit de biecht. "In de werkgroepen worden ook inlichtingen uitgewisseld. Die vergaderingen zijn altijd heel nuttig. Maar voor echte, operationele afspraken zullen de inlichtingendiensten nog altijd bilateraal, één op één, samenzitten. Dat gebeurt meestel niet in de Club van Bern. In de club kunnen we bijvoorbeeld wel namenlijsten over Russische inlichtingenofficieren die in Europa rondreizen, met elkaar uitwisselen. We kunnen de club ook buiten de geplande momenten bijeenroepen, maar alleen bij belangrijke gebeurtenissen. Dat is natuurlijk gebeurd na de aanslagen van 11 september 2001."
Een voormalige chef bij de Staatsveiligheid uit zich kritischer over de Club van Bern. "De Club van Bern staat buiten het instituut Europa", hekelt hij. "De inlichtingendiensten hebben zo nog meer clubjes. Die zijn juist in het leven geroepen om niet optie gaan in de Europese Unie, tot grote frustratie van de Europese functionarissen die verantwoordelijk zijn voor veiligheid, zeker in de strijd tegen het terrorisme. Het echte EU-verhaal is aan de Staatsveiligheid aan het voorbijgaan. De Britse inlichtingendiensten zijn misschien tegen Europa, maar ze werken wel veel beter binnen de EU-realiteit. Ze plaatsen hun mensen op de topposities bij de officiële Europese instanties. Als het over die Europese instellingen gaat, staats de Staatsveiligheid al jaren aan de zijlijn. Voor de Staatsveiligheid is dat allemaal 'nice to know, maar nog altijd niet 'need to know’. Ze missen daardoor veel. De Staatsveiligheid leeft nog altijd op een eiland binnen de Europese realiteit."
Bron: De geheimen van de Staatsveiligheid | Lars Bové
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube