Topic: Artikel: Reeks Bende van Nijvel
Linda verstijft van de angst als er schoten klinken. Dan hoort ze iemand de trap op komen, hopend dat het haar man is
Linda Van Huffelen, pas bevallen van haar tweede kindje, trekt het laken over haar hoofd als ze beneden schoten hoort. Haar man Jos is al naar beneden gelopen omdat er inbrekers aan het werk zijn in de textielfabriek in Temse waar ze conciërge zijn. Jos wordt afgemaakt als een beest. Linda durft niet te roepen op haar man, want dan weten de daders dat er nog iemand boven is. Maar dan hoort ze iemand de trap op komen.
Met de bekentenissen van Christiaan B., die op zijn sterfbed verklaarde dat hij de Reus was, en een nieuwe wapenvondst in het kanaal Brussel-Charleroi draait het onderzoek naar de Bende van Nijvel weer op volle toeren. Hun laatste raid dateert intussen al van 32 jaar geleden. Wij blikken terug op de vijf zwaarste feiten. Vandaag: de overval op een textielfabriek in Temse.
De fabriek Wittock-Van Landeghem ligt wat achterin en is enkel bereikbaar via een wat hobbelige weg. Wie het niet kent, rijdt er gewoon voorbij. Linda en haar man Jos zijn die tiende september 1983 op tijd gaan slapen. De 26-jarige Jos, die bij een schildersbedrijf in Wilrijk werkt, moet er de volgende dag vroeg uit.
Midden in de nacht worden ze gewekt door glasgerinkel. Jos, amateurbokser en van niets of niemand bang, springt zijn bed uit en loopt naar beneden. Ongewapend.
Hector Riské woont in vogelvlucht zo’n honderd meter van de fabriek. Hij schiet wakker wanneer hij een luide knal hoort. En nog één. Wanneer hij tussen de gesloten gordijnen van zijn slaapkamerraam naar buiten kijkt, ziet hij een onbekende auto staan op het fabrieksterrein. Een donkere Saab, denkt hij. Er staat een man bij met een bivakmuts over het hoofd. Een andere man is niet gemaskerd.
Riské kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en trekt de gordijnen wat verder open. De man op straat ziet hem en lost zonder aarzelen een schot in zijn richting. De bejaarde man kan nog net op tijd wegduiken. De kogel gaat dwars door het slaapkamerraam en boort zich in de muur.
De gangsters vluchten weg met de auto. Riské verwittigt de politie en stuurt de agenten bij hun aankomst onmiddellijk naar het huis van zijn buren Linda en Jos, de conciërges van textielfabriek Wittock-Van Landeghem. De eerste schoten kwamen duidelijk uit die richting.
De eerste rijkswachtcombi is snel ter plaatse. Met getrokken wapens sluipen de agenten het pand binnen. Het eerste wat ze zien, is dat er een ruit is stukgeslagen. Ze vermoeden een diefstal en weten op dat moment nog niet welk drama zich heeft afgespeeld in de fabriek.
’s Nachts is er niemand aan het werk in het bedrijf. Maar als conciërge zijn Jos en Linda er wel, samen met hun twee kleine kindjes.
Linda, nog niet zo lang geleden bevallen, heeft de schoten gehoord. Ze is bang dat er op haar man is geschoten. Maar ze blijft in bed liggen. Ze het laken over haar hoofd en wacht af, verstijfd van de angst. “Ze zullen de kindjes toch niets aandoen”, speelt door haar hoofd.
Onderzoek zal later uitwijzen dat haar man de inbrekers op heterdaad heeft betrapt. Maar wanneer ze een wapen op hem richten, gooit hij de deur dicht. Met de zware wapens die ze bij zich hebben, schieten ze gewoon door de deur waar Jos zich achter verstopt heeft. Hij is geraakt, maar leeft nog. Op handen en voeten, zo blijkt uit de bloedsporen die worden teruggevonden, kruipt hij naar de conciërgewoning. Vermoedelijk om zijn vrouw te verwittigen. Maar hij geraakt niet meer tot bij haar. Een van de bandieten achtervolgt hem, en in de keuken krijgt Broeders van dichtbij het genadeschot.
Linda is zo bang dat ze niet durft te roepen op haar man. Want dan weten de daders dat er nog iemand boven is. Maar dan hoort ze iemand de trap op komen. Ze denkt dat het Jos is en schuift het laken langzaam van voor haar gezicht. Maar het is Jos niet. De gangster richt zijn wapen op haar. Linda slaat haar beide handen voor haar ogen. Dan volgt een schot.
Voetstapjes in het bloed
Ze bloedt hevig en valt vrijwel onmiddellijk in een diepe coma. Dat is haar redding geweest. De daders vertrekken in de vaste overtuiging dat ook zij dood is.
Patricia, de pasgeboren baby, ligt in haar wiegje in de slaapkamer. Wanneer de politie haar vindt, huilt ze hevig. Sharon, het dochtertje van bijna drie, is uit haar bedje gekropen en loopt door het huis. Haar voetjes dribbelen door een plas bloed en ze laat overal in huis bloedsporen na, zo ontdekken speurders van het gerechtelijk labo achteraf.
Net voor de daders vertrekken, zo blijkt nog uit de voetafdrukken die worden gevonden, pakt een van de daders de kleine Sharon op en legt haar terug in haar bedje. In de verkeerde richting, met haar voetjes op het hoofdkussen. In die houding treffen de agenten het kind even later aan. Doodsbang en totaal in shock.
Zowel Jos als Linda worden in een lijkzak gestopt. Het is pas dan dat een van de ambulanciers merkt dat Linda nog heel stilletjes ademt. Ze wordt zo snel mogelijk en onder politiebegeleiding naar het ziekenhuis gebracht. Daar ligt ze twee maanden in coma en daarna herstelt ze nog meer dan een jaar in en revalidatiecentrum. De hagel, afkomstig uit een riotgun, is haar hoofd binnengedrongen en heeft haar hand en haar oor half afgerukt. Haar bovenlichaam zit vandaag nog steeds vol met bolletjes hagel. Het lijken dikke speldenkopjes. Volgens de dokter zijn er te veel om weg te nemen.
Een goede week na de aanval wordt Jos, officieel Jozef, Broeders onder grote belangstelling begraven.
“Ze hebben het graf van mijn man in het begin afgedicht met golfplaten. Ze wilden de put nog niet dichtgooien omdat ze er bijna zeker van waren dat mijn kist snel in dezelfde put zou komen te liggen”, zegt Linda Van Huffelen nadien.
De vrouw herstelt langzaam van haar verwondingen, maar sukkelt van de ene tegenslag in de andere. Ze wordt invalide verklaard, verzekeringen willen niet betalen en uiteindelijk moet ze zelfs bij het OCMW gaan aankloppen. Vandaag moet ze nog altijd elke euro twee keer omdraaien voor ze hem uitgeeft.
“Ik heb vaak gedacht: ‘Hadden ze mij toch ook maar doodgeschoten’. Dan had ik al die miserie niet gehad”, zegt de vrouw, die nog altijd littekens draagt van de aanval.
Kogelwerende vesten in kevlar
Daders worden niet gevonden, een motief wel. Als de conciërge niet was opgestaan, dan had hij vandaag wellicht nog geleefd. Want de daders kwamen maar met één doel: zeven prototypes van een technisch hoogwaardige kogelvrije vest stelen. Maar voor de speurders dat ontdekken, gaat er veel tijd verloren. Omdat die informatie bewust lang wordt achtergehouden op vraag van de rijkswacht.
Vijf exemplaren zijn blauw van kleur en bedoeld voor de rijkswacht, twee zijn kakigroen voor het leger. In geen enkel document dat bij huiszoekingen in het bedrijf wordt gevonden, wordt over de kogelwerende vesten gesproken. Ofwel gebruiken ze de modelnaam Balon 2A-14-A2M, ofwel hebben ze het over een ‘jurk met bretellen’.
“We kregen duidelijke instructies in verband met het maken van de vesten voor de rijkswacht. We mochten er met niemand over praten”, getuigde een ex-werknemer daarover nadien.
In de dagen voor de aanslag is er trouwens nog hoog bezoek geweest in de fabriek in Temse. Officieren van de rijkswacht, in uniform. De chauffeurs, ook rijkswachters in uniform, bleven buiten wachten. Op die paar rijkswachters na, wist niemand dat de prototypes van de jassen klaar waren.
Stukken van een van de gestolen jassen, die bij overvallen van de Bende van Nijvel werden gebruikt, zijn in 1986 teruggevonden in een van de zakken met wapens en ander materiaal die in het kanaal Brussel-Charleroi in Ronquières werden gedumpt.
Na de diefstal en de moordpartij heeft het bedrijf duizenden kogelwerende vesten mogen maken voor de rijkswacht, zo getuigde een ex-werknemer veel later. Vreemd genoeg heeft de rijkswachttop altijd ontkend dat het klant was bij het textielbedrijf in Temse.
Bron: Het Nieuwsblad | Thierry Goeman | 30 oktober 2017
Lees hier meer over de overval in Temse » Forum